TOMMY’S IN DE WESTHOEK

Geplaatst op 1 december 2006 door Jeannick Vangansbeke

Waarom werden Britse soldaten Tommy’s genoemd, m.a.w. wie was de eerste, de echte Tommy? Lyn Macdonald beschrijft de Eerste Wereldoorlog.

mcdonald.jpgWaarom werden Britse soldaten Tommy’s genoemd, m.a.w. wie was de eerste, de echte Tommy? In 1914 Dagen van hoop beschrijft Lyn Macdonald hoe de Eerste Wereldoorlog begon na de moord op de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Franz Ferdinand, en het Britse beroepsleger zich bij Hollebeke, Mesen, Zandvoort, Ieper en andere slagvelden in de westhoek een plaats in de geschiedenis bevocht door de Duitse opmars naar het Kanaal te stoppen. In de daarop volgende maanden ontwikkelde zich een loopgravenoorlog waarvan de stellingen in de volgende vier jaren slechts marginaal verschoven. Miljoenen soldaten lieten het leven in de strijd.

Lyn Mcdonald geeft het woord heel vaak aan ooggetuigen, in het geval van Ieper is dat o.a. Camille Delaere, pastoor van sint Jacobs, die zijn kerk in stal ziet veranderen en de plunderingen door de Duitsers op 7 oktober beschrijft. De auteur heeft ook geen enkele moeite om de grote rol van de Fransen, o.a. hun artillerie in de slag om Mesen, toe te geven en is zeker geen hoera-patriot. Dat is nogal verdienstelijk en bijzonder onder Engelstalige auteurs rond dit onderwerp. Ze vertelt boeiend en niet enkel over militaire zaken, maar heeft ook oog voor zeer sociale aspecten, bijvoorbeeld over de London Scottish vanaf hun society-leven in de Britse metropool, over hun triomftocht via Parijs tot hun bloedige inzet in een vergeefse poging Wijtschate te verdedigen.
Voor de auteur is 1914 “niet het verhaal van een oorlog, maar van een leger”. Aan de hand van ooggetuigenverslagen van talloze soldaten laat Macdonald zien hoe de hoop en het optimisme van de eerste dagen en weken algauw omsloegen in het besef dat de strijd lang en uitputtend zou worden. Aan het einde van 1914 werd duidelijk dat de oude, imperiale manier van oorlogsvoeren definitief had plaatsgemaakt voor een nieuwe, industriële oorlogswijze, waarbij voor het eerst op grote schaal gebruik werd gemaakt van wapens als mosterdgas, tanks, vlammenwerpers en vliegtuigen. De publieke opinie zou er jaren en zelfs decennia over doen om hetzelfde inzicht te verwerven dat de soldaten in enkele weken kregen.

1915 was het jaar van zware verliezen bij gasaanvallen in Ieper, Loos, Neuve Chapelle en de strijd in het verre Gallipoli, waar Churchill poogde de situatie aan het westelijke front die uitzichtloos was, opnieuw in beweging te krijgen. Uiteindelijk zal inderdaad in 1918 het zuidelijke front van Duitslands bondgenoten Turkije, Bulgarije en Oostenrijk-Hongarije instorten, maar de beslissende overwinning werd toch behaald op die plaatsen waar het in 1914 leek alsof er nooit een einde zou komen aan de gevechten. Dat lijkt de voorlopige conclusie van Lyn Macdonald te zijn in het boek waarin zij die wanhopige Duitse voorjaarsoffensieven van 1918 verhaalt. Benieuwd hoe deze uitmuntende historica, die toch vooral de ‘klassieke’ slagvelden van WO I in Vlaanderen en Noord-Frankrijk kent, de laatste fase van de oorlog en de ingewikkelde politieke manoeuvres daarvan zal beschrijven!

Lyn Macdonald, 1914 Dagen van hoop, Antwerpen: Manteau, 2005, 468 p. € 24,95

Idem, 1915 Het verlies van de onschuld, Antwerpen: Manteau, 2006, 643 p. € 34,95

Idem, Voorjaar 1918 Tot de laatste man, Antwerpen: Manteau, 2006, 463 p. € 27,95

Bericht geplaatst in: boekrecensie