EXPLOSIEVE DEBATTEN
Geplaatst op
26 november 2012
door
Lieke Wijnia
Ontwikkelingen in de Britse en Nederlandse literatuur-, theater- en muziekkritiek: hoe de auteur steeds belangrijker werd en zichzelf daarmee aan de kaak stelde.
"Explosieve Debatten. Kritische tradities in Nederlandse en Engelse Tijdschriften 1750-1940" biedt een overzicht van ontwikkelingen in de tijdschriftenkritiek over literatuur, theater en muziek – waarin de rol van de criticus continu aan de kaak gesteld wordt.
Dit boek belicht de ontwikkeling van de kritieke tradities in tijdschriften in Nederland en Engeland. Als vertrekpunt is gekozen voor 1750, omdat toen in beide landen een bloeiende tijdschriftenmarkt ontstond. Eindpunt is 1940, omdat de oorlog aan de print en verspreiding van tijdschriften een eind maakte. Het boek bestaat uit 8 hoofdstukken, die elk een culturele gebeurtenis als uitgangspunt hebben. Deze gebeurtenissen zorgden voor een explosie aan reacties in de geschreven pers van zowel voor- als tegenstanders. De gebeurtenissen komen uit de literaire, theater en muziekwereld. Hoewel er dus altijd een culturele gebeurtenis, als een toneelstuk of een muzikale compositie aan te grondslag ligt, richtten de hoofdstukken zich vervolgens op de discussie over de rol van de criticus rondom deze gebeurtenis. Het boek biedt een mooi overzicht van hoe de taak van de criticus in de verschillende disciplines werd beschouwd.
In de uitgebreide inleiding worden de onderliggende spanningsvelden in de tijdschriftkritiek van deze periode beschreven. Een opvallende ontwikkeling is die van de zogenaamde universele kritiek naar een subjectieve kritiek. In de achttiende en eerst helft van de negentiende eeuw was het volkomen gebruikelijk om recensies anoniem te publiceren, de mening die verkondigd werd gold als een algemeen toepasbare regel en niet zozeer als de mening van een specifiek persoon. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam er juist een sterke stroming op waarin de recensenten hun eigen, autonome positie wilden benadrukken en hun eigen meningen over een theaterstuk of boek positioneerden.
Daarnaast is er een continue strijd gaande tussen zij die kritiek leveren en zij die het beroep beoefenen waarop kritiek wordt geuit. Zo vond de modernistische componist en criticus Willem Pijper dat in de geschreven pers de nieuwswaarde belangrijker was geworden dan de artistieke waarde. Hij betreurde het dat de muziekkritiek niet door componisten werd beoefend, zoals dat in Parijs wel gebeurde. Hij pleitte voor een grotere objectiviteit, meer professionaliteit en een bredere nationale en internationale oriëntatie.
Maar zoals altijd blijkt dit makkelijker gezegd dan gedaan, en Pijper kon dan ook rekenen op felle reacties van zijn collega-critici. Het kan als een van de belangrijkste conclusies van dit boek gelden, dat wanneer een criticus stelling neemt, er altijd weer tegenreacties komen. Zo bevindt de cultuurkritiek zich in een continue cirkel. De samenstellers zien dit boek als een voorschot op een grotere Europees vergelijkende studie naar ontwikkelingen in de tijdschriftkritiek. Een mooie gelegenheid om tegelijk de disciplines literatuur, theater en muziek uit te breiden met de beeldende kunst. Want ook in dit veld zijn de discussies over de functie van de kritiek en de rol van de criticus nog steeds gaande. Zo is er 28 en 29 november 2012 een symposium getiteld I am for a n Art Criticism that… waarin de huidige stand van zaken besproken wordt. Met vervagende grenzen tussen zowel kunstdisciplines als de media waarin zij worden besproken, lijkt de noodzaak voor deze discussie nog altijd aanwezig.
