ONTDEK CALDERS ONTDEKKINGEN
De Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder bracht in 1930 een bezoek aan het atelier van Piet Mondriaan in Parijs. Hierdoor ontdekte hij de weg naar abstractie. Een ontdekking die leidde tot zijn beroemdste werken.
Met enige regelmaat werden er foto’s van Piet Mondriaans atelier aan de Rue du Depart 26 in Parijs gepubliceerd in internationale tijdschriften. Zo werd het een heuse trekpleister voor met name avant-garde kunstenaars. Nadat Mondriaan in 1930 een Cirque Calder voorstelling van Alexander Calder had bijgewoond, bracht de Amerikaanse kunstenaar hem in dezelfde maand een tegenbezoek. Zoals Calder in zijn autobiografie van 1966 zegt, “this one visit gave me a shock that started things.”
Calder werkte sinds 1926 in Parijs, waar hij sinds de winter van 1926-1927 optredens met een zelfgemaakt miniatuurcircus maakte. De miniaturen in het Cirque Calder waren gemaakt van metaaldraad en hout. Door ingenieuze mechanieken kon hij ze laten dansen of springen, op een rode lap die dienst deed als circuspiste met circusmuziek op de achtergrond. Het waren grappige optredens en gezellige bijeenkomsten, waar toute artistiek Parijs bijeenkwam.
In de eerste zalen van de tentoonstelling staan exemplaren van de circusfiguren, variërend van miniatuurtjes tot grotere sculpturen. Deze worden gecombineerd met schilderijen, van Mondriaan, maar ook van Calder die circuspistes op doek afbeeldde. Daarnaast zijn er ook twee projecties met filmbeelden van Calder in zijn studio en hoe hij met zijn miniaturen experimenteerde. Mooi is vooral de combinatie van een affiche met aankondiging van een optreden van danseres Josephine Baker, het sculptuur dat Calder van haar maakte en een foto waarop hij met het sculptuur in handen staat.
Dergelijke combinaties zijn een sterk element in de opzet van de tentoonstelling. Door de nauwe samenwerking met het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) en de Calder Foundation is er bijzonder veel documentatiemateriaal als correspondentie en foto’s. Deze vormen een mooie aanvulling op de kunstwerken en geven inzicht in de contacten tussen kunstenaars die halverwege de jaren twintig in Parijs verkeerden.
Het fysieke en inhoudelijke middelpunt van de tentoonstelling is een reconstructie van het Parijse atelier van Mondriaan. Hierdoor krijg je als bezoeker de ervaring die Calder in 1930 kreeg. Je stapt uit de figuratieve circuswereld en in het atelier dat zich als een abstract driedimensionaal schilderij om je heen vormt. De schok die Calder daar onderging, bracht hem, in combinatie met de driedimensionale beweging waar hij mee bezig was, op het pad van de abstractie. Zo begon hij te werken aan zijn mobiles, bestaande uit allerlei combinaties van abstracte vormen. In navolging van zijn circusfiguren, liet hij ook zijn abstracte werken bewegen. Eerst met motortjes, later op natuurlijke wijze. De Calder Foundation heeft bepaald dat de werken niet meer mogen bewegen. Zo hebben de suppoosten in het Peggy Guggenheim Museum in Venetië er een dagtaak aan om mensen ervan te weerhouden tegen de mobiles te blazen. Ik ben benieuwd hoe dit de suppoosten in het Gemeentemuseum zal vergaan.
Zoveel mobiles bij elkaar maakt esthetisch en praktisch gezien een enorme indruk. Wat een werk om deze tentoonstelling in te richten, om de samenstelling van werken per zaal op elkaar af te stemmen en dan nog eens te combineren met schilderijen en foto’s. Vooral in de zaal waar de Victory Boogie Woogie samen met een aantal speelse mobiles gecombineerd is, valt te zien hoe ook Mondriaan zich richtte op het uitbeelden van beweeglijkheid. Een vertaalslag van de monumentale structuren die hij daarvoor in zijn klassieke beeldtaal ontwikkelde naar een dynamisch en eeuwigdurend ritme op tweedimensionaal vlak. Mondriaan en Calder representeren twee totaal verschillend uitgewerkte benaderingen van eenzelfde uitgangspunt: een fascinerende ontmoeting.
In mei 2011 won het Gemeentemuseum de Turing Toekenning, waaraan een bedrag van 450.000 euro was verbonden. Deze prijs won het museum voor het tentoonstellingsplan Alexander Calder: Bewegingen in de Ruimte. In dit plan werd de relatie tussen Calder en Mondriaan uitgewerkt, met als hoogtepunt de invloed van het atelierbezoek. Tijdens het samenstellen van de tentoonstelling werd de ondertitel veranderd naar De grote ontdekking. Enerzijds om de ontdekkingstocht van Calder (en ook Mondriaan) te beklemtonen en om de bezoeker op eenzelfde manier door de tentoonstelling te sturen: "ontdekt u maar...". Anderzijds door een ontdekking die conservator Doede Hardeman in het depot van het Kroller Muller Museum deed. Hij vond een maquette uit de zomer van 1976. Een ontwerp dat Calder maakte voor de beeldentuin van het museum. Maar de toestemming om het ontwerp uit te voeren kwam te laat, Calder overleed daarvoor. Hardeman deed de ontdekking twee maanden voor de opening, sindsdien is het een sleutelstuk in de tentoonstelling. Het brengt het massievere werk en de beweeglijkheid van de mobiles bij elkaar. Een mooie vondst, die precies op tijd kwam.
Al met al is het een ambitieuze tentoonstelling, die de bezoeker met kunstenaarsogen wil laten ontdekken. In opzet en uitvoering is het museum daarin geslaagd. Of zoals de president van de Calder Foundation, Alexander Rower, zei toen hij voor het eerst door de tentoonstellingsruimtes liep: This should be in the MoMA.
Alexander Calder, De grote Ontdekking
Tot 28 mei 2012 te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag.
Bij de tentoonstelling is een catalogus verschenen met artikelen van Hans Janssen, Doede Hardeman, Wietse Coppes en Caroline Roodenburg-Schadd.
Afgebeelde kunstwerken:
(Foto's 1,3,5 zijn door auteur gemaakt in de tentoonstelling; foto 2 Calder Foundation New York; foto 4 Kroller Muller Museum Otterlo)
1) Calder, Hercules en Leeuw, 1928; Mondriaan, Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw, 1921
2) Foto van Alexander Calder met sculptuur Josephine Baker IV, ca.1928
3) Reconstructie Atelier Mondriaan, door Frans Postma (TU Delf), met in de deuropening zicht op schilderij door Gerard Hordijk, Portret van Piet Mondriaan, 1927
4) Calder, Zonder titel (maquette), 1976
5) Calder, Rode en gele vaan, 1934. Schilderij links: Calder, Zonder titel, 1930. Schilderij rechts: Calder, Zonder titel, 1930.