DE CANON VAN UTRECHT
Geplaatst op
31 maart 2013
door
Lieke Wijnia
Geen statische opsomming van gebeurtenissen en personen, maar een dynamische geschiedenis met dwarsverbanden naar vandaag de dag.
In een prachtig vormgegeven boek wordt de geschiedenis van de provincie Utrecht in vijftig vensters belicht.
In Utrecht staat het jaar 2013 in het teken van 300 jaar Vrede van Utrecht. Dit historische moment is een van de vijftig vensters in de onlangs verschenen canon van het Utrechts verleden. Samengesteld door Anne Doedens, toont deze canon belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van het Sticht Utrecht, ofwel de provincie.
In het gebruik van vensters schuilt het gevaar van een fragmentarisch resultaat. Maar de vensters bestrijken vaak langere periodes, waardoor er binnen een venster een historische ontwikkeling wordt geschetst. Ondanks dat de canon een chronologische opzet kent, heeft het ook een hoog thematisch gehalte. Beide keuzes komen ten goede aan de leesbaarheid van de afzonderlijke stukken, maar ook van het boek als geheel. Doedens meldt in de inleiding dat het zwaartepunt van deze geschiedenis zich in de Middeleeuwen bevindt, en dat dit afwijkt van het nationale beeld waarin dit veel later ligt. Ook beoogt hij het niet om volledigheid na te streven, maar wel om een goed beeld te geven. Hierin volgt Doedens de landelijke historische canon, door het gebruik van vijftig vensters. Hij legt de Utrechtse canon ook naast de landelijke, om overeenkomsten en verschillen te tonen: een handig middel om de ontwikkeling van Utrecht te onderscheiden van het landelijk beeld.
Een belangrijk element in deze onderscheiding is dat Utrecht een bisdom was. De invloed en aanwezigheid van religieuze instituties was breed en wijdverspreid. Venster 9 heet “Over kloosters, geloof en vroomheid” en bestrijkt de periode 1000-1500, waarin de provincie de bouw van een groot aantal kloosters zag. Venster 13 is gewijd aan “De Dom en zijn toren.” De naam Domkerk is afgeleid van Domus, of Huis van de Bisschop, en zijn toren is met 112 meter de hoogste kerktoren in Nederland. Vroeger waren toren en kerkgebouw aan elkaar verbonden, maar het middenschip (dat door geldgebrek anders gebouwd was dan de rest) was niet bestand tegen een storm die in 1674 over de provincie raasde. De enige Nederlander die ooit als paus benoemd werd is Adrianus Boeyens (Hadrianus VI) in 1522, maar hij stierf een jaar later. Een van zijn medewerkers was de schilder Jan van Scorel, die hij tot conservator van de oudheden in het Vaticaan maakte. Van Scorel had een bloeiende werkplaats in Utrecht, waar hij vanaf 1530 verbleef. Hij zag zichzelf niet zozeer als ambachtsman, als wel als intellectueel – de gelijke van dichters en geleerden.
Het leukste aan deze canon is dat er van de geschiedenissen die verteld worden nog veel is terug te vinden in de huidige steden en landschappen. Zo zijn er de Utrechtse grachten, die worden gesierd door vier kilometer werfkelders. Deze stammen uit de tweede helft van de twaalfde eeuw en werden gebouwd uit economische overwegingen. Goederen, vervoerd op schepen over de grachten, hoefden zo niet meer op de oevers te worden gehesen, maar konden opgeslagen worden in de kelders onder straatniveau. Rond 1500 kreeg de Oudegracht het gezicht dat we nu nog steeds kennen. Andere juweeltjes die in de canon staan en nog steeds op te zoeken zijn, zijn bijvoorbeeld Slot Zeist (1686), Fort Vechten (1870) en het Rietveld-Schroderhuis (1924).
Veel vensters hebben een link met de actualiteit. Zo behandelen venster 8 “Hollands graaf en Utrechts bisschop” en venster 14 “Hollandse bolwerken in het Sticht” de langdurige strijd tussen Utrecht en Noord-Holland. In steden rondom Utrecht als Ijsselstijn, Vianene en Woerden woonden machtige families die meer op hadden met de Hollandse graaf dan met de Utrechtse bisschop. De vele twisten over de grens zijn uiteindelijk bezegeld met een duidelijke markering van zogenoemde 23 leeuwenpalen in 1719. Die palen staan er nog steeds en worden als een “Er-op-uit” tip genoemd. Met de huidige plannen voor een superprovincie bestaande uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland kan er weer een nieuw hoofdstuk aan deze geschiedenis worden toegevoegd.
Door al die dwarsverbanden laat dit prachtig vormgegeven boek zien dat een canon geen statische opsomming van gebeurtenissen en belangrijke personen is, maar een zich continue ontwikkelende geschiedenis. Met hedendaagse relevantie, zoals de activteiten rondom de Vrede van Utrecht laten zien.
