VAN MIJNBOUW TOT MARS
Ooit waren clerici bekend als geleerden en ondernemers. Zo stichtte een kannunik Vieille Montagne, dat in het oosten van België de metaalverwerking op gang bracht. Het bekendst werd de Congolese Union Minière du Haut Katanga. De Schot Robert Williams, een medewerker van Cecil Rhodes, kreeg een concessie voor de Lobito spoorweg van Leopold II, maar kon onvoldoende Brits kapitaal bijeenkrijgen (66 e.v.). Na ondervraging over zijn vooroorlogse pogingen om Duits kapitaal te vergaren, stelde Williams dat hij inderdaad gemakkelijk kapitaal in Duitsland had kunnen aantrekken, maar nooit op de aanbiedingen was ingegaan. Met name minister van kolonies Solf had aangedrongen om met Williams in zee te gaan. Na de bezetting had Williams ervoor gezorgd dat de UMHK haar zetel kon verplaatsen naar Londen waar hij samen met Edmond Carton de Wiart en Sengier de oorlogsinspanning leidde. Laatstgenoemden combineerden dit met hun aanwezigheid in mijningenieur Hoovers Relief Commission die de voedselvoorziening in bezet België regelde.
Het is interessant het hoofdstuk over de oorlogsjaren in het boek UMHK 1906-1956 dat na.v. de vijftigste verjaardag werd geschreven, te vergelijken met het boek van Brion en Moreau n.a.v. de honderste verjaardag. In 1915 werd het uranium van Shinkolobwe ontdekt en de Zuid-Afrikaanse vakbonden wilden tevergeefs aansluiting van het blanke personeel van het bedrijf, schrijft men in 1956. In 2006 ligt de nadruk op Duitse opeisingen in België en het feit dat de Engelse bestuurders de firma in handen nemen wat tot groot ongenoegen onder de Belgen in Katanga leidt. Rhodesië verbood de werving van arbeiders op haar grondgebied. Ook de verslechterende werkomstandigheden komen nu aan bod. Wanneer in 1918 Sengier in Katanga aankomt, deed hij beroep op Zuid-Afrikaanse expertise om de kampen van de arbeiders hygiënischer in te richten. Kortom, de nadruk ligt minder op de resultaten als wel op de conflicten waarmee de toegenomen productie en de oorlogsomstandigheden gepaard gingen.
René Brion, Jean-Louis Moreau, Van mijnbouw tot Mars, Tielt: Lannoo, 2006