BOBBY
Bobby
VS 2006 - DVD
duur: 115 minuten - originele versie - Nederlandse ondertitels.
Regisseur: Emilio Estevez.
Acteurs: Anthony Hopkins, Sharon Stone, Demi Moore, Elijah Wood, Heather Graham, Christian Slater, William H. Macy, Helen Hunt, Martin Sheen, Lindsay Lohan, Heather Graham, Emilio Estevez, Harry Belafonte, Ashton Kutcher.
Tijd en ruimte: VS, 6 juni 1968
Genre: Tijdsbeeld, biografische film.
Persoonlijke waardering: ****
Waardering De Standaard: *
Inleiding
Op 6 juni 1968 werd presidentskandidaat Robert F. Kennedy op 42-jarige leeftijd vermoord in het Ambassador Hotel in Los Angeles De moord sloeg een idealistische generatie knock-out in de touwen. Op de dag dat hij neergeschoten is, won hij de Democratische primary in Californië - wat hem in pole position bracht voor een race tegen Richard Nixon naar het Witte Huis. Bobby was de broer van de in november 1963 in Dallas (Texas) eveneens neergeschoten president John F. Kennedy.
De film speelt zich volledig af in het Ambassador Hotel en volgt afwisselend gedurende die noodlottige dag niet minder dan 22 personages, die op een of andere wijze met de moord verbonden zijn. Een voorstelling van hen allen zou hier veel te ver leiden. Enkele voorbeelden: Anthony Hopkins is een gepensioneerde portier die op de hoogdagen van het hotel nog eens een kijkje komt nemen; Christian Slater is een ploegbaas die door de personeelschef (William H. Macy) ontslagen wordt wegens racisme, maar die zich weet te redden met chantage omdat hij weet van diens verhouding met een telefoniste (Heather Graham). Demi Moore is dan weer een zwaar aan alcohol verslaafde zangeres, Sharon Stone een schoonheidsspecialiste en Lindsay Lohan een meisje dat een nephuwelijk wil aangaan met een jeugdvriend (Elijah Wood) zodat die niet naar Vietnam hoeft. Enzovoort, enzovoort. Het duurt een hele poos voor je door hebt wie wie is. En van sommige mensen kom je dat zelfs nooit te weten. Wie of wat vertolkt de oud geworden Harry Belafonte, de schaakmakker van Hopkins? Pas na de moordaanslag vallen de puzzelstukjes op hun plaats.
Hoofdpersoon is natuurlijk de charismatische presidentskandidaat Bobby Kennedy zelf. Hij is uitsluitend te zien in authentieke actualiteitsbeelden, die telkens ingelast zijn in de film. Bijvoorbeeld: als hij mensen een hand geeft, zie je eerst de beelden uit 1968, dan een hand en arm die de filmspelers begroet, dan weer de echte Bobby. Vreemd voor ons is, dat wij die hele episode in zwart-wit meemaakten: de VS hadden al jaren kleurentelevisie; het zou nog twee jaar duren, tot 1970 voor die bij ons werd ingevoerd.
De film verloopt erg traag, zonder spanningsboog. Behalve dan dat je weet waarop de dag zal uitlopen. Maar eerder dan de personage zelf is de tijdgeest de hoofrolspeler.
Toevallige omstandigheden & persoonlijke betrokkenheid
“Waar was u toen Bobby Kennedy vermoord werd,” vraagt Steven De Foer, de recensent van De Standaard, aan de regisseur. (Zie interview in bijlage.)
Bij mijn allereerste lesopdracht, tijdens mijn allereerste bezoek aan het Kröller-Müller Museum op de Veluwe met mijn studenten A1 Toerisme van Coloma Mechelen, de dag dat ik op de radio van de bus hoorde dat Robert Kennedy vermoord werd (6 juni 1968), kocht ik in de shop van het museum een prachtige, zeer grote reproductie van Jeroen Bosch De tuin der lusten. Daarmee begon mijn levenslange fascinatie voor Bosch eerst goed. Meer dan twintig jaar later pas liet ik het schilderij (duur) inkaderen voor mijn oudste zoon. Die hing het op zijn opeenvolgende studentenkamers, haalde het uit zijn kader om het mee te nemen toen hij in Londen studeerde; het vergezelde hem op al zijn omzwervingen naar Australië, weer naar Londen en nu naar Parijs.
