IN EUROPA

Geplaatst op 7 maart 2008 door Jos Martens
Het meest omvattende, meest toegankelijke en eerlijkste boek over de recente geschiedenis

'Begin 1999 verliet ik Amsterdam voor een reis door Europa die een vol jaar zou duren. Het was een soort laatste inspectie: hoe lag het continent erbij, aan het eind van de twintigste eeuw? Maar het was ook een historische reis: ik volgde letterlijk de sporen van de geschiedenis, door de eeuwen door het continent, beginnend in januari, bij de resten van de Parijse Wereldtentoonstelling en het bruisende Wenen, eindigend in december, bij de ruïnes van Sarajevo. geertmakfolderatlas_gr.jpg

Dat hele jaar reisde ik zo met de eeuw mee, in een krakeling van routes, langs Londen, Volgograd en Madrid, langs de bunkers van Berlijn, de geparfumeerde kleerkasten van Elena Ceausescu in Boekarest en de speelgoedauto's in een verlaten crèche in Tsjernobyl. En ik praatte met de getuigen: met schrijvers en politici, met verzetsmensen en hoge officieren, met een boer in de Pyreneeën en met de kleinzoon van de Duitse keizer, tientallen Europeanen die hun verhaal vertelden.

Dit reisverslag gaat over het verleden, en wat het verleden met ons doet. Het gaat over verscheurdheid en onwetendheid, over historie en angst, over armoede en hoop, over alles wat ons nieuwe Europa scheidt en bindt.'

(In Europa, flaptekst)

Op het ogenblik dat ik dit schrijf (half februari 2008) loopt op Canvas (het tweede net van de VRT, de Vlaamse Openbare Omroep) zowel als op Nederland 2 de 35-delige (!) reeks In Europa, naar het gelijknamige boek van de Nederlandse journalist Geert Mak (1946).
De recensie in de literaire bijlage van mijn dagblad werd geschreven door voormalig Europees Commissaris Karel Van Miert, die zegt dat het boek hem op allerlei manieren heeft verrast. En in die zelfde literaire bijlage vertellen lieden van allerlei pluimage, geïnterviewd naar hun literaire voorkeur, bijna elke week hoe goed zij het boek wel vonden en hoe snel ze het hebben uitgelezen. Toen ik de hele turf kon kopen tegen een gunstprijsje, dankzij een kortingbon in het weekblad Knack, haastte ik mij derhalve nieuwsgierig naar de winkel voor mijn eigen exemplaar van de 18de druk. Ondertussen zijn er al meer dan 350.000 exemplaren verkocht. Het boek verscheen – of zal verschijnen – in het Duits, Hongaars, Italiaans, Spaans, Frans, Engels, Pools, Noors, Japans, Oekraïens en Turks.

Mak heeft al eerder bekroningen gekregen of nipt gemist voor Hoe God verdween uit Jorwerd en De eeuw van mijn vader. En ook met In Europa heeft hij nu al in Leipzig de Boekenprijs ter Bevordering van de Europese Verstandhouding gewonnen (15.000 euro) en wordt hij getipt als kanshebber voor de Gouden Leeuw 2008.

Ik probeerde het boek te lezen, synchroon met de uitzendingen op de Nederlandse televisie die een paar weken voor liggen op de Vlaamse. Maar dat ging me uiteindelijk toch te langzaam. Bovendien lopen boek en televisiereeks niet volkomen parallel. Geert Mak schreef naar eigen zeggen niet met een verfilming in het achterhoofd. Er zijn verschillende jaren overheen gegaan vooraleer de verfilming een feit was. Ten slotte is televisie een zeer visueel medium, wat bepalend is voor de inhoud, waardoor kleine feiten (als een opgegraven tank uit de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld) onevenredig veel aandacht krijgen. Soms is er ook een inhoudelijke aanvulling, bijvoorbeeld de rol die de duizenden Russische soldaten in Frankrijk (waarvan ik nog nooit had gehoord) gespeeld hebben in de Franse soldatenrevolte van 1917 (het jaar van de Russische Revolutie). Maar meer hierover als de uitzendingen op dvd verkrijgbaar zullen zijn.

