DE GROTE BACH ATLAS

Geplaatst op 26 oktober 2020 door Redactie
De Grote Bach Atlas
Portret van Bach in 1748 door de Duitse schilder Elias Gottlieb Haussmann (1695-1774) (tweede versie). Bron: Wikipedia

Auteur Govert Jan Bach neemt de lezer mee op reis naar plaatsen die voor de muzikale ontwikkeling van componist Johann Sebastian Bach belangrijk zijn geweest.

De Grote Bach Atlas geeft de lezer inzicht in het leven van de componist Johann Sebastian Bach. De auteur, Govert Jan Bach, neemt je mee op reis naar de steden waar Bach is geweest en die voor hem in zijn ontwikkeling belangrijk zijn geweest. Het boek leest vlot weg en geeft per hoofdstuk een tijdvak aan met de stad die erbij hoort en met luistertips. Je volgt Bach, als hij van stad naar stad trekt, vanwege omstandigheden, ambities of leergierigheid. In de hoofdstukken worden persoonlijke verhalen beschreven. De illustraties, documenten, muziekbladen, landkaarten en tekeningen en schilderijen die met Bach en zijn omgeving te maken hebben, maken het boek tot een atlas. Bach was een reiziger die voornamelijk te voet door heel Duitsland trok en in het boek wordt Bach ‘gevolgd’ vanaf zijn wieg tot aan zijn sterfbed.

Johann Sebastian Bach wordt op 21 maart 1685 geboren in Eisenach. Hij groeide op in een muzikale omgeving. Zijn oom, bijvoorbeeld, componeerde muziek. Bach trekt in 1695 in bij zijn broer Johann Christoph, na het overlijden van zijn ouders, in Ohrdruf. Zijn broer was voor hem een belangrijke muziekleraar voor wat betreft de orgel en het klavecimbel. Uniek is, dat Bach als eerste van de familie zijn geboortestreek verlaat om zijn vleugels uit te slaan. Hij trekt naar Lüneburg waar hij muziek van onder andere Schütz en Buxtehude bestudeerde. In het jaar 1703 keurt hij de orgel van de Neue Kirche in Arnstadt waarop hij een proefconcert geeft. Het levert hem daar een baan op als vaste organist. Hij kan zich nu verder ontwikkelen als componist.

Hij wil fuga’s leren componeren. Hij wil het meesterschap bereiken bij Buxtehude. Maar hij heeft wel een contract in Arnstadt, waarin staat dat hij moet dirigeren voor het koor en orkest. Bach vindt echter de kwaliteit ervan niet denderend. Hij stoort zich nogal aan de fagotspeler Johann Heinrich Geyersbach. In 1705 barst de bom. Bach zegt tegen hem dat de fagot bij hem klinkt als een geit en noemt hem een ‘Zipfelfagottist.’ Dat kun je gerust vertalen met een term als ‘een lul van een fagotspeler.’ Tussen hen vindt er later ook nog een gevecht plaats, waardoor ze allebei voor de kerkenraad moeten komen. Over het verloop van het gevecht is ook tegenwoordig nog een hele discussie. Maarten ‘t Hart geeft er in zijn boek ‘Johann Sebastian Bach’ (2000) aandacht aan op een vermakelijke maar ook analytische manier.

Bach voelt echter dat hij meer moet leren en loopt 450 kilometer naar Lübeck om Buxtehude te bezoeken. Over deze voettocht is nog niet zo lang geleden een documentaire serie geweest op de televisie. Buxtehude leert Bach onder andere de vrije improvisatie op het orgel en de techniek van het pedaalwerk van het orgel.

Bach trouwt met Maria Barbara Bach. Het moet een liefdevol huwelijk zijn geweest. Hij schrijft in Weimar orgelwerken, zoals het ‘Orgelbüchlein’en cantates en hij wordt er organist. De oude hertog geeft hem de titel van Konzertmeister. Hij moet dan als eerste violist leiding geven aan het orkest. Ook moet hij dan elke maand een cantate schrijven. Werk genoeg, dus. Maar niet alles is zonneschijn. Bach heeft zelfs in de gevangenis gezeten. Terwijl hij nog voor de oude hertog werkt, krijgt hij van prins Leopold van Anhalt-Köthen een aanbod en hij gaat in Dresden een klavierduel aan met een andere componist. Bach keert heel zelfverzekerd terug in Weimar en wil ontslag nemen. Maar dat feest gaat niet door, want de oude hertog neemt dit niet en laat Bach in de gevangenis zetten waar hij vier weken moet uitzitten. Bach krijgt alsnog ontslag, maar dan oneervol. Het gezin verhuist naar het hof in Köthen, waar de componist Kapellmeister wordt. Maar het ergste komt nog: zijn vrouw overlijdt. In die verdrietige rouwperiode schrijft Johann Sebastian Bach zijn chaconne voor viool: de Partita nr. 2 in D mineur. Hierin zijn verschillende rouwkoralen verwerkt.

Toch vindt Bach na verloop van tijd weer de liefde. Hij hertrouwt met Anna Magdalena Wilcke. Zij zingt en reist soms met Bach mee om concerten te geven. Bach draagt aan haar het ‘Notenbüchlein’ op. Daarin staat een verzameling korte muziekstukjes, waaraan ook familie en vrienden hebben meegewerkt. Daarnaast schrijft hij de Brandenburgische Konzerte. Van deze concerten zijn no. 4 in G major, no. 5 in D major en no. 6 in B flat major het meest bekend geworden. In deze concerten klinkt ook de ritmiek door die zo kenmerkend is voor Bach. Bach zag de watermolen van stamvader Veith als een inspiratiebron, door het herhalende geluid van de schoepen, geleid door de kracht van het stromende water. In het boek van Govert Jan Bach staat een mooi schilderij van de genoemde watermolen bij Friedrichrode in Thüringen, gemaakt door Elias Stark (1886).

‘De Grote Bach Atlas’ is een bijzonder en boeiend boek geworden. En je hoeft geen musicoloog te zijn om het verhaal te kunnen volgen.


De Grote Bach Atlas
Govert Jan Bach
Uitgeverij Rubinstein bv
27,99 Euro
ISBN 9789047627333

Tijl Beckand ademt Bach in. Fragment uit de AVRO TROS serie.

 

Bericht geplaatst in: boekrecensie