De DVD schaften wij ons aan bij een actie van de krant De Morgen voor de luttele som van 2 euro. Wij bekeken de film op Wapenstilstandsdag, 11 november 2008, dinsdag na het weekend waarin zowel Myriam Makeba als de Antwerpse zanger Wannes van de Velde overleden. (Met Wannes had ik een lang gesprek in Mechelen, in datzelfde jaar 1968, in het kader van diezelfde allereerste lesopdracht, toen ik les moest geven over volkscultuur en Nederlandse dialecten.) Als zoveel persoonlijke herinneringen verbonden zijn aan die dag, hoeveel te meer moet dat niet gelden voor Amerikanen van boven de vijftig?
Tijdsdocument
De recensent van De Standaard is zeer negatief over de film. (Zie de ene eenzame waarderingsster boven.)
“Een sterke film over het succes van Bobby Kennedy en de redenen en gevolgen van zijn dood - een tegenhanger van Oliver Stones hallucinante JFK over die andere vermoorde Kennedy - zou een machtig interessante film kunnen opleveren. Maar Emilio Estevez koos voor een tijdsdocument, waarin fictieve personages en gebeurtenissen de sfeer in het hotel - en in de natie - in de uren voor de moord weergeven.”
En: “Echt spannend wordt het pas op het einde, met de aanslag zelf. Welke randpersonages er mee getroffen werden, waren we vijf minuten na het verlaten van de bioscoop alweer vergeten vanwege oninteressant en irrelevant. Maar het gevoel dat er met Robert Kennedy die dag een enorm politiek talent en een goed mens werd weggemaaid, dat brengt Estevez wel goed over. Alleen maakt dat besef van politiek-historisch belang al dat andere pas echt banaal.”
Zelf bedeelden we de film met vier sterren op vier. Niet de eerste keer dat je als historicus een film totaal anders waardeert dan de kranten! Want eerder dan de personages zelf is de evocatie van de tijdgeest de hoofdrolspeler. En daar is de regisseur o.i. 100% in zijn opzet geslaagd! We bekeken Bobby een tweede keer met enkele vrienden, niet-historici, maar op één na wel vijftigers. Hun oordeel was even positief en eveneens verbonden met jeugdherinneringen. Alles leek toen nog mogelijk. Een betere wereld binnen handbereik! Maar die hoop leek gestorven met moord op John F. Kennedy. Daar bovenop kwam de moord op Martin Luther King (1929 – 4 april 1968) in datzelfde jaar 1968 en de escalatie van de rampzalige oorlog in Vietnam. Niet alleen wist regisseur Emilio Estevez een plejade sterren te strikken voor een schijntje of zelfs gratis, een aantal van hen staken zelfs hun eigen geld in de film!
Veelgelaagde evocatie van een tijdperk
Bij het begin van de film is een latino-keukenhulp (gespeeld door Emilio Estevez) bijzonder ontstemd omdat hij een dubbele shift moet kloppen: hij heeft twee tickets voor een historische baseball-wedstrijd van de Dodgers, waarin een der spelers een record kan breken dat al sinds 1904 bestaat. Later op de avond vermeldt Kennedy dit verbroken record in zijn toespraak, vlak voor hij neergeschoten wordt. Liever dan de tickets te verkopen, schenkt de keukenhulp ze aan een collega, een zwarte kok. Die tekent daarop als dank op de muur een koningskroon en daaronder de woorden The Once and Future King. Dit verwijst naar het boek van Terence H. White (1907 - 1977) dat toentertijd zeer veel succes had, bij ons vertaald is als Arthur. Koning voor eens en voor altijd (Utrecht, Het Spectrum, 1967), basis zou worden van de kostelijke Disney-tekenfilm The Sword in the Stone (Merlijn de Tovenaar) en tot inspiratie zou dienen voor de (later verfilmde) musical Camelot. Als Kennedy wordt neergeschoten, spat zijn bloed tot op deze woorden. En het is de keukenhulp die zijn witte jas onder Bobby’s hoofd legt, hem vasthoudt en hem zijn eigen rozenkrans in de hand duwt.
Twee jonge leden van Bobby’s promotieteam zijn al dat rondhossen beu. Zij willen een vrije namiddag. In de cafetaria discussiëren ze over een geweldige Anne Bancroft in een geweldige film die ze net hebben gezien: The Graduate (1967) met de jonge Dustin Hofman, waarvoor Simon & Garfunkel de soundtrack componeerden. Even later belanden ze in het hotel bij een langharige karikatuur van een hippie die pseudo-filosofische kosmische blabla in het rond strooit. Hij doet enkele druppels op een suikerklontje en bezorgt hen zo hun eerste LSD - trip.
