LEEGSTAAND OUD GEBOUW SLOPEN? NEE, HERBESTEMMEN!

Geplaatst op 24 september 2011 door Lucia Hogervorst
Leegstaand oud gebouw slopen? Nee, herbestemmen!
Marinke Steenhuis en Paul Meurs schreven een inspirerend boek voor iedereen die met een karakteristiek, maar leegstaand pand in zijn maag zit: Herbestemming in Nederland.
Villa Augustus in Dordrecht: van waterleidingterrein tot hotel en restaurant met tuinen, foto: villa-augustus.nl.

Tijden veranderen, en steden en landschappen veranderen mee. Ontwikkelingen in de samenleving hebben zo hun weerslag op het gebruik van de ruimte. Ontkerkelijking leidt bijvoorbeeld tot leegstaande kerken. Sloop is uiteraard een optie, maar steeds vaker blijkt herbestemming een uitstekende keuze. Zo kunnen karakteristieke panden behouden blijven, en met een nieuw interieur en een nieuwe functie aan een nieuw leven beginnen. In hun boek 'Herbestemming in Nederland - Nieuw gebruik van stad en land' schetsen Marinke Steenhuis en Paul Meurs de ontwikkelingen die steeds vaker tot herbestemming leiden en geven ze vele inspirerende voorbeelden. 


Herbestemming in Nederland - Nieuw gebruik van stad en land

Herbestemming is van alle tijden, zo stellen Steenhuis en Meurs. In het verre verleden waren machtswisselingen hierbij een bepalende factor. Zo werd de Aya Sophia in Instanbul rond 540 als kerk gebouwd, maar kreeg na de verovering van de stad door de Turken in 1453 de functie van moskee. Bij de kathedraal van Sevilla ging het precies andersom: toen de Moren in 1248 uit Spanje waren verdreven, werd de moskee een katholieke kerk. Nog een voorbeeld dichter bij huis: ten tijde van Napoleon veranderde het Amsterdamse stadhuis in een koninklijk paleis. Ook de vestingwallen rond onze steden verloren hun militaire functie en werden vaak verbouwd tot singels, met aangrenzende stadsparken en villawijken. Zo werden steeds weer bouwmaterialen, verouderde gebouwen of veranderde stadsstructuren op een even slimme als vanzelfsprekende manier aangepast aan nieuw gebruik.

Hergebruik raakt in onbruik
                                                                                                                                                                                                                                    
Maar die vanzelfsprekendheid ging in de afgelopen anderhalve eeuw verloren. Steenhuis en Meurs analyseren die verandering: het tempo van de groei en de maatschappelijke veranderingen ging zo snel dat de moderne industriesteden niet organisch konden doorgroeien op vroegere structuren. Groei, vernieuwing, standaardisatie en schaalvergroting, dat was het devies. Bouw werd synoniem aan sloop en nieuwbouw.  

Maakbare samenleving

Na de Tweede Wereldoorlog moest alles nieuw en anders. De samenleving was toekomstgericht, zo toekomstgericht zelfs, zo weet schrijver dezes, dat het vak geschiedenis uit het onderwijscurriculum dreigde te verdwijnen in de jaren zestig en zeventig. Maakbaarheid was het devies. Maar die maakbaarheid bleek vervelende consequenties te hebben: verkeersoverlast, energietekorten en milieuproblemen. Aangeslingerd door het invloedrijke rapport van de Club van Rome De grenzen aan de groei uit 1972 begon een periode van herbezinning. Die gold ook de grootschalige kaalslag in oude binnensteden. Het besef groeide dat er ook in bestaande panden gewoond en gewerkt kon worden. Niet voor niets werd 1975 tot Monumentenjaar uitgeroepen. Een pionier als architect Dolf de Maar kocht in 1978 de leegstaande Martinuskerk in Utrecht en stalde er zijn oldtimers. Als project-ontwikkelaar realiseerde hij er eind jaren tachtig een complex van 48 appartementen, dat hij vervolgens verkocht.

Herbestemming

De leegstand heeft inmiddels epidemische vormen aangenomen, onder andere door de ontzuiling, de overgang naar een diensteneconomie en de digitalisering: kerken, kantoren, fabrieksterreinen, landbouw- en havengebieden, ze staan allemaal leeg en blijven ongebruikt.  De bouwopgave moet omgebogen worden in een ombouwopgave, zo stellen Steenhuis en Meurs. Bestaande gebouwen moeten op maat gemaakt worden voor een nieuwe functie en nieuwe gebruikers. Dat vraagt maatwerk, zowel in de financiering, als in het ontwerp en de realisatie. Maar dat maatwerk maakt wel bijzondere projecten mogelijk, zo blijkt duidelijk uit de 25 voorbeelden in het boek. Wat te denken van het Glaspaleis Schunck in Heerlen, een warenhuis uit 1935 naar ontwerp van architect Fritz Peutz, nu een multifunctioneel gebouw met onder andere een openbare bibliotheek, een filmhuis en een muziekschool; Villa Augustus in Dordrecht, het voormalig waterbedrijf en omliggende terreinen in Dordrecht, en nu in gebruik als hotel, restaurant en biologische tuinen; de suikersilo’s van de suikerfabriek in Halfweg, voorzien van een nieuwe gevel met ruitvormige vensters en nieuw interieur, en nu geschikt als kantoorruimte, hét visitekaartje van SugarCity. Kortom: Marinke Steenhuis en Paul Meurs bieden een inspirerend boek met prachtig fotomateriaal, voor iedereen die met herbestemming te maken heeft!

Herbestemming in Nederland – Nieuw gebruik van stad en land
Auteurs: Marinke Steenhuis en Paul Meurs
Paperback, geïllustreerd in kleur en zwart-wit, 144 pagina’s, isbn: 978-90-5662-829-1
Uitgeverij: NAiPublishers,  prijs: € 24,50
Bericht geplaatst in: boekrecensie, agenda