VAN POSTMODERNISME NAAR NIEUWE ROMANTIEK
Geplaatst op
23 september 2008
door
Hans Schouwenburg
Met zijn sublieme historische ervaring pleit Ankersmit voor een heroriëntatie in de filosofie en in de geschiedfilosofie.
De sublieme historische ervaring van Frank Ankersmit is de Nederlandse vertaling en verbeterde versie van zijn in 2005 bij Stanford University Press gepubliceerde boek ‘Sublime Historical Experience’. Deze Nederlandse versie is met veel lof ontvangen, Ankersmit won er in 2008 zelfs de Socrates Wisselbeker mee. Volgens het juryrapport van deze prijs treft de lezer “op bijna iedere bladzijde een onverwachte of tegendraadse gedachte aan die hem aan het denken zet.” Op dezelfde manier is het boek als geheel tegendraads als we het met eerdere publicaties van Ankersmit vergelijken. Ook dit zet de lezer aan het denken.
In zijn nieuwe boek onderzoekt Ankersmit het begrip van de (historische) ervaring vanuit het perspectief van de geschiedbeoefening en vanuit een filosofische invalshoek. De historische ervaring of de ervaring van het verleden is volgens hem “in de eerste plaats een Gestalt-switch, waarbij een tijdloos heden wordt getransformeerd in een wereld die zowel heden als verleden omvat.” Op hetzelfde moment ervaren we echter ook een gevoel van verlies doordat het verleden niet meer bij ons is. Maar doordat de grenzen tussen heden en verleden transcenderen, stelt de historische ervaring ons een herwinning van het verleden in het vooruitzicht. Dit noemt Ankersmit het moment van hereniging, of van ‘liefde’ in de historische ervaring: “de historische ervaring is het paradoxale samengaan van splijting (pijn en verlies) en hereniging (liefde) zonder dat een van beide de overhand heeft. En in deze paradoxale vereniging van wat elkaar uitsluit (verlies en liefde) ligt het sublieme karakter van de historische ervaring.”
Met zijn sublieme historische ervaring pleit Ankersmit voor een heroriëntatie in de filosofie en in de geschiedfilosofie. In de filosofie zullen we afstand moeten doen van de traditionele onderschikking van de ervaring aan de waarheid. De geschiedfilosofie zal de taalfilosofische en literatuurwetenschappelijke benaderingen achter zich moeten laten. Deze literatuurwetenschappelijke of postmodernistische benaderingen raakten na de publicatie van Hayden Whites Metahistory (1973) in de mode en zorgden voor heftige methodologische debatten. Kort samengevat stelden de postmodernistische geschiedfilosofen dat toegang tot het verleden niet mogelijk is doordat de historicus gevangen zit het medium van de taal. Volgens Ankersmit had deze zienswijze alleen aandacht voor wat de geschiedbeoefening gemeen heeft met literatuur en taalgebruik, en zorgde er zodoende voor dat “alles wat bepalend en typerend is voor onze relatie met het verleden” buiten zicht raakte. De sublieme historische ervaring is dan ook een reactie op deze ontwikkeling. Ankersmit wil aandacht geven aan “de gevoelens en stemmingen die bepalen hoe we het verleden ervaren.” We moeten, volgens Ankersmit, terug naar een nieuwe romantiek, of zoals hij het zelf zegt: “laten we aan ons denken over de geschiedenis (...) iets teruggeven van de warmte van het menselijk hart, iets dat weerklank kan hebben in het diepst van de ziel.”
Dat is een opmerkelijke pleidooi als we bedenken dat Ankersmit zelf een van de voorvechters was voor de postmoderne zaak. In de jaren tachtig verkondigde hij zelfs de ‘herfsttij der geschiedwetenschap’: doordat alle historische publicaties slechts een interpretatie van de historicus weergeven, en niet het verleden zelfs beschrijven, heeft geschiedenis als wetenschap geen bestaansrecht meer was zijn redenatie. Maar met De sublieme historische ervaring lijkt hij afstand te doen van zijn postmoderne verleden.
Het debat over de representatie van de Holocaust lijkt verantwoordelijk voor deze omwenteling in het denken van Ankersmit. Als het verleden alleen maar bestaat als interpretatie van de historicus, dan zouden de gebeurtenissen in Auschwitz als hersenspinsel van de geschiedschrijver ontkend kunnen worden. Dit gaat ook Ankersmit te ver: “het valt niet te betwijfelen dat de geschiedtheorie zich hiermee [met het Holocaustdebat] uit ‘de gevangenis van de taal’ had bevrijd.”
Ook in de recente filosofie ziet Ankersmit een ontwikkeling die zich afwent van de taalfilosofie, en zich meer in de richting beweegt van het bewustzijn en de esthetica. Zowel in de filosofie als in de geschiedfilosofie wordt de ervaring belangrijker. Met De sublieme historische ervaring haakt Ankersmit in op deze ontwikkeling. En voor de lezers die in verwarring zijn gebracht door de tegendraadsheid van Ankersmit is er een kleine gebruiksaanwijzing opgenomen: “Zoals de titel van dit boek aangeeft, is het een boek over de sublieme historische ervaring – en niet over iets anders, zoals historische verklaring, causaliteit, narrativiteit of representatie. Men moet dit boek niet lezen als afzwering van wat ik elders over andere onderwerpen heb beweerd.”
