HUIS EN HAARD. ARCHEOLOGIE VAN HET DAGELIJKS LEVEN.

Geplaatst op 9 september 2025 door Leon Mijderwijk
Huis en haard. Archeologie van het dagelijks leven.
Archeologie uitgaven van Matrijs

Interessant om te lezen en een plezier om in te kijken. 

In de afgelopen jaren zijn diverse archeologische onderzoeken uitgevoerd waarbij het dagelijkse leven van gewone mensen in en rond het huis centraal stond. Vragen die in die onderzoeken een rol speelden hadden betrekking op de activiteiten die op een erf werden uitgevoerd, op de wijze waarop een huis werd gebruikt en wat mensen zoal door het jaar heen deden om in leven te blijven. In Huis en haard. Archeologie van het dagelijks leven zijn drie van deze onderzoeken uitgelicht.

Na de inleiding volgen er drie hoofdstukken. De eerste gaat over een samenleving in de Late Steentijd. De naam Vlaardingencultuur (circa 3400-2500 vóór Chr.) die archeologen aan deze cultuur gaven, verraadt dat er sporen zijn gevonden in de rivierendelta in het westen van Nederland. Maar ook ver daarbuiten zijn er sites gevonden, tot in Noord-Holland, Brabant en Limburg toe. In het tweede hoofdstuk verleggen we de blik noordwaarts, naar het terpengebied. Het gaat over het leven op de kwelders in de ijzertijd en de Romeinse tijd. De eerste bewoners kwamen er in 600 vóór Chr. wonen. Om het leven draaglijk te maken in een gebied dat regelmatig overstroomde, werden huizen op verhogingen gebouwd. Deze huispodia groeiden uit tot de terpen. Met de volgende stap in de tijd belanden we in het laatste hoofdstuk in een ambachtshuis in een laatmiddeleeuwse stad waar gewoond en gewerkt werd.

Verrassingen bij archeologisch onderzoek
In alle drie artikelen is er, naast aandacht voor het onderwerp van onderzoek, ook ruimte genomen om de lezer zicht te geven op archeologische methoden die zijn toegepast. Bij de bestudering van de Vlaardingencultuur is er gekozen voor een experimentele benadering. Tijdens een opgraving vinden archeologen namelijk niet meer dan scherven van aardewerk en verkleuringen in de grond (paalgaten) die uiteenlopende interpretaties mogelijk maken waarbij de vraag is hoe dicht die bij de steentijdwerkelijkheid liggen.

Zelf een prehistorisch huis bouwen is een mogelijkheid voor archeologen om meer zicht te krijgen op bouwwijze, resultaat en dagelijks leven in en om het huis. Kortom, er is aardewerk gebakken, vis gevangen en manden gevlochten. De creatieve archeologen bouwden huizen met hout en leem, maakten deuren door hertenhuiden te spannen en – niet te vergeten – klusten hiervoor het gereedschap zelf in elkaar. Het bracht hen volop nieuwe inzichten. "De leukste en meest verrassende werktuigen die we gebruikten waren de werktuigen die op enig moment nodig waren maar waar niemand van tevoren over had nagedacht. […] Zo gebruikten we lange, gevorkte stokken om bundels riet vanaf de grond aan te kunnen geven aan de rietdekkers hoog op het dak."

Voor de mensen uit de Vlaardingencultuur waren deze organische, vergankelijke materialen die om hen heen voor het oprapen waren onmisbaar. Voor archeologen zijn ze bij bodemonderzoek onvindbaar of gewoonweg onherkenbaar als werktuig. Het nut van experimentele archeologie wordt nog eens onderstreept in een kadertekst. Andere van zulke verdiepende teksten gaan onder meer over gebruikssporenanalyse, isotopenonderzoek, aardewerkdatering en historische bronnen.

Kloppend hart van het dagelijks leven
Hoewel de drie hoofdstukken op zich staan, vormen ze door de verdeling in tijd en plaats een mooie dwarsdoorsnede van de archeologie van het dagelijks leven in onze streken. Alle verhalen zijn toegankelijk geschreven wat taalniveau en duiding van begrippen betreft. De stijl verschilt wel wat. Het hoofdstuk over de Vlaardingencultuur heeft enigszins de opzet van een archeologisch rapport, terwijl Yvonne Lammers-Keijsers in haar tekst beleving geeft aan wonen en werken in de late middeleeuwen. Je beseft dat de plaats meer is dan alleen een ruimte. Het ambachtshuis vormde volgens haar "het kloppende hart van productie en dagelijks leven" en "belichaamde de kernwaarden van de middeleeuwse samenleving: vakmanschap, gemeenschapszin en aanpassingsvermogen."

Zoals dat geldt voor alle delen in deze groengekafte archeologische reeks van uitgeverij Matrijs zijn de boeken niet alleen interessant om te lezen, maar ook een plezier om in te kijken. De 120 pagina’s zijn voor een groot deel gevuld met scherpe foto’s van vondsten, voorwerpen, experimenten en reconstructies met inhoudsvolle bijschiften. Er zijn sfeerbeelden en tekeningen – onder meer van illustrator Kelvin Wilson – en kaarten ter verduidelijking. Het doel van het boek is om inspiratie te geven om meer over het dagelijks leven in het verleden te ontdekken. Die missie is zeker geslaagd.

Laura Kooistra (red.)
Huis en haard, Archeologie van het dagelijks leven
Stichting Matrijs
Utrecht 2025
120 pag.
ISBN 978 90 5345 619 4
€19,95
De uitgave is verzorgd in samenwerking met AWN Nederlandse Archeologievereniging.



Bericht geplaatst in: boekrecensie