Explosieve Debatten. Kritische tradities in Nederlandse en Engelse Tijdschriften 1750-1940
Onder redactie van Helleke van den Braber & Inger Leemans
Uitgeverij Walburg Pers
ISBN 978.90.5730.839.0
2012
Paperback
192 pagina's
prijs € 29,50
Dit boek belicht de ontwikkeling van de kritieke tradities in tijdschriften in Nederland en Engeland. Als vertrekpunt is gekozen voor 1750, omdat toen in beide landen een bloeiende tijdschriftenmarkt ontstond. Eindpunt is 1940, omdat de oorlog aan de print en verspreiding van tijdschriften een eind maakte. Het boek bestaat uit 8 hoofdstukken, die elk een culturele gebeurtenis als uitgangspunt hebben. Deze gebeurtenissen zorgden voor een explosie aan reacties in de geschreven pers van zowel voor- als tegenstanders. De gebeurtenissen komen uit de literaire, theater en muziekwereld. Hoewel er dus altijd een culturele gebeurtenis, als een toneelstuk of een muzikale compositie aan te grondslag ligt, richtten de hoofdstukken zich vervolgens op de discussie over de rol van de criticus rondom deze gebeurtenis. Het boek biedt een mooi overzicht van hoe de taak van de criticus in de verschillende disciplines werd beschouwd.
In de uitgebreide inleiding worden de onderliggende spanningsvelden in de tijdschriftkritiek van deze periode beschreven. Een opvallende ontwikkeling is die van de zogenaamde universele kritiek naar een subjectieve kritiek. In de achttiende en eerst helft van de negentiende eeuw was het volkomen gebruikelijk om recensies anoniem te publiceren, de mening die verkondigd werd gold als een algemeen toepasbare regel en niet zozeer als de mening van een specifiek persoon. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam er juist een sterke stroming op waarin de recensenten hun eigen, autonome positie wilden benadrukken en hun eigen meningen over een theaterstuk of boek positioneerden.
Daarnaast is er een continue strijd gaande tussen zij die kritiek leveren en zij die het beroep beoefenen waarop kritiek wordt geuit. Zo vond de modernistische componist en criticus Willem Pijper dat in de geschreven pers de nieuwswaarde belangrijker was geworden dan de artistieke waarde. Hij betreurde het dat de muziekkritiek niet door componisten werd beoefend, zoals dat in Parijs wel gebeurde. Hij pleitte voor een grotere objectiviteit, meer professionaliteit en een bredere nationale en internationale oriëntatie.
Maar zoals altijd blijkt dit makkelijker gezegd dan gedaan, en Pijper kon dan ook rekenen op felle reacties van zijn collega-critici. Het kan als een van de belangrijkste conclusies van dit boek gelden, dat wanneer een criticus stelling neemt, er altijd weer tegenreacties komen. Zo bevindt de cultuurkritiek zich in een continue cirkel. De samenstellers zien dit boek als een voorschot op een grotere Europees vergelijkende studie naar ontwikkelingen in de tijdschriftkritiek. Een mooie gelegenheid om tegelijk de disciplines literatuur, theater en muziek uit te breiden met de beeldende kunst. Want ook in dit veld zijn de discussies over de functie van de kritiek en de rol van de criticus nog steeds gaande. Zo is er 28 en 29 november 2012 een symposium getiteld I am for a n Art Criticism that… waarin de huidige stand van zaken besproken wordt. Met vervagende grenzen tussen zowel kunstdisciplines als de media waarin zij worden besproken, lijkt de noodzaak voor deze discussie nog altijd aanwezig.
Explosieve Debatten. Kritische tradities in Nederlandse en Engelse Tijdschriften 1750-1940
Onder redactie van Helleke van den Braber & Inger Leemans
Uitgeverij Walburg Pers
ISBN 978.90.5730.839.0
2012
Paperback
192 pagina's
prijs € 29,50