GODS PLAATSVERVANGER(S) EN AUSCHWITZ

Geplaatst op 7 mei 2006 door Jeannick Vangansbeke
Jeannick Vangansbeke bespreekt hier twee boeken: Giovanni Miccoli, Les dilemmes et les silences de Pie XII en Gabriël Verbeke, Voor God, Kerk en Vaderland: Belgische religieuzen tijdens WO2.

Historici als de Triestse hoogleraar Miccoli kunnen nu al jaren inzage krijgen in de documenten die betrekking hebben op de relaties tussen de Heilige Stoel en Duitsland in de periode 1922-1939. Een cruciale rol daarin was weggelegd voor Eugenio Pacelli, de latere, omstreden paus Pius XII. In 1964 had de Heilige Stoel al inzage gegeven in de archieven over de Tweede Wereldoorlog. Reden daarvoor was de controverse die was ontstaan over de houding van paus Pius XII tegenover de jodenvervolging. In 1963 had Rolf Hochhuth in het toneelstuk Der Stellvertreter het pauselijke stilzwijgen fel gehekeld. Meteen het startsein voor verdedigers en criticasters van Pius XII om elkaar met publicaties om de oren te slaan. Daarop besliste de pas verkozen paus Paulus VI de archieven te openen. Een team van jezuïeten toog aan het werk. In 1981 voltooiden ze hun Actes en Documents du Saint-Siège relatifs á la Seconde Guerre Mondiale (ADSS) . Hun conclusie was dat Pius en het Vaticaan in moeilijke omstandigheden hadden gedaan wat ze moesten doen en dat - als ze hadden gezwegen - ze dat hadden gedaan om groter onheil te voorkomen. Diplomatie heet dat. Toch bleven nieuwe boeken verschijnen die Pius XII en de kerk in een veel kwalijker daglicht plaatsten. Zo haalde de Amerikaanse historicus Daniel Goldhagen in zijn boek Een morele afrekening vernietigend uit. Door de eeuwenlange demonisering van de joden zou de kerk mee verantwoordelijk zijn geweest voor het raciaal anti-semitisme.

Er zijn voor de verdedigers van Pius documenten die suggereren dat Pacelli heeft gepoogd de oorlog te vermijden of te stoppen, maar Miccoli begint meteen in 1939 zijn vuistdikke studie en wel nà het uitbreken van de oorlog. Weliswaar verklaart hij de gevolgde diplomatie vanuit de sterk toenemende bezorgdheid over het wegvallen van het cordon sanitaire rond het communisme. Tegen het fanatieke nazisme van Vichy kan ‘enkel enige individuen redden’ de optie geweest zijn, omdat de paus de politiek van Mussolini -die de joden in Kroatië, Italië zelf en een stuk Frankrijk beschermde- genegen was. Defensieve diplomatie heet zoiets. Miccoli beschrijft en poogt het waarom te vinden, zonder veel te oordelen, zoals het de goede historicus betaamt. Net als de Duce vreesde de paus eigenlijk Duitsland en gaf de oorlog en de militaire zwakte van de democratische landen de schuld van alles wat verkeerd ging, van de oorlog tot de jodenuitroeiing. En in zekere zin was het lot van de joden inderdaad ook meer in handen van Roosevelt dan van Pacelli.

We zijn niet veel verder opgeschoten dan toen de controverse ontstond in 1963. Neem de film Amen van Costa Gavras. Engagement kan als een rode draad doorheen heel het Costa-Gavras' oeuvre gezien worden, het waarom en de ideologie die zijn personages drijft is minder van belang. De film gaat o.a. over de rol van het Vatikaan bij de uitroeiing van joden. Een verwarde SS-wetenschapper en een gewetensvol jezuiet willen Zijne Heiligheid inlichten over wat er gaande is in de vernietigingskampen. De goedgelovigheid van de twee individuen wekt sympathie doch is ook pathetisch: het machtsapparaat van het Vatikaan doet niets om de genocide op andersgelovigen en eenieder die niet voor het karretje van de Kerk te spannen is te stoppen. De vastberadendheid van de twee christenen om het ten top gedreven onrecht en de wreedheid aan de kaak te stellen is desalniettemin bemoedigend. Het Vatikaan is tot hun spijt geen radertje dat de goedgelovige individuen kan weerhouden mee te werken aan de vernietigingsmachine, maar inspireert toch hun eigen verzet. Onbewust een hulde aan de christelijke leer en zelfs aan de Kerk? Ook de kinderen van de Duce werden opgevreten door zijn eigen revolutie, maar maakt dat hem tot een tragisch figuur? Er was misschien een Italiaanse historicus nodig om te herinneren aan de zeer politieke manier van denken van Pius XII.

Ondertussen schreef Gabriël Verbeke een indrukwekkend overzicht van Belgische varianten van de held uit Costa Gavras’ film. In Voor God, Kerk en Vaderland overloopt hij orde voor orde wat de kloosters, maar ook de seculiere priesters in WO II ervaren hebben, samen met een overzicht van de gesneuvelde of vermoorde religieuzen, naam voor naam. Het is bijna monnikenwerk om zoiets te brengen. Dit wordt een onmisbaar naslagwerk voor velen.

De Duitsers arresteerden 450 priesters en 150 monniken, waarvan ongeveer 60, dat is één op tien, het niet overleefden. Opvallend is dat vooral de Waalse clerus het moest ontgelden, met het bisdom Luik als absolute recordhouder.

Deze ware plaatsvervangers van Christus deden de Kerk eer aan door het verbergen van joodse kinderen of werkweigeraars. Sporadisch komen er ook collaboratie gezinde geestelijken in voor, maar de lijst met de instellingen die kinderen verborgen en de talloze vaak in extenso weergegeven bronnen zijn de waardevolste bijdragen in dit schitterende boek.

Giovanni Miccoli, Les dilemmes et les silences de Pie XII, Bruxelles: Complexe, 2005, 473 p.
 
Gabriël Verbeke, Voor God, Kerk en Vaderland: Belgische religieuzen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Erpe: De Krijger, 2005, 288 p.
Bericht geplaatst in: boekrecensie