GEHEIME KAMERS IN TOMBE TOETANCHAMON
Geplaatst op
11 augustus 2015
door
Redactie
In de tombe van Toetanchamon bevinden zich nog twee geheime ruimtes. Scheuren in het pleisterwerk wijzen daarop, zegt een Britse egyptoloog op basis van haarscherpe foto's van de grafruimte.
De foto's van de tombe werden vorig jaar online gezet door de Spaanse stichting die ze gemaakt had. Door in te zoomen kunnen gebruikers de wanden van de tombe op ware grootte bekijken. In het origineel worden nauwelijks mensen toegelaten, om de kwetsbare tekeningen te beschermen.
Nicholas Reeves ontdekte op de foto's scheurtjes en spleten in de pleisterlaag. Dat zou erop kunnen wijzen dat de ondergrond werd aangebracht op een afgesloten ingang.
Een van de ruimtes is misschien een kleine opslag, speculeert Reeves. Hij komt tot die conclusie omdat de ingang zich tegenover een soortgelijke bergruimte bevindt.
De andere ingang biedt mogelijk toegang tot een grotere ruimte. Reeves heeft een spectaculair vermoeden wat zich daarin kan bevinden: het graf van de legendarische koningin Nefertiti.
Nefertiti was de stiefmoeder van Toetanchamon. Ze heerste samen met haar man Achnaton over Egypte in de 14de eeuw voor Christus. Dankzij een beroemde buste weten we hoe ze eruitzag, maar haar mummie is nooit gevonden.
Als verder bewijs noemt Reeves dat de tombe van Toetanchamon kleiner is dan andere koningsgraven in de Vallei der Koningen. Mogelijk is er dus een deel nog niet ontdekt. Bovendien is de indeling van de grafruimte gebruikelijker voor vrouwelijke mummies.
"Ik kan ernaast zitten, maar als ik gelijk heb, is dit misschien wel de grootste archeologische ontdekking ooit", zegt Reeves.
Hij hoopt dat nieuw onderzoek in de tombe zijn theorie kan bevestigen. Eerst zal er met radarapparatuur kunnen worden gekeken of er inderdaad een ruimte achter de wanden schuilt.
Wat er moet gebeuren als die wordt ontdekt, is nog niet duidelijk. Egypte zal er niet happig op zijn de muren met pikhouwelen te bewerken, zoals Howard Carter deed toen hij in 1922 Toetanchamon ontdekte.
Bron: NOS