MARTINE LETTERIE: SPANNENDE GESCHIEDENIS VOOR KINDEREN
Martine Letterie schrijft kinderboeken met een historische achtergrond. Op haar website stelt ze zichzelf uitgebreid voor.
Na mijn studie werd ik lerares Nederlands in Zutphen en Doetinchem. Voor de klas staan vond ik erg leuk. Aan de Pabo te Doetinchem gaf ik een paar jaar les over jeugdliteratuur. En dat was helemaal geweldig! Ik was namelijk al lang dol op kinderboeken en ik schreef er ook over.
Daardoor kwam ik van 1990-1993 in de Griffeljury. De juryleden bepalen met elkaar, wat ze de mooiste kinderboeken van het afgelopen jaar vinden. Toen ik erin zat, las ik van oktober tot mei een boek per dag. Dan moet je dus echt gek op lezen zijn.
In 1996 verscheen mijn eerste kinderboek. En in 1997 hield ik op met lesgeven om alleen nog maar te schrijven. Niet alleen mijn eigen kinderboeken, maar ook voor schoolboeken en over kinderboeken. Nu, in 2012 heb ik al 90 boeken geschreven. Ondertussen ben ik ook nog getrouwd en moeder van drie kinderen. Wil je ook nog weten wat mijn hobbies zijn?
Ik lees heel veel en heel veel kinderboeken, het liefst over vroeger. Een lievelingsboek is moeilijk te noemen. Als kind las ik Alleen op de wereld wel honderd keer. Verder houd ik erg veel van de boeken van Tonke Dragt, de Tillerman-boeken van Cynthia Voigt, De Robin-verhalen van Sjoerd Kuyper en… nog veel meer.
Van grote-mensenboeken vind ik de boeken van Thomas Rosenboom , Roddy Doyle, T.C. Boyle en Jaume Cabré erg mooi.
Tot zover de introductie van Martine Letterie op haar website www.martineletterie.nl
Martine is een opgewekte meid van 53 jaar en ze heeft veel plezier in het schrijven van historische jeugdromans. Haar liefde voor geschiedenis blijkt ook uit haar betrokkenheid bij de Schrijvers van de Ronde Tafel. Dit gezelschap bestaat uit een twintigtal schrijvers van historische jeugdliteratuur en is mede door haar opgericht. Vanuit de Ronde Tafel werd het project Vergeten Oorlog gestart. Martine schreef in dat kader het boek “Bommen op ons huis”.
Ze is wat schor door de vele optredens in het kader van de kinderboekenweek en voor de volgende dag is er nog een afspraak in Sassenheim waar ze 150 kinderen gaat ontmoeten. René is ook niet goed bij stem door een verkoudheid maar samen slaan ze zich dapper door het interview heen.
Martine vertelt dat ze geen bijdrage levert aan het omgaan met puberleed, zoals in andere kinderboeken wel gebeurt. In dat opzicht is ze misschien wel een a-typische schrijver van jeugdliteratuur. Ze wil kinderen graag een zetje geven om te gaan lezen en als ze merkt dat het lukt is ze trots. Zo vertelde een moeder tegen haar: “mijn zoon leest alleen uw boeken.” Dat is toch fijn om te horen…
Ze was altijd al geïnteresseerd in geschiedenis en jeugdliteratuur. Vandaar ook haar lidmaatschap van de Griffeljury. “Maar toen ik zelf ging schrijven ben ik daarmee gestopt. Als je zelf schrijver bent is het niet goed collega’s te beoordelen. In het algemeen vind ik dat je nooit iets slechts moet zeggen over het werk van collega’s. We moeten elkaar steunen.”
In 1996 schreef ze "Schorremorrie van de Pruk", waarvoor ze onderzoek deed bij het Haags gemeentearchief. Het bleek dat in 1772 de gebroeders Letterie een bende vormden in de hofstad. Ze braken regelmatig in in buitenhuizen in Den Haag en omgeving. In 1998 verscheen “Ver van Huis” over arme stadskinderen die in 1830 vanuit Den Haag verhuizen naar Frederiksoord, in Drenthe. Daar komen ze terecht bij “de vrije koloniën van de Maatschappij der Weldadigheid”, waar ze leren voor zichzelf te zorgen door te werken op een van de hoeves.
Martine zegt dat haar uitgever erop aandringt in een verhaal niet alle problemen voor de hoofdpersonen weg te nemen. “Ze (de uitgever, RM) zegt vaak: gelukkige kinderen daar hebben we niks aan in een verhaal. Een kind moet lijden, voordat het verhaal tot een gelukkig einde komt.” Martine bereidt zich goed voor op een historische jeugdboek en maakt daarbij dankbaar gebruik van de diensten van het plaatselijke archief.
In het kader van het (door het ministerie van WVS gesubsidieerde) project Vergeten Oorlog schreef ze “Bommen op ons huis” (over het bombardement van 14 mei 1940). In opdracht van het stadsarchief Rotterdam (150-jarig bestaan) schreef ze "Vlucht uit New York". Dit verhaal gaat over Roemeense joden die aan het begin van de vorige eeuw via Rotterdam naar Amerika probeerden te vluchten. Een onbekend verhaal . Martine zegt daarover: “ik hou van vergeten geschiedenis.” Dat element (vergeten geschiedenis) zit ook in “Bommen op ons huis”. Na de capitulatie werd nog doorgevochten in Zeeland en ook Middelburg werd gebombardeerd.
Haar boeken over Berend van Hackfort (voor kinderen van 6 tot 9 jaar) spelen zich af in en rondom Kasteel Vorden. De serie werd een succes en rondom de verhalen werden allerlei activiteiten georganiseerd. Zo kwam er een Berend van Hackfort-dag en een Berend van Hackfort-fietsroute.
Waar is ze op dit moment mee bezig? Martine heeft van de Stichting Herinneringscentrum kamp Westerbork een verzoek gekregen. Voor kinderen tussen 7 en 9 jaar zijn er in het herinneringscentrum geen specifieke zaken aanwezig en dat moet veranderen. Martine wil daar verandering in brengen door een oorlogsverhaal te schrijven waarin een zevenjarige de hoofdrol speelt. "Groeten van Leo", gaat het boek heten. Een moeilijke maar inspirerende opdracht.
Martine Letterie
Schrijvers van de Ronde Tafel