Geschiedenis van Utrecht: De Canon van het Utrechts Verleden
Anne Doedens
Uitgeverij Walburg Pers
Jaar van uitgave: 2013
Hardcover
192 pagina's
€ 29,95
In Utrecht staat het jaar 2013 in het teken van 300 jaar Vrede van Utrecht. Dit historische moment is een van de vijftig vensters in de onlangs verschenen canon van het Utrechts verleden. Samengesteld door Anne Doedens, toont deze canon belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van het Sticht Utrecht, ofwel de provincie.
In het gebruik van vensters schuilt het gevaar van een fragmentarisch resultaat. Maar de vensters bestrijken vaak langere periodes, waardoor er binnen een venster een historische ontwikkeling wordt geschetst. Ondanks dat de canon een chronologische opzet kent, heeft het ook een hoog thematisch gehalte. Beide keuzes komen ten goede aan de leesbaarheid van de afzonderlijke stukken, maar ook van het boek als geheel. Doedens meldt in de inleiding dat het zwaartepunt van deze geschiedenis zich in de Middeleeuwen bevindt, en dat dit afwijkt van het nationale beeld waarin dit veel later ligt. Ook beoogt hij het niet om volledigheid na te streven, maar wel om een goed beeld te geven. Hierin volgt Doedens de landelijke historische canon, door het gebruik van vijftig vensters. Hij legt de Utrechtse canon ook naast de landelijke, om overeenkomsten en verschillen te tonen: een handig middel om de ontwikkeling van Utrecht te onderscheiden van het landelijk beeld.
Een belangrijk element in deze onderscheiding is dat Utrecht een bisdom was. De invloed en aanwezigheid van religieuze instituties was breed en wijdverspreid. Venster 9 heet “Over kloosters, geloof en vroomheid” en bestrijkt de periode 1000-1500, waarin de provincie de bouw van een groot aantal kloosters zag. Venster 13 is gewijd aan “De Dom en zijn toren.” De naam Domkerk is afgeleid van Domus, of Huis van de Bisschop, en zijn toren is met 112 meter de hoogste kerktoren in Nederland. Vroeger waren toren en kerkgebouw aan elkaar verbonden, maar het middenschip (dat door geldgebrek anders gebouwd was dan de rest) was niet bestand tegen een storm die in 1674 over de provincie raasde. De enige Nederlander die ooit als paus benoemd werd is Adrianus Boeyens (Hadrianus VI) in 1522, maar hij stierf een jaar later. Een van zijn medewerkers was de schilder Jan van Scorel, die hij tot conservator van de oudheden in het Vaticaan maakte. Van Scorel had een bloeiende werkplaats in Utrecht, waar hij vanaf 1530 verbleef. Hij zag zichzelf niet zozeer als ambachtsman, als wel als intellectueel – de gelijke van dichters en geleerden.
Het leukste aan deze canon is dat er van de geschiedenissen die verteld worden nog veel is terug te vinden in de huidige steden en landschappen. Zo zijn er de Utrechtse grachten, die worden gesierd door vier kilometer werfkelders. Deze stammen uit de tweede helft van de twaalfde eeuw en werden gebouwd uit economische overwegingen. Goederen, vervoerd op schepen over de grachten, hoefden zo niet meer op de oevers te worden gehesen, maar konden opgeslagen worden in de kelders onder straatniveau. Rond 1500 kreeg de Oudegracht het gezicht dat we nu nog steeds kennen. Andere juweeltjes die in de canon staan en nog steeds op te zoeken zijn, zijn bijvoorbeeld Slot Zeist (1686), Fort Vechten (1870) en het Rietveld-Schroderhuis (1924).
Veel vensters hebben een link met de actualiteit. Zo behandelen venster 8 “Hollands graaf en Utrechts bisschop” en venster 14 “Hollandse bolwerken in het Sticht” de langdurige strijd tussen Utrecht en Noord-Holland. In steden rondom Utrecht als Ijsselstijn, Vianene en Woerden woonden machtige families die meer op hadden met de Hollandse graaf dan met de Utrechtse bisschop. De vele twisten over de grens zijn uiteindelijk bezegeld met een duidelijke markering van zogenoemde 23 leeuwenpalen in 1719. Die palen staan er nog steeds en worden als een “Er-op-uit” tip genoemd. Met de huidige plannen voor een superprovincie bestaande uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland kan er weer een nieuw hoofdstuk aan deze geschiedenis worden toegevoegd.
Door al die dwarsverbanden laat dit prachtig vormgegeven boek zien dat een canon geen statische opsomming van gebeurtenissen en belangrijke personen is, maar een zich continue ontwikkelende geschiedenis. Met hedendaagse relevantie, zoals de activteiten rondom de Vrede van Utrecht laten zien.
Geschiedenis van Utrecht: De Canon van het Utrechts Verleden
Anne Doedens
Uitgeverij Walburg Pers
Jaar van uitgave: 2013
Hardcover
192 pagina's
€ 29,95