VAN AUGUSTUS TOT CONSTANTIJN
"Het Romeinse Rijk was in de kern een militaire monarchie."
Historicus Barry Strauss heeft een toegankelijk boek geschreven over het reilen en zeilen van de keizers van het Romeinse Rijk: Van Augustus tot Constantijn. We kijken over de schouders van tien keizers mee hoe zij het immense machtsgebied bestuurden.
"Het Romeinse Rijk was in de kern een militaire monarchie. Hoeveel wijze edicten en verlichte wetten een keizer ook uitvaardigde, en ongeachte hoe goed zijn relatie met de senaat was, uiteindelijk was en bleef hij afhankelijk van het leger."
Deze conclusie trekt de Amerikaanse historicus Barry Strauss in Van Augustus tot Constantijn. De Nederlandse titel geeft beter dan het oorspronkelijke Ten Caesars weer dat het boek geen verzameling van tien losse biografieën is. Hoewel tien grote namen, onder wie Augustus, Nero, Hadrianus en Constantijn, centraal staan, blijken ze gezamenlijk voor de auteur het instrument te zijn om de volledige ontwikkeling van het keizerschap te beschrijven. Naast de bewering uit het voorgaande citaat dat de keizer leunde op het leger, is uit de portretten onomstotelijk op te maken dat het keizerschap een echte familieaangelegenheid was.
Augustus, de grondlegger
De regering van Augustus vormde een breuk In de geschiedenis. Julius Caesar was aan een gewelddadig einde gekomen. Dat zijn aangenomen zoon - toen nog Octavianus geheten – erin zou slagen het keizerschap te bekleden en daarmee een einde te maken aan de Republiek stond zeker nog niet vast. Maar de beheerste Augustus slaagde erin om de touwtjes strak in handen te krijgen en voor 32 jaar te houden. Niet In de laatste plaats lukte dat vanwege mensen in zijn directe omgeving. In de militaire strijd kon hij rekenen op zijn trouwe legeraanvoerder Agrippa. Achter de schermen wenden zijn vrouw Livia en zus Octavia hun invloed aan. Keer op keer bevestigt de auteur de voorname rol die vrouwen in het leven van keizers innemen. Moeders, echtgenoten, zusters en dochters vormen de spil van menige keizerlijke loopbaan; als voorvechter, adviseur, influencer of als blok aan het been.
Familie was ook belangrijk om het Rijk door te geven in vertrouwde handen. Het Romeinse Keizerrijk heeft verschillende dynastieën gekend waaruit al af te leiden is dat dit niet altijd geslaagd is. Toch kun je niet ontkennen dat keizers de nodige vindingrijkheid hebben aangewend. Als er geen mannelijk nageslacht was dan werden neven of zelfs niet-verwanten aangenomen als adoptiezoon om de erfenis veilig te stellen. Hoe dubieuzer de keuze van een opvolger was en hoe zwakker die optrad, des te heviger was de strijd om de hoogste machtspositie. Met het einde van de Republiek was er geen einde gekomen aan bloedvergieten en burgeroorlogen. Strauss geeft wel aan dat een keizer beter zijn heerschappij wreed kon beginnen om daarna aan vrede te werken, dan omgekeerd. Als een keizer gedurende zijn keizerschap tirannieke neigingen vertoonde, groeide het verzet en werd de machtspositie vanzelf wankeler, zoals dat onder meer ging bij Nero.
Haat-liefdeverhouding met Rome
De stad Rome was zelden een veilige haven voor de keizer. Met een ‘veel aandacht opeisende en onverzadigbare senaat en bevolking’ in de nek, verkoos menigeen een verblijf buiten de stad. Strauss spreekt zelfs over een ‘tweede Rome’ als hij de uitgebreide entourage beschrijft waarmee Hadrianus reisde. Het bestuur van het rijk was waar de keizer was. Door de tijd heen was de verbondenheid met de Eeuwige Stad niet langer onvoorwaardelijk. Keizers verbleven voor lange tijd in de provincies; om te strijden en om te inspecteren. Keizers kwamen zelf uit de provincies. Toen Diocletianus ertoe overging om ook Romeinen belasting te laten betalen, kun je enigszins dramatisch concluderen dat Rome nu zelf een provincie was geworden, zij het een bijzondere. Hoewel maar een fractie de eeuwen heeft overleefd laten de resten van bouwwerken zien dat de ene na de andere keizer een stempel wilde drukken op de stad waar het allemaal begon.
Ad populum
Barry Strauss heeft een toegankelijk boek geschreven voor een breed publiek. Je zou zelfs kunnen spreken van een page turner. Hij heeft een vlotte stijl, strooit niet nodeloos met namen of jaartallen en verbindt de verhalen aan elkaar waardoor het vlot leest. Hij verbindt het verleden met het heden door keizers moderne eigenschappen toe te schrijven of hen te vergelijken met hedendaagse functies. Soms slaat de auteur een beetje door, bijvoorbeeld als hij Hadrianus’ paleis ‘het Neverland van de keizer’ noemt. Voor degenen die deze geschiedenisles hebben gemist: Neverland was het landgoed van popster Michael Jackson. Over het algemeen is deze Nederlandse vertaling van het Amerikaanse origineel goed geslaagd. Er zijn wel zinnen waar de oorspronkelijke taal nog doorschijnt. Incidenteel is er sprake van een slordigheid die tot een misverstand zou kunnen leiden. Als Hadrianus wordt omschreven als de ‘nauwste mannelijke verwant’ roept dat toch een ander beeld op dan dat hij de naaste mannelijke verwant wordt genoemd.
Al met al is Van Augustus tot Constantijn een prettig boek om bekend te raken met de keizers en de ontwikkeling van het keizerschap van het Romeinse rijk. Naast de tekst helpen verschillende stambomen en kaarten de lezer zeker om thuis te raken in dit boeiende onderwerp.
Barry Strauss
Van Augustus tot Constantijn
Uitgeverij: Omniboek
ISBN : 9789401918022
Uitvoering : Paperback
Aantal pagina's : 400
Verschijningsdatum : september 2021
€ 29,90
Barry Straus - Ten Caesars: Roman Emperors from Augustus to Constantine . 22 okt. 2019. Cornell University Library, via YouTube.