LEONARDO DA VINCI, DE BIOGRAFIE

Geplaatst op 3 september 2019 door Redactie
Leonardo da Vinci, de biografie
De dood van Leonardo (1818) door Jean Auguste Dominique Ingres, nu in het Petit Palais in Parijs.

Walter Isaacson schreef een boeiend portret van Leonardo da Vinci. Lezen, dus. Zeker als je wil weten hoe je de tong van een specht kunt omschrijven.

Hoe ging Leonardo da Vinci te werk? En waar lagen zijn passies? Welke vragen stelde hij zichzelf? Walter Isaacson, auteur van de biografie over Leonardo da Vinci, graaft diep in het werkzame leven dat Leonardo heeft geleid. Leonardo da Vinci was een echte renaissanceman, een ‘uomo universale,’ een veelzijdig kunstenaar die in zijn tijd wetenschap en beeldende kunst met elkaar wist te verbinden. Isaacson schrijft over de beschermheren die Leonardo heeft gehad, zoals Ludovico Sforza, Cesare Borgia en in Leonardo’s laatste levensjaren in Frankrijk koning Frans I. Isaacson beschrijft Leonardo’s meesterwerken en de technieken die hij heeft gebruikt, zoals bij de ‘Mona Lisa’ en ‘Het laatste avondmaal.’ Hij schrijft boeiend over de anatomische studies die Leonardo deed en over Leonardo’s andere interesses, zoals optica, geologie, astronomie, vliegtoestellen en het maken van holle spiegels.

Leonardo hield aantekenboeken bij, waarbij het lijkt of hij zoveel mogelijk op één vel papier wilde zetten. Met deze aantekenboeken begon hij vanaf 1480, toen hij in Milaan was. Isaacson deelt ons mee dat Leonardo altijd een boekje aan zijn gordel had hangen. Zo kon hij op elk moment en overal dingen vastleggen, bijvoorbeeld mensen met hun emoties. De aantekenboeken tonen ons waar Leonardo’s passies lagen. Hij was gefascineerd door water, krullen en golven, beweging, de werking van het menselijk lichaam, door de natuur, mensen en hun emoties en hoe het hele lichaam zich inspant om emoties te kunnen uiten. Leonardo heeft een hele studie gedaan naar hoe spieren de bewegingen van de lippen maken, bijvoorbeeld om een glimlach te maken. Isaacson merkt in zijn biografie op dat we in de anatomische tekeningen de ontwikkeling kunnen zien van de glimlach op het gezicht van de Mona Lisa.

Leonardo was veertien jaar, toen hij in de leer ging bij Andrea del Verrocchio (1435-1488) in zijn bottega in Florence. Daar leerde Leonardo samenwerken. Veel schilderijen kwamen tot stand door de samenwerking van de meester met de kunstenaars/leerlingen die er werkten. Zo voltooide Leonardo samen met Verrocchio ‘De doop van Christus.’ Heel bijzonder was dat Leonardo, met tijdgenoten als Michelangelo Buonarroti en Donato Bramante, goed vrouwen kon schilderen, niet in het toen gebruikelijke en profil, maar in driekwart profil. Dat bood de kijkers de gelegenheid de geportretteerde vrouwen in de ogen te kijken die volgens Leonardo de vensters van de ziel waren. Hij toonde hierdoor in zijn portretten dat vrouwen ook hun eigen emoties en gedachten hadden. Hij toonde expressieve gezichten. ‘De dame met de hermelijn’ is daar een mooi voorbeeld van.

Isaacsons boek voegt iets toe aan wat we al weten over Leonardo da Vinci. De auteur zoekt de mens achter het genie, een mens van vlees en bloed die van de natuur hield, nieuwsgierig was, scherp kon observeren en die zichzelf veel dingen leerde. Hij gaf zichzelf opdrachten die hoorden bij zijn studies om de werking en structuur van dingen te begrijpen. Want Leonardo bleef altijd in verwondering kijken naar zijn omgeving, naar mensen en de blauwe hemel en niet alleen vanwege de zon, de maan en de sterren. Hij droeg zichzelf op te onderzoeken waarom de hemel blauw was. ‘Beschrijf de tong van een specht,’ is Isaacsons favoriete onderwerp van Leonardo’s opdrachtenlijstjes.

Er wordt over Leonardo gezegd dat hij maar weinig voltooid heeft en dat mag dan misschien wel zo zijn, maar daar staat veel tegenover. De Vitruviusman inspireert tot filosofische gedachtes over levensvragen, zoals wie we zijn en wat onze positie is in het grote geheel. En denk aan zijn anatomische tekeningen. We moeten niet vergeten dat we het hier hebben over een man die zichzelf constant verder ontwikkelde. Hij was een visionair. In zijn anatomische studies en tekeningen legde hij letterlijk en figuurlijk spieren, zenuwen, botten, organen en bloedvaten bloot. Deze tekeningen waren heel belangrijk voor de afbeeldingen die later in encyclopedieën verschijnen. Een bijzonder grote ontdekking van Leonardo in zijn anatomische onderzoek was de werking van de aortaklep.

Alle onvoltooide projecten van Leonardo laten juist zien dat hij een mens was die volgens Isaacson er meer van genoot om iets te bedenken dan om iets af te moeten maken. Volgens de auteur zet het voltooid verklaren van een werk de ontwikkeling stil.

Walter Isaacson is erin geslaagd een boeiende biografie te schrijven over Leonardo da Vinci. Het boek is mooi geïllustreerd, leest prettig mede dankzij de uitstekende vertaling en bevat een fraai vormgegeven tijdlijn. Lezen, dus. Zeker als je wil weten hoe je de tong van een specht kunt omschrijven.

Leonardo da Vinci overleed op 2 mei 1519. In het boek is een prachtig schilderij opgenomen van de schilder Jean-Auguste-Dominique Ingres: ‘De dood van Leonardo’, waarbij koning Frans I Leonardo vasthoudt. Om kippenvel van te krijgen.

 

Walter Isaacson
Leonardo da Vinci, de biografie. 
Vertaling: Rob de Ridder.
Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum
19,99

 

Bericht geplaatst in: boekrecensie