DE ‘INDO-CULTUUR’ EN HET IMPRESSIONISME

Geplaatst op 14 april 2020 door Rudi Atman
De ‘Indo-cultuur’ en het impressionisme
Rudi Atman: De Slag bij Vlaardingen 1018, met een knipoog naar het ontstaan van Holland. (2017)

Niet alleen in de lichte muziek maar ook in de schilderkunst werd vanaf 1900 een eigen ‘Indo-stijl’ ontwikkeld. In deze bijdrage ga ik nader in op de wijze waarop deze stijl zich manifesteerde in het impressionisme en het post-impressionisme.

Wie regelmatig artikelen over de Indische muziek in het blad Moesson leest en de film Klanken van Oorsprong heeft gezien zou tot de conclusie kunnen komen dat de meeste Indo’s krontjong en gamelan niet waarderen.

Het zou om muziek gaan die tot de volkscultuur behoort. In Indië hoorde je vaak mensen schertsen over de zangkunst van krontjongspelers met een ketoprakdans en dang-doet trommelgeluiden uit de frikandelenbuurt of uit de kampongs. Er waren zelfs jongens die van hun ouders niet mochten omgaan met krontjong spelende katjongs of patjakkers. Fatsoenlijke jongens speelden ukelele of gitaar. Jack Poirrié, columnist in Moesson, beschreef hoe zijn zus op feesten en partijen pronkte met haar viool- en pianiospel. Hij speelde zelf mondharmonica, tot ongenoegen van zijn ouders.

In het Atrium van het stadhuis Den Haag was in de zomer van 2018 een expositie te zien over Indische uitvoeringen van klassieke muziek. Veel Indo’s waren zeer te spreken over deze tentoonstelling, waar onder meer een film te zien was van een optreden uit Soerabaja (1949).

Hetty Naaijkens-Retel Helmrich toont in haar film Klanken van Oorsprong met trots de prestaties van Anneke Grönloh, Hans Bax, Boudewijn de Groot, Sandra Reemers. Indo’s die muziek maakten in Europese stijl en daarmee uniek cultureel erfgoed hebben gecreëerd. De Indorock van Ruud en Riem de Wolff is daar een mooi voorbeeld van.

Niet alleen in de lichte muziek maar ook in de schilderkunst werd vanaf 1900 een eigen ‘Indo-stijl’ ontwikkeld. In deze bijdrage ga ik nader in op de wijze waarop deze stijl zich manifesteerde in het impressionisme en het post-impressionisme.

Nederlands-Indische schilders en ‘Indo’-schilders
Uit de contacten tussen Nederlanders, Europeanen en Indonesiers onstond het Nederlands-Indisch erfgoed. Dat Indisch erfgoed is zeer gevarieerd. Vergelijk het met de bereiding van nasi in Nederland. Het is een mix van tradities uit de Europese en Indonesische keukens en iedereen legt eigen accenten.We zien die variaties ook terug in de Nederlands-Indische schilderkunst.

Ten eerste zijn er de Nederlands-Indische schilders die kiezen voor nostalgische taferelen: landschappen van sawahs, palmen, vulkaans of sierlijke Balinese danseressen. Voorbeelden zijn Auke Sonnega (1910-1963), Rudolf Bonnet (1895-1978), Walter Spies (1895-1942), Willem Dooyewaard (1892-1980), Leo Eland (1884-1952) en Abraham Salm (1857-1915), Isaac Israëls (1865-1934) en Willem Hofker (1902-1981) De meesten onder hen waren eerst in Nederland actief en vestigden zich voor kortere of langere tijd in Nederlands-Indië. Hun schilderijen werden bewonderd door Indonesische kunstenaars zoals Raden Saleh (1811-1880), Affandi Koesoema (1907-1990) en Basuki Abdullah (1915-1993) .

Ten tweede zijn er ‘Indo-schilders’, Nederlands-Indische schilders die Indonesische elementen gebruiken in een Europese stijl. Het koloniale bestuur heeft, vanaf de zeventiende eeuw, de Europese ‘klassieke’ kunst naar de Indonesische archipel gebracht. Daar vond vermenging plaats met de traditionele Javaanse, Sumatraanse of Balinese kunst tot nieuwe vormen.

Nieuwe stijlontwikkelingen in Europa, zoals het impressionisme, werden door de Indo-schilders op een eigen manier verwerkt. Er is dan sprake van een autochtoon of eclectisch impressionisme. Vrijheidsdrang en de wens om het ‘eigene’ van Indische elementen te verwerken leidden tot deze 'Indo-variant' van het impressionisme.Voor de duidelijkheid: het gaat hier om een verschil in thema, vorm en schildertechniek. Dat wordt vooral zichtbaar in de detaillering, de lichtinval en het kleurgebruik (tint, toon en intensie). Door deze invalshoek zijn de werken van de impressionistische Indo-schilders bijzonder te noemen. Gerard Pieter Adolfs (1898-1968) is een voorbeeld van een 'Indo-impressionist', zoals blijkt uit zijn werk gemaakt op Bali en in Venetie.

Na de onafhankelijkheid in 1949 zijn er ook eigen Indonesische varianten van post-impressionistische Europese stromingen ontstaan. Raden Saleh (Terboyo-Semarang, 1811-1880), Affandi Koesoema (Cirebon, 1907-1990) en Basuki Abdullah (Surakarta, 1915-1993) werken in de Europese traditie van het expressionisme en surrealisme maar met een Indonesische invalshoek.

De ‘Indo-schilders’ in Nederland 1949 - heden
Met ‘Indo-schilders in Nederland’ bedoel ik hier schilders die in de periode 1948 - 1965 in Nederland zijn gaan werken maar geworteld zijn in het Nederlands-Indische verleden. Deze generatie gebruikt nog het dialect (petjoeh) dat Tjalie Robinson in zijn boek 'De piekerans van een straatslijper' (1956) beschrijft. Zij geven in Nederland een vervolg aan de 'Indo-variant' van het impressionisme en de post-impressionistische stromingen.

Als voorbeeld, toon ik drie schilderijen die zijn tentoongesteld tijdens de expositie 'Is Getekend; de Slag bij Vlaardingen verbeeld' in het Museum Vlaardingen ter herdenking van de Slag bij Vlaardingen (12 mei - 9 sep. 2018). De eerste is van Leslie Gabrielse en heet de intocht van graaf Dirk IIII. De tweede is van Rudi Atman (de auteur van dit verhaal, Soerabaja, 1943) en heet 'De Slag bij Vlaardingen 1018, met een knipoog naar het ontstaan  van Holland' - 2017. De derde is van John Laurens, De slag bij Vlaardingen.

 

Het einde van de Indo-schilders?
Inmiddels lijkt de Indo-cultuur volledig op te gaan in de Nederlandse cultuur. Een voorbeeld is Boudewijn de Groot. Weliswaar geboren in Jakarta in 1944 en goed op de hoogte met het Nederlands-Indisch verleden. Maar in zijn werk wordt daar nauwelijks naar verwezen. Het werk van mijn dochter Indra (Rotterdam, 1970) toont ogenschijnlijk geen verbondenheid met het geboorteland van haar vader. Maar in de precisie van haar werk en de typische kleurschakering en schaduwbepaling herken ik de Nederlands-Indische variant van het expressionisme.

 

 

 

 

 

 

Bericht geplaatst in: artikel