Geschiedenis.nl

 

 

De Spaanse vloot onder leiding van Don Miguel d’Oquendo bestond uit 67 schepen met 1700 kanonnen en meer dan 24.000 manschappen. Tromp aan de andere kant ging het gevecht aan met 30 schepen. De Spaanse vloot werd tussen de 15e en 18e september de rede van Duins opgedreven. Inmiddels zorgde Tromp voor versterking. Niet lang nadat de Spaanse vloot in het nauw werd gejaagd groeide de vloot van Tromp aan tot meer dan 95 schepen. 

 

 

Op 21 oktober 1639 draaide de wind naar het westen. Dit was gunstig voor Tromp. Hierdoor kon hij de aanval inzetten en verwarring stichten onder de Spaans-Portugese marine. Al snel liepen 22 Spaanse schepen aan de grond en konden zeventien van deze schepen door de Nederlandse marine worden vernietigd. 

 

 

In totaal werden meer dan 40 Spaanse schepen op zee vernietigd. Veertien van deze schepen werden door de vloot van De Republiek in beslag genomen en opgebracht in Nederlandse havens. De Spaanse verliezen waren groot: 5.200 manschappen verloren het leven en nog eens 1800 Spanjaarden werden krijgsgevangen gemaakt. Aan de zijde van De Republiek ging slechts één schip verloren en sneuvelden 100 manschappen. Verder wisten slechts 18 Spaanse marineschepen intact de haven van Duinkerken te bereiken. 

 

 

Het grote strategische belang voor de Republiek was dat Spanje er nu van doordrongen was dat zij de Nederlanden niet op zee konden verslaan. Dit had gevolgen voor de strijd die Spanje en de Republiek met elkaar voerden sinds de laatste in opstand kwam tegen de overheersing van de Spanjaarden. Negen jaar na de zeeslag bij Duins, in 1648,  zou Spanje uiteindelijk de wapens tegen de Republiek neerleggen.