GOD SAVE THE QUEEN
Geplaatst op
20 maart 2012
door
Edith van Gameren
"God Save the Queen, the fascist regime". Zo begint een van de songs van punkband the Sex Pistols. Het Centraal Museum ontleent de titel van zijn tentoonstelling over punk eraan.
Foto: Nikki en Ilva van punkband The Nixe (fotoBuffel)
Toen ik als pril brugklassertje in 1979 de middelbare school betrad, droegen de laatste hippies net de laatste Perzische tapijtjes naar buiten. De lange haren en bloemige jurken hadden het in ons dorp nog relatief lang uitgehouden. Maar de positivistische peace, love & vegetables, de potjes thee en de Afghaanse jassen legden het binnen één schooljaar af tegen een onderstroom in de jongerencultuur die veel harder, veel bozer, veel lelijker en shockerender was. Punk. Het fascineerde me mateloos, al was ik net te braaf om helemaal los te gaan met de veiligheidsspelden.
Toen ik als pril brugklassertje in 1979 de middelbare school betrad, droegen de laatste hippies net de laatste Perzische tapijtjes naar buiten. De lange haren en bloemige jurken hadden het in ons dorp nog relatief lang uitgehouden. Maar de positivistische peace, love & vegetables, de potjes thee en de Afghaanse jassen legden het binnen één schooljaar af tegen een onderstroom in de jongerencultuur die veel harder, veel bozer, veel lelijker en shockerender was. Punk. Het fascineerde me mateloos, al was ik net te braaf om helemaal los te gaan met de veiligheidsspelden.
De expositie in het Centraal Museum in Utrecht is voor (mijn) generatie Nix (of X) een trip down memory lane. Het is curator Marja Bosma gelukt om de geest van de jaren ’77 – ’84 te vangen. Je voelt hem al meteen wanneer je de lange gang doorloopt die naar de tentoonstelling leidt. Punk kenmerkte zich door een doe-het-zelfmentaliteit: druk je eigen krantje, kraak zelf een huis of een atelier, ga zelf muziek maken, laat je tags op straat achter. In de gang zijn prikborden opgehangen met stiften erbij en tape: zet hier je eigen stempel op deze expositie. Grappig om te zien – en helemaal in de geest van punk – is dat bezoekers ook met stiften aan de gang zijn gegaan buiten de kaders die de tentoonstellingsmakers hebben bedacht: ook het bijschrift is onder handen genomen. Niks barre tijden: "mooie tijden’ – "GVD". Schrijf je eigen geschiedenis. (zie foto hiernaast van Karina Meerman).
Want was het bar, of was het juist mooi? Generatie Nix groeide op met de desastreuze economische gevolgen van de eerste en tweede oliecrisis. Jeugdwerkloosheid. Woningnood. De dreiging van een kernoorlog. Kortom: Geen werk. Geen geld. Geen huis. Geen toekomst. Tegelijkertijd was er een energie, een creativiteit, een voor pubers verrukkelijk schijt-aan-alles-gevoel, een soort vrolijk fatalisme. Het waren bipolaire tijden – kennelijk - en dat zie je terug in deze tentoonstelling die een goed cultuurhistorisch beeld geeft. Doemdenken versus explosieve creativiteit.
De tentoonstelling heeft als titel "God Save the Queen – Kunst, Kraak, Punk 1977 - 1984". Daarmee zijn meteen de thematische en chronologische hekjes neergezet. We zien geen Dodewaard, geen massale demonstraties tegen kernwapens, geen (acties tegen de ) Centrumpartij, geen RaRa. Door de focus op Kunst en Kraak ligt ook de nadruk op Amsterdam, waar de woningnood het grootst was en de kraakbeweging het meest aanwezig. Het krakersoproer rond de kroning van Beatrix in 1980 - "Geen woning, geen kroning", Amsterdam in staat van oorlog – deelde het land in tweeën. De ene groep zat aan de buis gekluisterd om Beatrix mooi de eed te zien afleggen en sprak er schande van. De andere groep keek ademloos naar iedere gegooide stoeptegel en riep om revolutie. Uiteraard ontbreken de krakersrellen niet op de tentoonstelling.