Frank Ankersmit, De sublieme historische ervaring
vormgeving Gerard Hadders & rudo Hartman
gebonden, met illustraties
432 bladzijden
isbn 978 90 6554 1130
€ 34,95
Historische Uitgeverij, 2007
In zijn nieuwe boek onderzoekt Ankersmit het begrip van de (historische) ervaring vanuit het perspectief van de geschiedbeoefening en vanuit een filosofische invalshoek. De historische ervaring of de ervaring van het verleden is volgens hem “in de eerste plaats een Gestalt-switch, waarbij een tijdloos heden wordt getransformeerd in een wereld die zowel heden als verleden omvat.” Op hetzelfde moment ervaren we echter ook een gevoel van verlies doordat het verleden niet meer bij ons is. Maar doordat de grenzen tussen heden en verleden transcenderen, stelt de historische ervaring ons een herwinning van het verleden in het vooruitzicht. Dit noemt Ankersmit het moment van hereniging, of van ‘liefde’ in de historische ervaring: “de historische ervaring is het paradoxale samengaan van splijting (pijn en verlies) en hereniging (liefde) zonder dat een van beide de overhand heeft. En in deze paradoxale vereniging van wat elkaar uitsluit (verlies en liefde) ligt het sublieme karakter van de historische ervaring.”
Met zijn sublieme historische ervaring pleit Ankersmit voor een heroriëntatie in de filosofie en in de geschiedfilosofie. In de filosofie zullen we afstand moeten doen van de traditionele onderschikking van de ervaring aan de waarheid. De geschiedfilosofie zal de taalfilosofische en literatuurwetenschappelijke benaderingen achter zich moeten laten. Deze literatuurwetenschappelijke of postmodernistische benaderingen raakten na de publicatie van Hayden Whites Metahistory (1973) in de mode en zorgden voor heftige methodologische debatten. Kort samengevat stelden de postmodernistische geschiedfilosofen dat toegang tot het verleden niet mogelijk is doordat de historicus gevangen zit het medium van de taal. Volgens Ankersmit had deze zienswijze alleen aandacht voor wat de geschiedbeoefening gemeen heeft met literatuur en taalgebruik, en zorgde er zodoende voor dat “alles wat bepalend en typerend is voor onze relatie met het verleden” buiten zicht raakte. De sublieme historische ervaring is dan ook een reactie op deze ontwikkeling. Ankersmit wil aandacht geven aan “de gevoelens en stemmingen die bepalen hoe we het verleden ervaren.” We moeten, volgens Ankersmit, terug naar een nieuwe romantiek, of zoals hij het zelf zegt: “laten we aan ons denken over de geschiedenis (...) iets teruggeven van de warmte van het menselijk hart, iets dat weerklank kan hebben in het diepst van de ziel.”
Dat is een opmerkelijke pleidooi als we bedenken dat Ankersmit zelf een van de voorvechters was voor de postmoderne zaak. In de jaren tachtig verkondigde hij zelfs de ‘herfsttij der geschiedwetenschap’: doordat alle historische publicaties slechts een interpretatie van de historicus weergeven, en niet het verleden zelfs beschrijven, heeft geschiedenis als wetenschap geen bestaansrecht meer was zijn redenatie. Maar met De sublieme historische ervaring lijkt hij afstand te doen van zijn postmoderne verleden.
Het debat over de representatie van de Holocaust lijkt verantwoordelijk voor deze omwenteling in het denken van Ankersmit. Als het verleden alleen maar bestaat als interpretatie van de historicus, dan zouden de gebeurtenissen in Auschwitz als hersenspinsel van de geschiedschrijver ontkend kunnen worden. Dit gaat ook Ankersmit te ver: “het valt niet te betwijfelen dat de geschiedtheorie zich hiermee [met het Holocaustdebat] uit ‘de gevangenis van de taal’ had bevrijd.”
Ook in de recente filosofie ziet Ankersmit een ontwikkeling die zich afwent van de taalfilosofie, en zich meer in de richting beweegt van het bewustzijn en de esthetica. Zowel in de filosofie als in de geschiedfilosofie wordt de ervaring belangrijker. Met De sublieme historische ervaring haakt Ankersmit in op deze ontwikkeling. En voor de lezers die in verwarring zijn gebracht door de tegendraadsheid van Ankersmit is er een kleine gebruiksaanwijzing opgenomen: “Zoals de titel van dit boek aangeeft, is het een boek over de sublieme historische ervaring – en niet over iets anders, zoals historische verklaring, causaliteit, narrativiteit of representatie. Men moet dit boek niet lezen als afzwering van wat ik elders over andere onderwerpen heb beweerd.”
Frank Ankersmit, De sublieme historische ervaring
vormgeving Gerard Hadders & rudo Hartman
gebonden, met illustraties
432 bladzijden
isbn 978 90 6554 1130
€ 34,95
Historische Uitgeverij, 2007