Dan is er de knappe Tsjecho-Slovaakse journaliste die door Bobby’s campagneleider uit diens buurt wordt gehouden, terwijl Kennedy net zo’n grote inspiratie is voor de Praagse Lente (die in augustus zou stukgeschoten worden door Russische tanks). De man heeft totaal geen benul van Europese politiek!
Tussendoor krijgen we telkens fragmenten uit speeches van Bobby, met beelden van rassenrellen, bombardementen in Vietnam, Amerikaanse soldaten in gevecht, betogingen tegen de oorlog… Hij belooft een einde te maken aan het rampzalige conflict. 1968 was immers het jaar van de grote escalatie: het totaal onverwachte Tet-offensief van de Vietcong in januari, maar ook het bloedbad van My Lai, dat het Amerikaanse geloof in eigen voortreffelijkheid zo zwaar zou onderuit halen.
Het bloedbad van My Lai werd aangericht op 16 maart 1968 door Amerikaanse soldaten tegen burgers, meest vrouwen en kinderen, uit de Vietnamese plaats My Lai. Dit was ten tijde van de moord op Bobby nog niet bekend. Het zou pas in november van dat jaar in de pers komen en dan nog zou het zeer lang duren voor de meeste Amerikanen geloofden dat hun militairen tot zulke wreedheden in staat waren.
Demi Moore en Sharon Stone spelen de rol van eigen leven, los van het concrete historische gebeuren (zie interview). Moore is de alcoholiste, die straks Bobby moet aankondigen, Stone de kapster die haar verzorgt. Zij hebben het over de aanbidding van de jeugdigheid en het feit dat vrouwen boven de veertig niet meer meetellen. En dan is er steeds de muziek van de tijd. Als Bobby de volgepropte lounge binnentreedt, horen we op de achtergrond Pata pata, waarmee de Zuid-Afrikaanse zangeres Myriam Makeba wereldberoemd werd.
Het toeval wil dat we de film een eerste maal zagen, een dag nadat Miriam Makeba overleed. Ze kreeg een hartaanval, net na haar optreden in Italië ter ondersteuning van een journalist die wordt bedreigd door de Camorra, de Napolitaanse mafia. Makeba, werd 76. Behalve als zangeres was Makeba ook bekend door haar strijd tegen de apartheid en voor mensenrechten in het algemeen.
Vlak voor de moord valt de klank weg en weerklinkt The Sound of Silence van Simon & Garfunkel (uit de soundtrack van The Graduate) En tijdens de paniek na de schietpartij horen we bij de authentieke tijdsbeelden, gemonteerd tussen reconstructiefilm, een groot deel van een speech van Bobby over het geweld in de Amerikaanse samenleving!
Veertig jaar later zijn er weer presidentsverkiezingen met een nieuwe, jonge charismatische kandidaat die Change belooft. Afwachten. Want dat was de meest ontluisterende ervaring bij het beluisteren van de speeches van Bobby uit 1968: toon en timbre van Kennedy en Obama verschillen natuurlijk sterk, de inhoud nauwelijks: oorlog (nu in Afghanistan en Irak), armoede (nu verergerd door een financiële crisis), ongelijkheid, onderwijs, gezondheidszorg, geweld…
Op 4 november 2008, een week voor we de film bekeken, won Barack Obama de presidentsverkiezingen in de VS. Door zijn overwinning wordt hij de eerste (half)zwarte president van de VS. Op dat punt is er toch wat veranderd ten goede in de afgelopen veertig jaar!
Didactische tips
De film leent zich uitstekend tot een alternatieve benadering van het tijdperk rond en omheen het beruchte jaar 1968 in een vakoverschrijdend groepswerk. In de bespreking zijn reeds heel wat mogelijkheden aangereikt. Om slechts één voorbeeld te noemen: de popmuziek als spiegel van jongerencultuur. Via internet zijn de mogelijkheden quasi onuitputtelijk. Zo kwamen we bij het controleren van enkele gegevens terecht op een site met alle songteksten van Harry Belafonte.
De dag dat het idealisme stierf, Interview met regisseur Emilio Estevez over 'Bobby' (fragmenten)
De naam Emilio Estevez zal vooral een belletje doen rinkelen bij dertigers en veertigers. De zoon van de acteur Martin Sheen maakte samen met zijn halfbroer Charlie Sheen en onder meer Demi Moore, Tom Cruise en Kiefer Sutherland deel uit van de Brat Pack : een generatie veelbelovende jonge acteurs die bij de jaren tachtig hoorde.
