BELFAST MAAKT VERSCHIL
Geplaatst op
19 oktober 2010
door
Lieke Wijnia
De verdeeldheid is niet weg te denken uit de Noord-Ierse samenleving. De strijd tussen protestanten en katholieken lijkt eeuwig te duren.
Al eeuwen willen de protestanten dat Noord-Ierland bij Groot Brittannië blijft horen, de katholieken dat het Noorden bij de rest van Ierland aansluit. Geweld gaat men niet uit de weg. De turbulente geschiedenis kent enkele markante figuren, waaronder de Engelse staatsman Oliver Cromwell (1599-1658). Cromwell meende dat het katholicisme vooral een gevaarlijke politieke macht was die te vuur en te zwaard moest worden bestreden.
Verdeeldheid staat nog steeds aan de basis van de huidige Noord-Ierse samenleving. Waar het Goede Vrijdag Akkoord in 1998 een vredig samenleven leek in te luiden, was de praktijk anders. Toonbeeld hiervan is de hoofdstad Belfast. De jaarlijkse Oranjemars, de protestantse optocht door katholieke wijken, roept nog altijd veel weerstand op. De naam Oranjemars komt van de Nederlandse koning-stadhouder Willem III, die van 1688 tot 1702 in Engeland de scepter zwaaide. Zijn protestantse aanhangers noemden zichzelf orangisten en sindsdien is oranje een beladen kleur, tot op de dag van vandaag. De vlaggetjes die in veel protestantse wijken van de hoofdstad het straatbeeld versieren tonen oranje of rood-wit-blauw (de kleuren van de Union Jack, de Britse vlag).
In het westen van Belfast staat op de grens tussen een protestantse en een katholieke wijk een metershoge, betonnen muur, omheind door prikkeldraad. Aan de protestantse zijde worden allerlei community art projecten gehouden, waarbij kinderen van protestantse en katholieke afkomst graffiti kunst op de muur aanbrengen. Aan de katholieke zijde staat de muur echter heel dicht op de huizen, die voorzien zijn van stalen kooien. Deze moeten bescherming bieden tegen de enkele baksteen of brandend vuurwerk dat nog wel eens over de muur vliegt. De doorgaande weg tussen de twee wijken wordt nog altijd elke avond hermetisch afgesloten. Vroeger om acht uur, nu om tien uur 's avonds.
Mijn grote verbazing hierover wordt gerelativeerd door een Ierse vriend van mij, die regelmatig in Noord-Ierland komt. Ik vraag hem of de mensen zich zonder die muur niet veilig voelen, of ze echt niet zonder kunnen? Hij antwoordt simpelweg, dat die muur er niet staat om ze veilig te laten voelen, maar om de mensen bij elkaar vandaan te houden. Anders kunnen de twee groepen niet naast elkaar leven. Het is blijkbaar een effectieve maatregel, maar voor een buitenstaander zoals ik een absurde gedachte. Een Nederlandse vriendin van mij, die onlangs naar Noord-Ierland is verhuisd, woont in een klein dorpje dichtbij de grens met Ierland. Zelfs deze dunbevolkte regio is doordrongen van de scheiding en de verdeeldheid. Haar dorp kent een protestantse en een katholieke kroeg. Haar Nederlandse bezoek neemt ze mee naar de katholieke kroeg, een plek waar ze nooit komt met haar protestantse collega's. Een van deze collega's wilde een huis kopen, maar kwam er achter dat het pand zich op, traditioneel gezien, katholieke grond bevindt. En dus ging de deal niet door.
De muur in Belfast belichaamt de verdeeldheid die in heel Noord-Ierland is geworteld. Tegelijkertijd biedt deze muur, in Belfast en in andere delen van Noord-Ierland, ook mogelijkheid tot het naast elkaar leven van deze twee bevolkingsgroepen. Een stille getuige is een van de oudste pubs in Belfast, The Crown. Tegenover de meest gebombardeerde plek in de stad, het Europa Hotel, wordt deze statige pub omringd door lelijke, modernistische betonnen gebouwen. De fraaie gevel van de bar is echter ongeschonden gebleven, een schril contrast met de omgeving die door de geschiedenis getekend is.
Verdeeldheid staat nog steeds aan de basis van de huidige Noord-Ierse samenleving. Waar het Goede Vrijdag Akkoord in 1998 een vredig samenleven leek in te luiden, was de praktijk anders. Toonbeeld hiervan is de hoofdstad Belfast. De jaarlijkse Oranjemars, de protestantse optocht door katholieke wijken, roept nog altijd veel weerstand op. De naam Oranjemars komt van de Nederlandse koning-stadhouder Willem III, die van 1688 tot 1702 in Engeland de scepter zwaaide. Zijn protestantse aanhangers noemden zichzelf orangisten en sindsdien is oranje een beladen kleur, tot op de dag van vandaag. De vlaggetjes die in veel protestantse wijken van de hoofdstad het straatbeeld versieren tonen oranje of rood-wit-blauw (de kleuren van de Union Jack, de Britse vlag).
In het westen van Belfast staat op de grens tussen een protestantse en een katholieke wijk een metershoge, betonnen muur, omheind door prikkeldraad. Aan de protestantse zijde worden allerlei community art projecten gehouden, waarbij kinderen van protestantse en katholieke afkomst graffiti kunst op de muur aanbrengen. Aan de katholieke zijde staat de muur echter heel dicht op de huizen, die voorzien zijn van stalen kooien. Deze moeten bescherming bieden tegen de enkele baksteen of brandend vuurwerk dat nog wel eens over de muur vliegt. De doorgaande weg tussen de twee wijken wordt nog altijd elke avond hermetisch afgesloten. Vroeger om acht uur, nu om tien uur 's avonds.
Mijn grote verbazing hierover wordt gerelativeerd door een Ierse vriend van mij, die regelmatig in Noord-Ierland komt. Ik vraag hem of de mensen zich zonder die muur niet veilig voelen, of ze echt niet zonder kunnen? Hij antwoordt simpelweg, dat die muur er niet staat om ze veilig te laten voelen, maar om de mensen bij elkaar vandaan te houden. Anders kunnen de twee groepen niet naast elkaar leven. Het is blijkbaar een effectieve maatregel, maar voor een buitenstaander zoals ik een absurde gedachte. Een Nederlandse vriendin van mij, die onlangs naar Noord-Ierland is verhuisd, woont in een klein dorpje dichtbij de grens met Ierland. Zelfs deze dunbevolkte regio is doordrongen van de scheiding en de verdeeldheid. Haar dorp kent een protestantse en een katholieke kroeg. Haar Nederlandse bezoek neemt ze mee naar de katholieke kroeg, een plek waar ze nooit komt met haar protestantse collega's. Een van deze collega's wilde een huis kopen, maar kwam er achter dat het pand zich op, traditioneel gezien, katholieke grond bevindt. En dus ging de deal niet door.
De muur in Belfast belichaamt de verdeeldheid die in heel Noord-Ierland is geworteld. Tegelijkertijd biedt deze muur, in Belfast en in andere delen van Noord-Ierland, ook mogelijkheid tot het naast elkaar leven van deze twee bevolkingsgroepen. Een stille getuige is een van de oudste pubs in Belfast, The Crown. Tegenover de meest gebombardeerde plek in de stad, het Europa Hotel, wordt deze statige pub omringd door lelijke, modernistische betonnen gebouwen. De fraaie gevel van de bar is echter ongeschonden gebleven, een schril contrast met de omgeving die door de geschiedenis getekend is.