TOISON D’OR: OP ZOEK NAAR WERELDBEROEMD GOUD
Ligt de Schat van het Gulden Vlies nog steeds verborgen in Brussel?
Al sinds het begin der tijden is de mensheid gefascineerd door verdwenen schatten, verborgen goud en geheimzinnige schatkaarten. Of het nu ging om de beroemde Menorah-kandelaar die door de Romeinen uit Joodse Tempel werd gestolen (70 na Chr.) of de verdwenen Barnstenen Kamer (WO II): altijd heeft het de mens in hoge mate gefascineerd waar lang verdwenen kostbaarheden uit het verleden zich thans bevinden. Niet voor niets worden verhalen van R.L. Stevenson (Schateiland) en Edgar Allan Poe (The Gold-Bug) over waardevolle schatten tot op de dag van vandaag nog steeds gelezen. Er worden zelfs speelfilms en Strips over dit onderwerp gemaakt. Denk maar eens aan Pirates of the Caribean en Kuifje: de Schat van Scharlaken Rackham. Zoeken en speuren naar rijkdom is een oer-ervaring van de mens.
Ook de Lage Landen bezaten zo’n wereldberoemde, geheimzinnige bron van rijkdom: de Schat van het Gulden Vlies (Toison d’Or). Hij zou volgens historische bronnen verstopt hebben gelegen in zeven kisten in de gewelven onder de kapel van het Coudenberg-paleis in Brussel. Betrouwbare geschiedschrijvers beweren dat de schat zich thans in Wenen bevindt, maar niet iedereen is daarvan overtuigd. In Brussel denkt men daar soms anders over. Tijd voor een onderzoek.
Gouden kruis
De Orde van het Gulden Vlies werd in 1430 in Brugge opgericht door de Bourgondische hertog Filips de Goede en had als hoofdzetel de Franse stad Dijon. Later werd Brussel de plaats van samenkomst. De term Gulden Vlies verwijst naar de Griekse mythe van Jason en de Argonauten. Waarom Filips juist voor dit klassieke thema koos, is onduidelijk. De katholieke Orde van het Gulden Vlies was vooral bedoeld om hoge edellieden te verenigen en het christelijk geloof te versterken. De orde bestaat nog steeds en beroemde hedendaagse leden zijn: prinses Beatrix, koning Albert II van België, Koning Harald V van Noorwegen en koningin Margrethe II van Denemarken.
De adellijke orde van het Gulden Vlies was gefortuneerd en bezat veel bijzondere kostbaarheden. Hun schat bevond zich eerst onder de kapel van het Coudenberg-paleis in Brussel, maar verhuisde daarna naar het onderkomen van de Rekenkamer.
rechts: Hertog Filips de Goede (1419 - 1467) met de ridderorde om zijn hals.
De rijkdommen bestonden onder meer uit parels, een rode edelsteen, twee gulden vliezen (schapenvachten), gouden halssnoeren, wapenschilden, een gouden kruis ingelegd met robijnen, altaar-kleden met parels, kledingstukken van ridderorden, verschillende tafelkleden in damastlinnen en vijftien met goud en met satijn versierde fluwelen mantels.
Kapel
De plaats waar de schat van het Gulden Vlies jarenlang heeft gelegen, valt nog steeds te bezoeken. De cryptekapel, waar de kostbaarheden lagen, bevindt zich thans onder het prachtige Koningsplein van Brussel. Hier stond vroeger het befaamde Coudenberg-paleis waar ooit wereldheerser Keizer Karel V de scepter zwaaide. Nadat een brand in 1731 het complex verwoestte, werd pas vanaf 1775 begonnen met de aanleg van een nieuwe wijk. Van het vroegere kasteel bleef vrijwel niets over. Alleen de kelders van het paleis en de muren van de hofkapel bleven overeind staan. De gewelven kan men betreden als men naar het Bellevue Museum gaat en daar voor 7 euro een munt koopt waarmee men afdaalt in de gewelven van de Coudenberg.
Rechts: maquette van het paleis op de Koudenberg, Paul Hermans, CC Wikipedia
De contouren van de kapel zijn nog duidelijk zichtbaar. Waar de kostbaarheden exact gelegen hebben, weet niemand meer, maar het is wel de juiste locatie van het geheim. Indrukwekkend om hier op de plaats van de schat te staan.