Rode draad is Do it yourself. De zelfmaak- en zelfkraakcultuur, de initiatieven, de collectieven. In Gallerie Anus lagen in 1977 35 verschillende zelfmaakblaadjes ter verkoop, punk fanzines zoals Toilet en Watch Out, en natuurlijk de Koecrandt/Koekrand/Koecrant/Koekrant. Schijt aan alles, en zeker aan wet- en regelmatigheden en gelikte vormgeving. De gestencilde blaadjes hebben twee dingen gemeen: ze zijn zo lelijk, dat het weer mooi wordt en hebben anarchistische redactieformules. In de exemplaren die in de vitrines van het Centraal museum liggen kun je je als bezoeker uren verliezen.
Onder het kopje "Kunst" laat de tentoonstelling werk zien van onder meer Bart Domburg, Sandra Derks en Rob Scholte, Maarten Ploeg en Peter Klashorst. De schilderkunst was dood verklaard in de jaren zestig. Maar groepen als "Mulheimer Freiheit" en hun Nederlandse pendant "de Nieuwe Wilden" brachten haar met explosieve kracht weer tot leven. Hun kunst is niet los te zien van de kraakcultuur: atelierruimte was alleen betaalbaar als het onbetaald was. Ook hun materiaalkeuze verraadt geldgebrek: gebloemde lapjes van de markt als doek, Hema Latex als verf.
Een andere invloed komt uit de Amerikaanse graffitiscene, met werk van Rammelzee, Keith Haring en Jean Michel Basquiat. Opnieuw een sentimental journey: de catalogus van de graffititentoonstelling In Boijmans in 1983 heb ik jaren als een bijbel gekoesterd. In Nederland was Hugo Kaagman degene die graffiti van vandalisme naar kunst transformeerde. Samen met punkdichteres Diana Ozon en graffitikunstenaar Dr. Rat (Ivar Vics) richtte hij de Koekrant op. Kaagman is nog steeds een succesvolle kunstenaar, Ozon dicht en schrijft nog altijd, maar Dr. Rat is dood: gesloopt door een destructieve levensstijl en uiteindelijk een overdosis op zijn 21e. Ook dat past in het plaatje van de jaren ‘70/’80.
In de tentoonstelling is ook een plaats ingeruimd voor de Do It Yourself media. Zo is de studio van de legendarische piratenzender Radio Rabotnik TV tot leven gewekt. Om een idee te krijgen: kijk hoe lijsttrekker Mike von Bibikov van De Reagering zijn boodschap op geheel eigen wijze de ether in toetert. En opnieuw in de geest van punk, kan de bezoeker zijn eigen boodschap opnemen. Ik realiseer me dat de sensatie daarvan met de komst van internet eigenlijk is verdwenen. De democratisering die de punk in gang zette, lijkt nu haast volledig te zijn. We hoeven niet meer in te breken in de ether. Via YouTube, Twitter, Facebook en weblogs kunnen we alles wat we kwijt willen de wereld in slingeren. Toch blijft het leuk om op muren en glazen te schrijven, merk ik ook bij het ‘analoog Facebook’: prikbord, briefjes, punaises.
Punk haatte Romantiek. Niet de romantiek van kaarsjes en gedichten –nou ja die natuurlijk ook. Vooral de Romantiek met de grote R - van het verlangen naar het volmaakte, het dromerige, gevoelige - was een no go voor de punk. Toch overvalt me in deze tentoonstelling het bijna Romantische gevoel dat de wereld toen mooier was. Dat wij echte idealen hadden. Jongeren in Dordrecht haalden deze maand ruim duizend handtekeningen op om de vestiging van een Kentucky Fried Chicken af te dwingen. Nee, toen wij jong waren, toen gíng het tenminste ergens over. En crisis, nu? Wíj hadden pas een crisis. Als je maar lang genoeg wacht, wordt alles sentimenteel.
Links
Mooi is de stop-motion ‘trailer’ van de tentoonstelling, gemaakt door VANABBETOTVESSUM. .
Voor wie wat meer tijd heeft: de sfeer van deze jaren wordt prachtig opgeroepen in de prachtige radiodocumentaire ‘Dr. Rat is dead’, over de mythische graffitikunstenaar (sommigen zullen zeggen: vandaal) Dr. Rat (ook wel Dr. Art) van Andrea Bosma.