JOOST ROSENDAAL: UIT DE PLOOI. DE ACHTTIENDE EEUW IN BEWEGING

Geplaatst op 4 april 2013 door Tessa van den Dolder
Joost Rosendaal: Uit de plooi. De achttiende eeuw in beweging
De achttiende eeuw was meer dan de Zilveren eeuw na de Gouden Eeuw en het tijdperk van stoffige pruiken, aldus Joost Rosendaal.
Gezin van Arent Anthoni Roukens, Willem Joseph Laquy (1738-1798), 1786 Collectie Museum Het Valkhof

 
 Het boek Uit de plooi – De achttiende eeuw in beweging wil recht doen aan de achttiende eeuw. Begrijpelijk. Tijdens mijn studie was er wel alle aandacht voor die zeventiende eeuw. Maar de achttiende eeuw was alleen interessant vanwege de internationale politieke verhoudingen. 

Volgens Rosendaal was de achttiende eeuw een periode waarin diepe plooien, stijve pakken verdwenen en mensen zich politiek en maatschappelijk ontplooiden. Rosendaal betoogt dat de culturele, politieke en sociale veranderingen de moderne samenleving tot stand hebben gebracht. Hij doet dit aan de hand van een korte introductie waarin hij de vijf thema’s uitlegt waar het verdere werk om draait. Politiek, religie en moraal, wetenschap en cultuur, kunst en samenleving, economie en dagelijks leven. 
 
Rosendaal legt uit dat de Republiek bestond uit gewesten die geheel los van elkaar functioneerden. In 1702 kwam Willem III om na een val van zijn paard. In 1747 viel Frankrijk de Republiek binnen waarop de Oranjes aandrongen om Willem IV tot erfstadhouder te benoemen. De democratiseringsbeweging van de patriotten werd door Pruisisch ingrijpen tot staan gebracht in 1787. DE revolutionairen vertrokken naar Frankrijk om daar te lobbyen voor militaire steun. Met deze steun en dankzij het bevriezen van de waterlinie trokken zij in 1794/1795 Nederland binnen en riepen de Bataafse Republiek uit. Belangrijkste pijlers waren de invoering van de Verklaring van de Rechten van de Mens, de een- en ondeelbaarheid van de Republiek en gelijke rechten voor alle ingezetenen. Pas in 1798 werden deze punten met een staatsgreep verankerd in de grondwet. 
 
Hoewel katholieken in de praktijk hun geloof mochten belijden, werd dat in de achttiende eeuw wettelijk vastgelegd (1730). De religieuze diversiteit zorgde voor geestelijke filosofische vrijheid wat leidde tot de Verlichting. Kerk en staat werden uiteindelijk van elkaar gescheiden en ook katholieken mocht een politiek ambt bekleden; religie speelde vanaf dat moment geen rol meer in de publieke ruimte. 

Rosendaal vertelt dat het decentrale karakter van de Republiek veel ruimte voor ontplooiing gaf. Zo ontwikkelde Spinoza de radicale Verlichting. De mens probeerde zich van zijn onmondigheid te ontworstelen en door discussies over de zingeving van de mensheid, ontplooide men zich. 

Dankzij de langdurige vrede in de achttiende eeuw ontstond er een onbezorgde sfeer. Nieuwe genres werden ontwikkeld, andere cultuurbronnen omarmt. De kunsten en muziek werden belangrijke functies in de sociale en politieke hiërarchie; het gaf gezag en aanzien. In het dagelijks leven was er sprake van individualise die zich voornamelijk uitte in de rol van de vrouw; zij werd de heerseres van het huiselijk domein. Daarnaast ontstond er een steeds duidelijke scheidslijn tussen het publieke en privédomein. 
 
Het boek bestaat uit 57 vensters, zoals Rosendaal ze noemt. Deze vensters presenteren de verschillende onderwerpen en geven een inkijkje in de ziel van de achttiende-eeuwer. Tegelijkertijd geeft het uitzicht op de wereld van diezelfde achttiende-eeuwer. Het bekendste voorbeeld van een venster is Douwe Egberts onder het kopje ‘genieten’. Het vertelt over de eerste genotsdranken in de Republiek, zoals thee en chocolademelk en dankzij de VOC, ook koffie. Het is vanaf dat moment dat het drinken van bijvoorbeeld koffie een evenement werd om ‘sociale verhoudingen te bevestigen’. 
 
En inderdaad, alle vensters passen binnen de genoemde thema’s. Zo kom ik ‘ De eeuw van de vrouw’ tegen, maar ook ‘Ruzie in de kerk’, ‘Stadhouderloos’, ‘Spot, satire en venijn’ en ‘Staatsregeling’. Er is voor een chronologische volgorde is gekozen al is het niet expliciet aan de hand van een tijdlijn. 
 
Aangezien het Uit de plooi een publicatie is bij de gelijknamige tentoonstelling in Museum Het Valkhof (2 februari tot en met 26 mei 2013) komen er ook veel objecten voor bij de verhalen. Ook zijn er vensters die geheel gewijd zijn aan een object, zoals bijvoorbeeld de ‘Galajapon’ over de mode in de achttiende eeuw. Een ander voorbeeld van een object is een schilderij van Cornelis Troost (1696-1750) ‘Joanna en de ‘smousen’’, 1741. De tekst vertelt over de schilder, zijn werk en dit betreffende werk. Aangezien deze werken zo expliciet worden uitgelicht, neem ik aan dat deze objecten ook in de tentoonstelling te zien zijn. 
 Het is een boek dat vooral uitnodigt tot bladeren en kijken. Natuurlijk is het handig om eens iets op te zoeken en na te lezen. De uitgave is een plaatje op zich. De vele kleurrijke foto’s leveren daar een belangrijke bijdrage aan. Per onderwerp is er een korte literatuurlijst opgenomen voor verdieping na het bezoek aan de tentoonstelling.
 
Jan Rosendaal toont aan dat in de beeldvorming de achttiende eeuw ten onrechte is opgezadeld met saaie, stoffige pruiken. 

Uit de plooi – De achttiende eeuw in beweging
Joost Rosendaal. Met bijdragen van Marja Begheyn-Huisman en Barbara Kruijsen (conservator en assistent-conservator oude kunst bij Museum Het Valkhof Nijmegen)
ISBN978-94-6004-127-3
216 pagina's
€22,50
 
Bericht geplaatst in: artikel, pas verschenen, boekrecensie