NAALDWIJK HAVEN VOOR ROMEINEN

Geplaatst op 14 mei 2006

Ton Derks had een bronzen plaat met twee halve, Latijnse regels. Het was de basis om uiteindelijk tot de voorzichtige conclusie te komen dat bij het huidige Naaldwijk in het jaar 47 na Christus een haven moet hebben bestaan voor de Romeinse vloot.

Bij opgravingen in Naaldwijk is in 2004 een fragment van een grote bronzen plaat uit de Romeinse tijd ontdekt, met daarop een Latijnse inscriptie. Ton Derks, archeoloog aan de Vrije Universiteit,  analyseerde de vondst en komt tot nieuwe speculaties over de aanleg van een Romeinse vlootbasis in het Westland in het jaar 47 na Christus.
 
Door het eeuwenlange verblijf in de bodem was het oude oppervlak van de plaat geheel overdekt geraakt met een dikke laag roest. Het fragment, dat nog ca 24 x 23 cm meet, moet deel hebben uitgemaakt van een veel grotere plaat, waarvan de rest helaas de tand des tijds niet heeft doorstaan. Op het bewaarde deel is nu het begin van de twee laatste regels van een Latijnse tekst te lezen. Daaruit valt op te maken dat de plaat met inscriptie en het monument waarop deze oorspronkelijk was aangebracht, het werk was van de Rijnvloot van het Romeinse leger.

De door een dikke laag roest aangetaste plaat die in 2004 werd opgegraven, blijkt twee jaar later alsnog van grote waarde. Ton Derks van de Vrije Universiteit in Amsterdam deed niet mee aan het veldwerk. Hij is specialist in epigrafie. Oftewel: hij heeft zich beziggehouden met de vertaling van de inscriptie - 'XVCOSIII CLASSISAV' - die zichtbaar werd na een grote schoonmaakbeurt van de plaat en deel moet hebben uitgemaakt van een sokkel.

Het woord classis, legt de archeoloog uit, betekent vloot. De aanduiding av moet een verwijzing zijn naar Augusta Germanica, de Romeinse provincie Neder-Germania waar deze vloot was gelegerd. „Dat zal dus de Germaanse vloot zijn geweest.''

Vervolgens richtte hij zich op de regel erboven. „Van XV kun je geen fatsoenlijk Latijns woord maken. Maar cos is afgeleid van consul.''

De drie Romeinse eentjes vertelden hem dat de betrokkene minstens driemaal consul moet zijn geweest. „Vaak was de keizer een van de twee consuls van het wereldrijk,'' weet Derks.

Het getal XV, vijftien, moest zijn inziens een andere functie aanduiden. „Die van imperator, zeg maar veldheer. De enige keizer die zo vaak tot Romeins veldheer werd benoemd en minstens driemaal tot consul is Claudius. En alleen in het jaar 47 was hij vijftien keer imperator en viermaal consul.''

Er moest dus een beeld van keizer Claudius hebben gestaan. Daarna boog Derks zich over de vraag, waar de vloot die de rivieren in dit deel van het Romeinse Rijk beschermde, zo'n monument zou neerzetten. De meest logische plek is volgens hem het knooppunt van het nu verdwenen, maar door de Romeinse generaal Corbulo gegraven kanaal dat de Oude Rijn met de Maasmonding verbond. Dat was in de buurt van het huidige Naaldwijk.

„Voor een haven is dat strategisch goed gekozen. Het hoofdkwartier lag in Keulen. Als er piraten zouden verschijnen, zouden ze nooit op tijd hier kunnen zijn. Op deze manier konden ze op de binnenwateren en langs de kust patrouilleren. Het was maar een uitvalsbasis voor de Romeinen, maar ik denk dat zeker meer dan een handvol schepen er hun thuishaven hebben gehad.
De definitieve basis is nog niet gelokaliseerd. Maar deze vondst is wel een heldere aanwijzing dat er vanaf die tijd een Romeinse vloot in de buurt van Naaldwijk moet hebben gelegen.''


Bron: Algemeen Dagblad

Bericht geplaatst in: nieuwtje