VOOR DRUKWERK éN CONDOOMS KON JE BIJ DE MARSKRAMER TERECHT
Geplaatst op
31 oktober 2010
door
Lucia Hogervorst
De tentoonstelling Nieuws op straat is tot 16 januari 2011 te zien in De Verdieping van Nederland in Den Haag.
Marskramer biedt zijn waar aan, 1934, bron Nationaal Archief/Spaarnestad Photo.
Marskramers, dat waren toch sjacheraars, die garen en band langs de deuren probeerden te slijten? Historicus Jeroen Salman stelt dit beeld bij: marskramers speelden een belangrijke rol bij de verspreiding van nieuws. Salman geeft leiding aan het project 'Marskramers en de verspreiding van het gedrukte woord', dat onderzoek doet naar rondreizende boekverkopers in Nederland en Engeland in de periode 1600 – 1850, en gefinancierd wordt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, de NWO. Samen met onder meer Karen Bowen en Roeland Harms onderzocht Salman de handel en wandel van zo’n vierhonderd Nederlandse marskramers, voornamelijk in Amsterdam en Utrecht. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk, want marskramers waren arme mensen die doorgaans geen sporen nalieten over hun leven. Het onderzoeksteam moest het daarom vooral hebben van andere bronnen, zoals plakkaten, pamfletten, vreemdelingenregisters, procesverslagen, maar ook boekillustraties, tekeningen en autobiografieën.
Marskramers blijken een veel grotere rol te hebben gespeeld in verspreiding van drukwerk dan tot nu toe werd aangenomen. Salman schat in dat zowel in de steden als op het platteland soms wel een derde van de lokale boekverkopers uit marskramers bestond. Maar vonden de boekhandelaars met een winkel dit dan geen oneerlijke concurrentie? Officieel wel, maar vaak werkten ze ook samen met marskramers om bijvoorbeeld betere verkoopresultaten te behalen voor hun eigen uitgaven. Ook de overheid vervulde een dubbelrol. Enerzijds trad ze op tegen de marskramers bij verspreiding van pamfletten, die maatschappelijke onrust konden veroorzaken, anderzijds gebruikten lokale overheden de marskramers juist om vals nieuws rond te bazuinen. In de tentoonstelling Nieuws op straat is een pamflet uit 1650 te zien dat kond doet van een geheime militaire bijeenkomst tussen Amsterdam en Engeland. Na foltering van de drukker bleek het om nepnieuws te gaan, bedoeld om de stad Amsterdam in diskrediet te brengen.
Maar marskramers handelden natuurlijk niet alleen in kranten en ander drukwerk. Een van de hoogtepunten van de tentoonstelling is een handgeschreven verhoor uit 1768 van marskramer Matthijs van Mordechay Cohen. Hij verkocht niet alleen pornografische boekjes, maar ook ‘blasen met lintjes daar aan’, door hem zelf gemaakt uit lamsblazen. Volgens Mordechay werden ze gebruikt om tabak in te doen, maar de ‘condons’ werden ook ‘over de mannelijkheid’ gedaan, zodat er bij de ‘vleselijke conversatie’ geen besmettelijke ziekten werden overgebracht. Vooral populair bij jongelui, die er 15 cent per stuk voor over hadden, ongeveer anderhalve euro volgens het huidige prijspeil. In opdracht van een Engelse heer had Mordechay ook een ‘machine’ gemaakt, een langwerpig houten voorwerp met een bruine wolachtige stof erover, die was vastgemaakt met een rood bandje. Het was een ‘godmichet of godemichi’, in gebruik voor ‘haar plaisier’. Het onderzoek onder leiding van Salman levert daarmee en passant ook interessante gegevens op voor de geschiedenis van de seksualiteit: condooms blijken bijvoorbeeld al langer en algemener bekend in Nederland dan tot nu toe werd aangenomen, want de vroegste vindplaats van het woord dateerde tot nu toe van 1847. En hoe liep het eigenlijk af met Mordechay? De marskramer werd na verhoor voor twaalf jaar opgesloten, en voor eeuwig verbannen uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht. Op het verspreiden van nieuws stond soms al straf, maar het 'bederven van de jeugd' kon helemaal niet door de beugel!
De tentoonstelling Nieuws op straat – Marskramers en hun handel is tot 16 januari 2011 te zien in De verdieping van Nederland, een speciale tentoonstellingsruimte tussen de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief, naast het Centraal Station in Den Haag.
De verdieping van Nederland
Afbeelding: De Rotterdamse marskramer François van der Linden vent zijn kammen, brillen en almanakken uit. De prent uit 1742 is afkomstig uit de Collectie van de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
Marskramers, dat waren toch sjacheraars, die garen en band langs de deuren probeerden te slijten? Historicus Jeroen Salman stelt dit beeld bij: marskramers speelden een belangrijke rol bij de verspreiding van nieuws. Salman geeft leiding aan het project 'Marskramers en de verspreiding van het gedrukte woord', dat onderzoek doet naar rondreizende boekverkopers in Nederland en Engeland in de periode 1600 – 1850, en gefinancierd wordt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, de NWO. Samen met onder meer Karen Bowen en Roeland Harms onderzocht Salman de handel en wandel van zo’n vierhonderd Nederlandse marskramers, voornamelijk in Amsterdam en Utrecht. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk, want marskramers waren arme mensen die doorgaans geen sporen nalieten over hun leven. Het onderzoeksteam moest het daarom vooral hebben van andere bronnen, zoals plakkaten, pamfletten, vreemdelingenregisters, procesverslagen, maar ook boekillustraties, tekeningen en autobiografieën.
Marskramers blijken een veel grotere rol te hebben gespeeld in verspreiding van drukwerk dan tot nu toe werd aangenomen. Salman schat in dat zowel in de steden als op het platteland soms wel een derde van de lokale boekverkopers uit marskramers bestond. Maar vonden de boekhandelaars met een winkel dit dan geen oneerlijke concurrentie? Officieel wel, maar vaak werkten ze ook samen met marskramers om bijvoorbeeld betere verkoopresultaten te behalen voor hun eigen uitgaven. Ook de overheid vervulde een dubbelrol. Enerzijds trad ze op tegen de marskramers bij verspreiding van pamfletten, die maatschappelijke onrust konden veroorzaken, anderzijds gebruikten lokale overheden de marskramers juist om vals nieuws rond te bazuinen. In de tentoonstelling Nieuws op straat is een pamflet uit 1650 te zien dat kond doet van een geheime militaire bijeenkomst tussen Amsterdam en Engeland. Na foltering van de drukker bleek het om nepnieuws te gaan, bedoeld om de stad Amsterdam in diskrediet te brengen.
Maar marskramers handelden natuurlijk niet alleen in kranten en ander drukwerk. Een van de hoogtepunten van de tentoonstelling is een handgeschreven verhoor uit 1768 van marskramer Matthijs van Mordechay Cohen. Hij verkocht niet alleen pornografische boekjes, maar ook ‘blasen met lintjes daar aan’, door hem zelf gemaakt uit lamsblazen. Volgens Mordechay werden ze gebruikt om tabak in te doen, maar de ‘condons’ werden ook ‘over de mannelijkheid’ gedaan, zodat er bij de ‘vleselijke conversatie’ geen besmettelijke ziekten werden overgebracht. Vooral populair bij jongelui, die er 15 cent per stuk voor over hadden, ongeveer anderhalve euro volgens het huidige prijspeil. In opdracht van een Engelse heer had Mordechay ook een ‘machine’ gemaakt, een langwerpig houten voorwerp met een bruine wolachtige stof erover, die was vastgemaakt met een rood bandje. Het was een ‘godmichet of godemichi’, in gebruik voor ‘haar plaisier’. Het onderzoek onder leiding van Salman levert daarmee en passant ook interessante gegevens op voor de geschiedenis van de seksualiteit: condooms blijken bijvoorbeeld al langer en algemener bekend in Nederland dan tot nu toe werd aangenomen, want de vroegste vindplaats van het woord dateerde tot nu toe van 1847. En hoe liep het eigenlijk af met Mordechay? De marskramer werd na verhoor voor twaalf jaar opgesloten, en voor eeuwig verbannen uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht. Op het verspreiden van nieuws stond soms al straf, maar het 'bederven van de jeugd' kon helemaal niet door de beugel!
De tentoonstelling Nieuws op straat – Marskramers en hun handel is tot 16 januari 2011 te zien in De verdieping van Nederland, een speciale tentoonstellingsruimte tussen de Koninklijke Bibliotheek en het Nationaal Archief, naast het Centraal Station in Den Haag.
De verdieping van Nederland
Afbeelding: De Rotterdamse marskramer François van der Linden vent zijn kammen, brillen en almanakken uit. De prent uit 1742 is afkomstig uit de Collectie van de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.