Na een paar inleidende bladzijden, start Mak zijn reis door ruimte en tijd met het bijna obligatoire bezoek aan de Parijse Wereldtentoonstelling van 1900. Geen slechte keuze. Dit hoofdstuk lijkt me in hoge mate schatplichtig aan de magistrale BBC-televisiereeks Het machtige werelddeel uit 1974 of ’75 van John Terraine, met de onvergetelijke Peter Ustinov als presentator (1). En eerlijk toegegeven: ik ben er indertijd ook het eerste hoofdstuk van een schoolboek mee begonnen (2). Met evenveel recht zou je kunnen poneren dat het opzet van het hele omvangrijke boek evenzeer gebouwd is op de al even magistrale 26-delige BBC-televisiereeks People’s Century uit 1995 (door Canvas terecht herhaald in 2000) (3) of op Eric Hobsbawm, Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw,1914-1991 (3) plus H. W. von der Dunk De verdwijnende hemel. Over de cultuur van Europa in de twintigste eeuw (4), stuk voor stuk een dijk van een prestatie, waar men noodgedwongen niet omheen kan, telkens ook vermeld in de bibliografie (behalve het boek van Terraine). En toch verdient Geert Mak elke syllabe lof die hem zo overvloedig is toegezwaaid.

Even een staaltje van zijn stijl en aanpak. Volg hem als hij de gruwel van de concentratiekampen binnenglijdt:

Schuin over Europa, vanaf Holland, over Friesland en Denemarken tot aan Oostenrijk, ligt een gigantische driehoek van orde en reinheid. Ik rijd nu langs de zuidflank van dit gebied, van het ene Beierse dorpje naar het andere, door een landschap met groene weiden en zachte hellingen, zo nu en dan een kerkje met een ui op de toren. De God die dit bijna hemelse stukje van Europa regeert, houdt van tucht: geen pad dat niet is aangeharkt, geen huis dat niet fris en rechtvaardig overeind staat, geen gras dat niet is gemaaid en gekamd. Ik rijd via Eichstätt en Markt Indersdorf, en sta dan opeens voor de afslag naar Dachau, en daar is Dachau zelf al, ook zo'n keurig stadje. Het ligt een beetje tegen München aangeplakt, zoiets als Schiedam tegen Rotterdam.

Het concentratiekamp blijkt een doodgewoon onderdeel te zijn van het industrieterrein, daar heeft men nooit geheimzinnig over gedaan, het hoorde bij het bedrijfsleven van de stad. Toen het werd aangelegd sprak de Dachauer Zeitung over nieuwe ‘hoop voor de Dachause zakenwereld', een 'economisch keerpunt’ en het 'begin van gelukkige tijden' voor het stadje. Kort daarop bleken de eerste twaalf gevangenen te zijn omgekomen. De krant meldde dat de bewakers 'uit noodweer' gehandeld hadden en dat de slachtoffers 'toch al sadistische neigingen hadden'.

Nu, zo'n zesenzestig jaar later, bericht de lokale pers over de gemeenteraadsvergadering in Waakirchen, een dorp ten zuiden van München. Begin mei worden hier de zogeheten dodenmarsen uit Dachau herdacht, waarbij vlak voor de bevrijding nog groot aantal gevangenen omkwam. Bij die plechtigheid zijn ook een paar voormalige gevangenen uit het kamp uitgenodigd. Het verzoek om hun verblijfskosten te betalen heeft de gemeente van de hand gewezen. 'We hebben al royaal gemeentegrond ter beschikking gesteld voor een gedenkteken,' zegt burgemeester Peter Finger, 'en bovendien moeten we voor deze herdenking ook: extra bloemperken aanplanten.’

Dachau beschouwt de resten van het kamp voornamelijk als een public-relations-probleem. Nergens vind je hier namen van Europese zustersteden, terwijl je daar verder overal in Eu: mee wordt geconfronteerd. Niemand wil bevriend zijn met deze stad. …
 
Nu staan er bij de uitgang van het kamp grote borden die de bezoeker wijzen op de werkelijke geneugten van Dachau: een mooie kerk, een oud kasteel, prettige restaurants.
(p. 328-329)

Zijn unieke speurtocht naar historische plaatsen, getuigenissen en getuigen, naar etterende, toegedekte, verzwegen en gemanipuleerde historische drama's biedt nieuwe invalshoeken en originele perspectieven. Zo toont hij niet alleen het Europa van de pracht en praal, maar ook dat van de meest mensonterende moordpartijen. Het Europa ook van de enorme tegenstellingen - in welvaart, in mentaliteiten, in ontwikkelingen - in het dagelijkse leven van zijn burgers. Kortom: dit werk van Geert Mak lezen is als wandelen door een enorm museum in boekvorm, waarbij hij zijn huidige indrukken steeds weer confronteert met documenten allerhande uit het verleden. Zeer zeker, de auteur weet dat zijn boek niet het ultieme verhaal is, dat er zwakke plekken in zitten en dat, zoals hij zelf schrijft ,”Europa niet in één boek te vatten is”. Maar het is bij mijn weten het meest omvattende, meest toegankelijke en eerlijkste boek dat over de recente geschiedenis van ons continent geschreven is.

