DENKEN OVER HERDENKEN
Ruurd Kok onderzocht de betekenis van herdenkings- en herinneringsplaatsen uit de Tweede Wereldoorlog.
Het verleden is afgesloten, maar de manier waarop wij dat verleden herdenken is open en aan verandering onderhevig. Het is de conclusie die je trekt na het lezen van 'Denken over herdenken' van Ruurd Kok. De archeoloog en publicist is jarenlang langs oorlogsmonumenten getrokken om idee te krijgen van wat monumenten met mensen doen, en wat mensen met monumenten doen.
De negen hoofdstukken in het boek zijn de verslagen van Koks zoektocht naar de betekenis van herdenkings- en herinneringsplaatsen van de oorlog. Als het in Nederland over de oorlog gaat dan hebben we het natuurlijk over de Tweede Wereldoorlog. Het is een ijkpunt en een keerpunt in onze geschiedenis. Er zijn niet voor niets uitspraken als ‘van voor de oorlog’ en ‘hij/zij heeft de oorlog nog meegemaakt’. Het is dan ook niet vreemd dat de meeste monumenten in ons land ter nagedachtenis van deze strijd zijn neergezet. In andere landen van Europa hadden ze er toen al een maatschappij-ontwrichtende oorlog op zitten.
Herdenken in perspectief
De persoonlijke toon van de teksten in het boek draagt bij aan het leesplezier. Een voorbeeld is de openingszin van het hoofdstuk over Londen: "Mijn dochters slagen regelmatig een zucht als ik weer eens ergens een monument ontwaar." De auteur moet dan ook plechtig beloven dat hij op de wandeling van highlight naar highlight in de Engelse hoofdstad niet bij ieder oorlogsmonument stopt. Voor iedereen met een passie voor geschiedenis die met kinderen op pad is, beschrijft de auteur een herkenbaar beeld. De zelfbeheersing is groot, maar niet absoluut.
Door de buitenlandse trips – in een ander hoofdstuk gaat het over het Bulgaarse Sofia – wordt het Nederlandse herdenken in perspectief geplaatst. Bij de Britse monumenten, in krachtig brons en natuursteen, staan militairen steevast op een voetstuk. In ons land is de krijgsgeschiedenis echter een ondergeschoven kind. Wij herdenken de bezetting die het Nederlandse volk overkwam en de monumenten weerspiegelen dat gevoel.
Tsunami aan monumenten
Wat opvalt, is dat hoe verder de oorlog achter ons ligt, hoe meer monumenten erbij komen. Dat gaat niet om een handjevol per jaar. De groei is exponentieel. Kok verklaart dit uit de fragmentatie van het herdenken: "Steeds meer nieuwe slachtoffergroepen worden ‘ontdekt’ door aandacht voor aspecten van de oorlog die eerder niet werden belicht." Ook is het herdenken een onderdeel geworden van activiteiten die onze beleveningsmaatschappij kenmerken. Het is niet zomaar meer een moment van stilte en innerlijke bezinning. Sommige herdenkingen zijn evenementen. Er is zelfs sprake van dubieuze uitwassen in plaatsen waar de marketingafdeling op volle toeren draait om de activiteiten te promoten. ‘Het oorlogsverleden wordt steeds meer vermarkt als toeristisch product, als ‘unique selling point’ van een destijds zwaar getroffen regio.’ De oorlog als aanleiding voor een braderie.
More memorials in Montfoort
"De unieke kracht van markeringen en gedenktekens is de plek, de tastbaarheid, het vermogen om de locatie en eventueel de omvang van een oorlogsdrama zichtbaar te maken; bovenal de confrontatie met de herinnering aan die gebeurtenis in de alledaagse omgeving." Zulke plaatsen zijn er te over met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens het lezen van dit boek werd juist aangekondigd dat in mijn woonplaats Montfoort het initiatief is gestart om op twee plekken waar Engelse bommenwerpers zijn neergestort memorials te plaatsen. "Op beide locaties komen veel fietsers en voetgangers langs en tevens is er uitzicht op de crash sites", is te lezen in de herdenkingskrant. In het spoor van Ruurd Kok denk ik na waar dit idee vandaan komt. Wat is er veranderd? Jaar na jaar stonden we op kerstavond en 4 mei stil bij de graven van een van de crews op een verder verlaten begraafplaats. De laatste jaren ontstaat er op de avond van de dodenherdenking echter een soort mini-Keukenhof aan de voet van de stenen. En nu dan twee gedenktekens als "een postuum geschenk van de gehele Montfoortse gemeenschap aan de omgekomen vliegers en hun nabestaanden." Om ervoor te zorgen dat de financiën er komen, worden zakken Engelse drop verkocht. Vooropgesteld, de motivatie van dit initiatief is ongetwijfeld ingegeven door goede bedoelingen, evenals dat het op prijs te stellen is dat er nu veel meer mensen de graven van de jongemannen bezoeken. maar niettemin vraag ik me af waarom en waarom nu naast de oorlogsgraven ook memorials verrijzen? Voor wie doen we dat werkelijk?
Gevoelige geschiedenis
Er zal waarschijnlijk niemand tegen zo'n initiatief zijn om geallieerde vliegers te herdenken, maar de oprichting van herinneringsplaatsen kunnen wel degelijk negatieve reacties oproepen. Dat er taboes zijn, blijkt uit het verslag ‘Hoe haal je het in G’ds naam in je hoofd’ over gedenktekens van vliegtuigcrashes voor Duitse gesneuvelden. Monumenten voor de vijand doen de nodige stof opwaaien. Maar goed, dat er Duitse gasten zijn bij herdenkingen en hier en daar oorlogsslachtoffers van de bezetter met een teken worden herinnerd, geeft aan dat herdenken weliswaar gevoelig ligt, maar openstaat voor verandering. Tijd heelt wonden als we het verleden maar niet vergeten.
Ruurd Kok heeft een persoonlijk en toegankelijk boek geschreven. Het is fraai geïllustreerd, met vele foto's van monumenten en spullen die de mensen erachter laten om hun gevoelens en gedachten uit te drukken. Uit 'Denken over herdenken'' valt onomstotelijk op te maken dat herdenken leeft en dat het loont erover na te denken.
Ruurd Kok
Denken over herdenken. Oorlogsmonumenten in Nederland
Hilversum 2021
Uitgeverij Verloren
ISBN 978 90 8704 918 8
€ 19,-