Zoals voor veel leden van die Brat Pack doofden ook voor Estevez de schijnwerpers toen hij de dertig voorbij was. Hij schakelde over op regisseren, zonder veel succes. Nu is hij 44, begint hij steeds meer op zijn vader te lijken en klopt hij eindelijk aan de grote poort als regisseur. Hoewel zijn film voor een schijntje gedraaid werd, verzamelde hij een indrukwekkende sterrencast rond zich met onder meer Anthony Hopkins, Sharon Stone, Elijah Wood, Demi Moore en Helen Hunt.
- Hoe wist u al die vedetten te strikken?
Het begint allemaal met het scenario: interessante personages creëren, die goede acteurs graag willen vertolken. En daarnaast was Bobby Kennedy uiteraard een grote inspiratie, ook voor de acteurs. Een stem als de zijne ontbreekt dezer dagen en veel grote sterren wilden gratis meewerken aan een film die Bobby's visie weer tot leven brengt. Ik zou nu niet graag twintig zijn en moeten beslissen op wie te stemmen. De vonk van inspiratie van een leidersfiguur die ook jongeren en minderheden aanspreekt, ontbreekt. We moeten opnieuw zo'n figuur vinden en ik weet niet of die op korte termijn voorhanden is - maar laat deze film in godsnaam een oproep zijn.
- Waar was u toen Bobby Kennedy vermoord werd? En waarom is uitgerekend hij zo inspirerend voor u?
Ik was zes en we woonden een poosje in New Mexico, omdat mijn vader Catch-22 aan het opnemen was. Ik moet het gehoord hebben op radio of tv: bij ons thuis stond het nieuws altijd op. Mijn ouders waren niet echt politiek actief, maar wel erg goed op de hoogte. Als kind slorp je dan het nieuws vanzelf mee op, ook al ben je te jong om te begrijpen waar het echt om draait. Ik herinner me dat ik aan de reacties voelde dat het heel erg was. Een jaar later, in 1969, verhuisden we naar Los Angeles. Onze eerste nacht daar hebben we in het Ambassador Hotel geslapen. Ik herinner me hoe ik aan de hand van mijn vader door de lobby en de ballroom liep en dat hij me over het belang van die plaats en dat drama vertelde.
De moord op Bobby Kennedy was de derde slag voor een generatie, na de moorden op John F. Kennedy en op Martin Luther King. Die derde klap heeft die generatie van idealisten definitief in de touwen geslagen. De verkiezing van Nixon, het Watergate-schandaal: het maakte ons cynisch en gelaten, weg was het idealisme en ik denk niet dat de Amerikaanse maatschappij daar ooit van hersteld is. Kijk naar wie vandaag onze leider is (Bush jr.). Zelfs Lyndon B. Johnson scheen oprecht te rouwen over de dagelijkse ladingen body bags uit Vietnam. Abraham Lincoln idem dito, tijdens de secessieoorlog. Dat bestaat niet meer. Ik geloof dat Bobby Kennedy zo'n president had kunnen worden die oprecht gaf om zijn land. Hij is een van de grootste ,,wat als...?''-figuren uit de Amerikaanse geschiedenis. Als hij niet vermoord was en tot president verkozen: hoeveel levens in Vietnam zouden er dan misschien gered zijn? Zouden we misschien vrede hebben in het Midden-Oosten? Hij is neergeschoten door een Jordaniër die het oneens was met zijn steun aan Israël, maar hij was een man van de dialoog. En waar staan we nu, 38 jaar later? Het wederzijdse onbegrip is nog groter geworden. Daarom vind ik deze film zo relevant. Zeker sinds 2001. Dit scenario heb ik geschreven in 2000, dus voor de aanslagen van 11 september, maar de boodschap is sindsdien nog belangrijker geworden.
- Als u zoveel belang hecht aan de erfenis van Bobby Kennedy, waarom maakte u dan niet gewoon een politiek-historisch verhaal?
Wie geïnteresseerd is in het verhaal van Robert Kennedy, heeft mogelijkheden genoeg. Boeken uiteraard, maar ook massa's programma's op zenders zoals The History Channel. Wie een didactische biografische film maakt, moet concurreren tegen die gratis televisie.