De 20ste eeuw. Nooit eerder kondigde een tijdperk zich even stralend aan. In 1900 wees alles erop dat dit de Gouden Eeuw van vrede en vooruitgang zou worden. Wetenschap en techniek zorgden voor een stroom van uitvindingen die het leven van de mensen vergemakkelijkten. De idealen van de Verlichting, meer dan een eeuw vroeger ontloken, leken af te stevenen op hun uiteindelijke realisatie.

Deze eeuw, de schitterendste wat betreft technisch en intellectueel vernuft, is in feite de meest waanzinnige geworden, de meest gewelddadige, niet voor één volk of enkele landen, maar voor de hele mensheid en zekere voor ons hele continent. De akeligste ervaring is, dat de spoken van onverdraagzaam nationalisme die het begin van de eeuw in bloed en rouw dompelden, bij het einde ervan opnieuw zijn opgestaan uit het graf waarin wij hen voorgoed begraven waanden en als herboren ruiters van de Apocalyps rondwaren over de aarde, tot in het hart van ons oude continent zelf. Alsof de mensheid inderdaad onbekwaam is lessen te trekken uit het verleden. Hypernationalisme, godsdienstig fanatisme en ideologische dogmatisme … De auteur maakt ten overvloede duidelijk dat deze destructieve demonen ook in dit nieuwe millennium nog steeds pertinent en veelvuldig aanwezig zijn en dat hun smeulend vuur nog altijd wordt aangeblazen, dag na dag, en niet op een enkele plek, maar overal in Europa.

Precies om ons voor de verschrikkingen van de vorige eeuw te behoeden, ontstond de idee van een democratisch verenigd Europa. Om het met Geert Mak te zeggen: ,,Het Europees project is uniek. Het is geen imperium, het is geen federatie, het is iets totaal eigenzinnigs... het zal nog veel tijd nodig hebben. Bij dit soort integratieprocessen moet men niet denken in jaren, maar in generaties. Maar het is allerminst hopeloos.'' Terecht voegt hij eraan toe: ,,Europa als vredesproces was een eclatant succes. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg. Maar uiteindelijk is het Europees project tot mislukken gedoemd als er daarnaast niet snel een gemeenschappelijke culturele, politieke en bovenal democratische ruimte ontstaat. Want bedenk wel: Europa krijgt maar één keer de kans.'' (Karel van Miert, Standaard der Letteren, donderdag 22 september 2005. )


Didactische suggesties

Laten we de aanbeveling van Karel van Miert overnemen: ‘Tot slot nog een nadrukkelijke suggestie, onder meer voor de leraren geschiedenis: doe studenten dit boek lezen, bespreek het met hen in de lessen. Het zal een ongeëvenaard inzicht geven in de hedendaagse geschiedenis van Europa en hopelijk ook de beste remedie vormen tegen het destructieve fanatisme in onze samenleving.’

Ik wil een werkwijze voorstellen die haar resultaat bij andere boeken en televisiereeksen al bewezen heeft. In Vlaanderen behoort deze periode tot de leerstof van het voorlaatste en laatste jaar van het voortgezet onderwijs (respectievelijk 5de en 6de jaar). Verdeel het boek in de hoofdstukken die je wil behandelen. Werk zoveel mogelijk met kleine groepjes vrijwilligers. Laat boek en televisiereeks samen gebruiken. De groepsleden brengen bijvoorbeeld per hoofdstuk maximum 15 minuten projectie voor de klas en bespreken die.
De werkwijze is beslist eveneens aan te raden voor studenten geschiedenis, of lerarenopleiding met geschiedenis in hun opdracht.

Geert Mak
In Europa. Reizen door de twintigste eeuw
Atlas, Amsterdam, 2004, Editie Knack
18de druk, 2008, 1223 blz.

Wie meer over de auteur wil vernemen, verwijzen wij naar zijn website:
http://www.geertmak.nl/

Over de tvserie (ook voor herhalingen en/of gemiste afleveringen!)
www.ineuropa.nl

 

Noten
1. Terraine, J., Het machtige werelddeel. De geschiedenis van Europa in de 20ste eeuw, Amsterdam - Brussel, Elsevier, 1975, 304 blz. BBC-televisiereeks
Meesterlijk geborsteld panorama.

2. Martens, J. e.a., Fundamenten 6. De twintigste eeuw, Leuven, Wolters, 1994 hfdst 1 & 2

3. Hobsbawm, E., Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw,1914-1991, Utrecht, Het Spectrum, 1995, 723 blz.

4. Von der Dunk, H., De verdwijnende hemel. Over de cultuur van Europa in de twintigste eeuw, Vianen, Areopagus - Amsterdam, Meulenhoff, 2000, 2delen, 496 & 576 blz.

 

Bericht geplaatst in: boekrecensie