VREEMD VOLK.

Geplaatst op 7 december 2007 door Reinard Maarleveld

Er zijn drie redenen om een nieuw boek van Fik Meijer over de Oudheid te lezen.

 In de eerste plaats is hij een buitengewoon goed verteller. Voor wie ook maar iets van de Oudheid zou willen weten, zijn zijn boeken een absolute must. Meijer heeft de gave om een verhaal buitengewoon spannend voor het voetlicht te brengen. In voorgaande boeken, zoals bij voorbeeld het documentaire "Keizers sterven niet in bed", vertelt hij precies die verhalen die het de moeite waard maken om je te verdiepen in de geschiedenis van de Oudheid. Het nadeel van dat boek vond ik dat het eerder een goed naslagwerk was, met uitstekende verwijzingen, dan een verhaal over het Romeinse principaat dat zich makkelijk in één adem laat lezen.

Ook in de voorgaande studies van Meijer toonde hij zijn diepgaande kennis over de Oudheid. De studies over de Gladiatoren en over de groei van de macht van het Romeinse Rijk tonen eveneens aan dat de werkwijze ook steeds thematisch is en derhalve grote onderwerpen breed uitgelegd en uitgemeten worden. Toch weet Meijer zijn stijl niet verheven te houden en bovendien staat hij in een stevige historiografische traditie. De narratologie vindt nog altijd gretig aftrek binnen de beroepsgroep maar eigenlijk vooral ook daarbuiten. De geïnteresseerde leek wil graag op duidelijke wijze op de hoogte worden gebracht van een belangrijk tijdvak uit de geschiedenis door middel van sprankelend verhaal, waar dan belangrijke begrippen mee uitgelegd kunnen worden. Het laatste boek van Meijer, Vreemd Volk, is daar wat mij betreft het beste voorbeeld van.

Deze studie behandelt voor zowel de Griekse als de Romeinse wereld de problematiek van de integratie en discriminatie. Al zijn dit op het eerste gezicht erg (post-)moderne onderwerpen, toch maakt Meijer duidelijk dat ze, zij het in een andere context, voor de maatschappijen van de Oudheid een belangrijke rol speelden. In de inleiding waarschuwt hij al voor de "vluchtige paralellen" die al te gemakkelijk getrokken kunnen worden en voor de antieke bronnen over deze problematiek, die niet al te eenvoudig te vinden zijn. Gekozen wordt ook nog eens voor de brede interpretatie van het begrip vreemdeling zodat alle mensen aan bod komen die "door hun herkomst, afwijkende gewoonten of religieuze gedragingen nieuwsgierigheid of kritiek opriepen".

Door de uitwerking blijkt dat wat ogenschijnlijk misschien totaal verschillende onderwerpen zijn, Grieken en Romeinen vergelijken gaat soms even goed als appels met peren, dat er toch goed een grote rode lijn te trekken valt door de geschiedenis van de culturen die de bakermat van West-Europa genoemd mogen worden. In beide gevallen werden de buitenstaanders verwelkomd als het economisch gezien voordelig was om ze te laten participeren. Voor de Grieken die toch eerder in een polis leefden dan in een natiestaat, was al veel buitenlands. Aan de ene kant was men daar huiverig voor, omdat men niet wist wat het was. Aan de andere kant was men daar ook geweldig nieuwsgierig naar en dat moet de grootste drijfveer geweest zijn voor Alexander de Grote om er op uit te trekken.
Ook de Romeinse samenleving die zo ongeveer gesticht is door vreemdelingen, de eerste koningen waren voornamelijk Etrusken, oftewel een vreemde mogendheid, leefde alle dagen met het nut en het voordeel van de vreemdelingen in de omgeving. Niet alleen vanwege de belastingopbrengsten, maar ook vanwege de unificatie van het Rijk was de romanisering een succes omdat het eeuwen een goed gebruikt systeem behelsde.
In de laatste grote sectie bespreekt Meijer de emancipatie van het christelijk geloof dat aanvankelijk als een vreemde eend in de bijt werd beschouwd. Na twee eeuwen wordt het staatsgodsdienst en is het perspectief volledig de andere kant op gekeerd. Op heldere wijze wordt besproken op welke manieren de joden in Rome bejegend werden en welke positie de martelaren innamen.


Meijer heeft met zijn studie volgens mij duidelijk aan willen tonen dat de problemen van integratie en discriminatie niet alleen van deze tijd zijn. Ook in de dominante culturen waren ze aanwezig. De wijze les ligt misschien wel in de rode draad van dit geheel: dat de klassieke Oudheid aangeleerd heeft om tolerant met andere volkeren om te gaan, omdat je er je voordeel mee kan doen.
Daarmee is het mogelijke probleem van de grote stappen die Meijer neemt ondervangen. Dit boek past prima binnen de bestudering van de longue durée, zoals Braudel en Tilly het graag gezien zouden hebben.

Fik Meijer, Vreemd volk. Integratie en discriminatie in de Griekse en Romeinse wereld.
Uitgeverij Atheneum Polak & van Gennep
€ 19.95

Bericht geplaatst in: boekrecensie