Ik zal je uitleggen hoe het idee voor Bobby gegroeid is. Ten eerste ben ik al lang gefascineerd door films die zich op één plaats afspelen. En in het voorjaar van 2000 moest ik samen met mijn broer Charlie voor de promotie van een tv-film in het Ambassador Hotel zijn. Opeens schoot het me te binnen. Dit is het, dit is die ene ideale filmlocatie waar ik al zolang naar zoek: een plaats met karakter en geschiedenis, waar je voor niet te gek veel geld een film kon draaien. Ik heb dan de gegidste rondleiding van het hotel gevolgd, die je ook naar het achterzaaltje brengt waar RFK werd vermoord. Die vrij kleine ruimte was stampvol op die avond in 1968: er waren 77 mensen aanwezig op het moment van de moord. Tot mijn grote verbazing hoorde ik dat Sirhan Sirhan die avond nog vijf mensen ernstig verwondde: je hoort nooit iets van hen. Toen wist ik wat mijn verhaal zou worden.
- Van die andere slachtoffers moeten de meesten nog in leven zijn. Hebt u hen opgezocht?
Nee. Ik wilde dat de personages model stonden voor die tijd. Als ik te veel wist over die mensen, zouden mijn handen gebonden zijn. Ik zou dan de vrijheid verliezen om te speculeren hoe die dramatische dag er voor hen uitzag. Ik heb hun namen veranderd en hun achtergronden, zodat er geen juridische problemen kunnen opduiken. Ik wilde bijvoorbeeld iemand in het verhaal die aan de drugs zat, omdat dat zo typisch is voor die tijd. In de jaren zestig was Dean Martin constant op de tv, steevast met een Martini in de hand. Alcoholisme was de normaalste zaak van de wereld, maar het was ook uit de mode. Marihuana, LSD en zwaardere drugs waren wat je gebruikte als je bij de nieuwe garde hoorde. Dat de drugs gevaarlijker werden, is ook illustratief voor die tijd. De wereld verloor zijn onschuld, de inzet werd steeds hoger.
- U bent scenarist, regisseur en u speelt ook een rol in de film. Was dat niet wat veel hooi op de vork?
Ik heb meegespeeld in alle films die ik geregisseerd heb, in goede en kwade dagen. Enkele keren heb ik het niet gedaan, toen ik afleveringen draaide voor tv-series als The guardian, CSI en Cold case . Steeds gebeurde hetzelfde: de hele ploeg hangt aan elkaar, maar de regisseur wordt als de buitenstaander beschouwd. Voor zo'n serieproduct kan ik daarmee leven, maar voor een project als Bobby wilde ik zelf ook deel uitmaken van een hecht team. Geen betere manier om een van de jongens te zijn, dan door zelf ook mee te spelen.
- Hoe verklaart u dat uw kwaliteiten als regisseur nu pas opvallen?
Je leert altijd bij. Bobby maken was niet eenvoudig. We zijn begonnen met een schamele 5,5 miljoen dollar. Met zo'n budget moet je voortdurend compromissen sluiten. Neem nu de scène met de angstig toestromende menigte rond het hotel. Je kijkt door de lens en je zegt oei, toch maar beetje meer inzoomen zodat niet opvalt hoe weinig figuranten ik heb... En nog een beetje inzoomen... En nog een beetje (lacht). We hadden ook geen tijd om te oefenen op de set. De acteurs ontmoetten elkaar vaak pas een uur voor hun eerste scène samen. Of ik talent heb of niet moeten anderen beoordelen, maar ze kunnen niet zeggen dat ik er niet alles voor gedaan heb.
- De opvallendste scène is een intense, met Sharon Stone en Demi Moore voor een spiegel.
Je moet soms geluk hebben: de chemie van het moment. Die twee dames hadden nog nooit samen gespeeld, kenden elkaar niet eens en begonnen zonder te oefenen aan de scène. Maar wat een intensiteit, wat een opstoot van oestrogeen in die kamer! De grote John Huston zei ooit tegen een journalist die opmerkte dat 95 procent van het succes van zijn films te danken was aan de casting: ,,je vergist je jongen, het is 99 procent.'' (lacht) En Demi en Sharon kwamen nog overeen ook! Een van de inspiraties voor deze film was de klassieker Grand Hotel , met Greta Garbo en Joan Crawford. Maar weet je waarom Garbo en Crawford nooit samen voorkomen in die film? Omdat ze weigerden om elkaar te ontmoeten. Vergeleken met de diva's van vroeger, zijn die van vandaag kerstkinderen.
Steven De Foer