DE GESCHIEDENIS VAN STUCWERK
Stucwerk: stokoud en supermodern.
De geschiedenis van stucwerk
Stucwerk is een van de meest gebruikte bouwtechnieken over de hele wereld. De rijke geschiedenis gaat terug tot in de oudheid en vertelt een boeiend verhaal. Van kunst tot architectuur, van het oude Rome tot het moderne Nederland, stucwerk maakt al meer dan 9000 jaar deel uit van de geschiedenis. Dit artikel gaat over de transformatie van de oude naar de moderne variant van stucwerk, wat door stukadoren aangebracht kan worden in of op je woning.
Tijdens de late Republiek en het vroege keizerrijk van Rome gebruikten bouwers stucwerk voor het decoreren van gewelven, particuliere en openbare gebouwen, graven en baden. De Romeinen ontdekten dat het toevoegen van reactief silica en aluminiumoxide zoals vulkanische aarde stucwerk sneller kon laten stollen. Hierna werd dit de standaardformule voor stucwerk. De beroemde baden in de Villa van Hadrianus werden bijvoorbeeld gemaakt van stucwerk in het jaar 120. De Romeinen maakten stucwerk van een witte kalkpleister, waardoor het lichtgewicht en gemakkelijk te bewerken was. Omdat het licht en aanpasbaar was, was stucwerk geschikt materiaal om plafonds met een kromming te bewerken.
In de Mesopotamische en Perzische kunst was er een populaire traditie van het gebruik van stucwerk in figuratieve en decoratieve reliëfs. Deze trend is ook terug te vinden in de islamitische kunst. Met name de stad Abbasid Samarra in Irak heeft veel stucwerkgebouwen zoals de Grote Moskee van Samarra. In Griekenland gebruikte een aannemer van stucwerkbeplating het al in 1400 voor Christus op binnen- en buitenmuren. In India en China werden stucwerkachtige pleisters over ruwe stenen of bakstenen muren verspreid om oppervlakken glad te strijken. In Egyptische graven bekleedden Egyptenaren muren met stucwerk en schilderden ze vervolgens. Tijdens de middeleeuwen voegden Europeanen mout, bier, haar, melk en eieren toe aan stucpleister om het zettingsproces te ondersteunen. Elke natie en elk tijdperk in de geschiedenis had zijn eigen draai aan stucwerk, maar het centrale concept bleef hetzelfde.
Deze oude toepassingen van stucwerk hadden een andere samenstelling dan het stucwerk dat we tegenwoordig gebruiken, bijvoorbeeld voor plafonds stucen. Modern stucwerk omvat portlandcement, aggregaten en water. Portlandcement is een grijs poeder dat reageert met water om aggregaten aan elkaar te binden. IJzer, leisteen, klei en kalksteen worden samen gemalen en de kracht wordt gebakken in een oven. Het gedroogde product is Portlandcement. Joseph Aspdin, een Britse steenhouwer, vond dit in 1824 uit. Hij noemde het product Portland Cement omdat het eruitzag als een steen die werd gevonden op het eiland Portland voor de Britse kust.
Modern stucwerk was de industriestandaard tot de uitvinding van buitenisolatiesystemen of EIFS. EIFS is in wezen een bekledingssysteem voor stucwerk. EIFS, ontwikkeld in Europa na de Tweede Wereldoorlog, werd aanvankelijk gebruikt bij het achteraf aanbrengen van gemetselde muren. Bouwers begonnen EIFS in de jaren zestig te gebruiken, maar het sloeg pas echt aan in het midden van de jaren zeventig. Tegenwoordig is EIFS het meest geteste en goed onderzochte systeem in de bouwsector geworden.