BELGIë BEZET 14-18

Geplaatst op 22 juni 2006 door Jeannick Vangansbeke

Wilhelm II voerde een eigen politiek, waarbij hij via baron von der Lancken met als doel een economische penetratie in Congo en liefst in samenwerking met de ‘andere grootmachten’

Parallel met de politiek van de Wilhemstrasse voerde keizer Wilhelm II een eigen politiek. Hij wilde via een medewerker die hij zag als zijn grijze eminentie, baron von der Lancken, ambassaderaad in Parijs, een politiek van economische penetratie in Congo en liefst in samenwerking met de ‘andere grootmachten’. Hij had trouwens niet enkel in Parijs persoonlijke agenten met wie hij correspondeerde buiten weten van zijn ministers. De Franse koningen hadden nooit anders gedaan.

Lancken had gemeenschappelijke zakenbelangen met André Tardieu, toen inspecteur-generaal van de hele Franse administratie. De agressieve manier van aanpakken, de reinste kanonneerbootdiplomatie, die Duitsland volgde vanaf 1905 en vooral in 1911 was volgens Lancken gevolg van de harde opstelling van de Franse premier Caillaux in de affaire van de Sangha-maatschappij toen hij nog financiën bestuurde. ‘Dat was onzin, buitenlandse zaken had al maanden eerder tot actie rond Marokko beslist, maar Lancken was boos op me omwille van zijn persoonlijke betrokkenheid bij de concurrenten van Sangha en alle Congolese spoorplannen’ scheef Caillaux in zijn memoires. Achteraf ontkende Wilhelm zijn verantwoordelijkheid en hij verwees naar zijn afkeer voor de risicovolle politiek inzake de Marokko-crises.

In 1914 verhuisde Lancken naar Brussel, maar hij bleef in contact met de keizer. Gedurende de vredespeilingen van de Oostenrijkse keizer benaderde de hooggeplaatste Duitse bezettingsambtenaar Oscar von der Lancken als hoofd Politische Abteilung in Brussel via de financier Evence Coppée III premier de Broqueville en via gravin de Mérode, Aristide Briand. De Broqueville was ook op de hoogte van economische collaboratie door Coppée en de steenkoolmagnaten en wilde wel kardinaal Mercier maar niet zijn collega’s inlichten over aan de gang zijnde vredesinitiatieven, o.a. omwille van de verregaande implicatie van het Belgische koningshuis in diverse bemiddelingspogingen en de perslekken na elke kabinetsvergadering. Zo verspeelde hij het vertrouwen van zijn collega’s en moest ontslag nemen blijkt uit de rapporten van von der Lancken, zoals nu met de nodige tekst en uitleg uitgegeven door Michel Amara, (voor deze casus, p. 31).

Maar ook over kardinaal Mercier, het dagelijkse reilen en zeilen, de pers en censuur vernemen we veel in deze bronnenuitgave. De petite histoire ontbreekt ook niet. Na tevergeefse protesten bij de regering in Le Havre over het interneren van Duitse burgers in Afrika, die daarna naar een Frans kamp waren overgebracht, besloot von der Lancken als Duitse bestuurder van bezet België in juni 1917 op bevel van de Rijksregering een aantal koloniale prominenten in België te arresteren. De twintig arrestaties hadden niet het gewenste resultaat, Duitsland dreigde met meer arrestaties, waarop de Belgische regering druk uitoefende op de Franse. Tegen kerstdag 1917 waren alvast deze Duitsers uit Afrika terug in Duitsland (Amara, 320).

Sommigen zullen familieleden terugvinden in de nauwgezette notities van Lancken, maar élke lezer met interesse voor deze tijd kan dit boek niet terzijde leggen eenmaal hij de lectuur ervan is begonnen.
 
Titel: Gouverner en Belgique occupée: Oscar von der Lancken-Wakenitz rapports d’activité 1915-1918
Auteur: Amara M. ed.
Uitgeverij: Peter Lang, Brussel 2004
Bericht geplaatst in: boekrecensie