In de gewelven van de Coudenberg ziet men verder resten van oude zalen (Aula Magna), deuren, ramen, kassei-wegen (Isabellastraat) maar ook latrines. Doormiddel van video’s, informatieborden en maquettes krijgen bezoekers een goed beeld van hoe het er hier vroeger uit gezien moet hebben. Kinderen kunnen met een eigentijdse App (for Kids) letterlijk op zoek gaan naar de schat van het Gulden Vlies. Zeer onlangs was er ook een speurtocht met bijbehorende schatkisten die jongeren op weg moest helpen om de schat van het Gulden Vlies definitief naar boven te halen (tot 5 januari 2020).
Evacuatie
De eerdergenoemde brand van 1731 zorgde ervoor dat de schat van het Gulden Vlies werd overgebracht naar de zalen van de Rekenkamer. Daar bleven de kostbaarheden het grootste deel van de tijd totdat de Fransen in 1794 Brussel dreigden binnen te vallen. Om te voorkomen dat de schat in handen van de Fransen zou vallen, werd op 24 juni van datzelfde jaar besloten om de schat van het Gulden Vlies per schip naar de Noordelijke Nederlanden te brengen (nu Nederland).
Daar bleven de kostbaarheden vijf maanden aan boord van enkele schepen. Toen de situatie wat gunstiger was, bracht men de schat snel over naar het Beierse Würzburg. Omdat de Franse tropen vervolgens ook daar naderden, besloot men de schat van het Gulden Vlies naar Regensburg te vervoeren waarna hij, na een tocht van 5 jaar via o.a. Linz en Krems, op 14 augustus 1799 in Wenen arriveerde. Daar is de schat nu nog altijd aanwezig. Toeristen en andere bezoekers kunnen de kostbaarheden daar tot op de dag van vandaag komen bewonderen. Er zijn o.a. te zien: de halsketting van de heraut van de Orde, het kruis van trouw, een keten van de Orde van het Gulden Vlies en de liturgische gewaden die de Orde gebruikte.
Schatzkammer
Na de Eerste Wereldoorlog trachtte de Belgische regering samen met Koning Albert I de schat van het Gulden Vlies terug te krijgen van Oostenrijk. De Belgische overheid stelde dat de Orde van het Gulden Vlies een nationale orde was die gebonden was aan het grondgebied van de Nederlanden. Oostenrijk was het daar niet mee eens en bracht er tegenin dat de Orde juist gebonden was aan de vorst (Habsburgers) die over de Nederlanden regeerde en niet aan een specifiek land (België).
Een commissie van juristen moest uitsluitsel geven over de claim. Het oordeel viel in 1921 uit in het voordeel van Oostenrijk. Volgens de commissie was de orde inderdaad nooit gebonden aan een land of grondgebied, maar wel aan een vorst. Daarom kon de schat van het Gulden Vlies gewoon in Wenen blijven.
Na de Tweede Wereldoorlog waren er in België opnieuw plannen om het proces van het Gulden Vlies weer te openen, maar dat liep op niets uit. De zaak was immers na het vonnis van 1921 niet meer ontvankelijk. De schat blijft daarom definitief in Wenen, meer bepaald in de Schatzkammer van het Hofburg-paleis.
Fransen
In Brussel vissen ze dus achter het net. De schat en de Orde van het Gulden Vlies zijn ze in de Europese hoofdstad echter nog steeds niet helemaal vergeten. Niet voor niets heet een hele wijk van Brussel nog steeds Toison d’Or (Gulden Vlies) net als een voorname Brusselse straat (Gulden Vlieslaan), een belangrijke bioscoop, (UGC-Toison d’Or) en een parking (Toison d’Or).
Dat is echter niet het enige dat in België en Brussel nog aan de roemruchte Toison d’Or schat doet herinneren. Als toerist kun je met behulp van een app de beroemde schat gaan zoeken in de gewelven van het Coudenberg-paleis. Ook de film Kuifje en het Geheim van het Gulden Vlies, die nog steeds op YouTube staat, zinspeelt op de oude schat, net als de strip Baekelandt (thans gewoon te koop) die een heel boekwerk wijdt aan de evacuatie van de schat van Brussel naar Wenen.
In België is de schat van het Gulden Vlies dus nog steeds actueel, maar ze krijgen hem niet meer terug. Allemaal de schuld van die vermaledijde Fransen. Al tijdens de Guldensporenslag van 1302 konden de Belgen hen niet uitstaan.
Promotievideo van het Coudenberg paleis op YouTube: