DE ZWIJGER. HET LEVEN VAN WILLEM VAN ORANJE.
Lieve lezers, alles aan dit boek is mooi.
De uitgave zelf is mooi. Zwaar, gebonden, deftig, fraaie illustraties, prachtig portret door Antonius Mor van de jonge Willem (dan 22 jaar) op het omslag. De vastberadenheid en verbetenheid van de geportretteerde straalt er vanaf.
Daarmee begint meteen al een kwestie. Want auteur René Van Stipriaan wijst ook op het “doorkomend vlasbaardje” dat “iets zachts en kwetsbaars” uitstraalt. Een helder en eenduidig beeld van het karakter van Willem van Oranje schetsen, van zijn diepste drijfveren en doelstellingen is, zegt Van Stipriaan, onmogelijk. Vandaar dat er ook zoveel verschillende interpretaties van zijn leven en persoonlijkheid zijn.
Anthonis Mor van Dashorst: Portret van Willem I van Nassau 1555, Wikimedia Commons, www.museum-kassel.de
Dat laatste kan ik, als leerling van de Dr. Abraham Kuyperschool, bevestigen. Wij kregen de gereformeerde versie van Willem de Zwijger voorgeschoteld. De man die koos voor de vrijheid en het ware geloof en de katholieke tiran bestreed tot aan zijn laatste ademtocht. Een laatste ademtocht die lang genoeg duurde om, in het Frans, nog enkele fraaie volzinnen te produceren waarin hij vroeg om Gods genade voor hemzelf en zijn arme volk. Mijn held!
Later begreep ik dat katholieke leeftijdsgenoten een heel ander beeld van dezelfde man meekregen. Een opstandeling die het niet zo nauw nam met de levens van katholieke Nederlanders en zijn eigenbelang zwaarder liet wegen dan de eed van trouw die hij aan zijn vorst had gezworen. Een opportunist, feestvierder, dronkelap en overspelige echtgenoot die zijn tweede vrouw krankzinnig liet verklaren en strafte met levenslange opsluiting.
Van Stipriaan komt niet met een definitef oordeel. Aan het eind van zijn boek haalt hij opnieuw het portert van Willem door Antonius Mor uit 1555 naar voren en plaatst dat tegenover een afbeelding uit 1583 (Oranje is dan 50) van een onbekende schilder. “(…) eenzelfde vorsende oogopslag, maar ook een vroegoude man, die zich hult in eenvoud. Effen zwart overkleed, simpel kraagje en een zwart kalotje om de schedel.”
Zie afbeelding hiernaast, collectie Rijksmuseum, http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.5918
De biograaf wijst wel op de oorspronkelijke doelstelling van de jonge Willem. De verheffing van het geslacht Nassau, ten onrechte ver achterop geraakt bij de Habsburgers. Daarbij waren er al vroeg persoonlijke tegenstellingen tussen Willem enerzijds en kardinaal Granvelle en de (eveneens jonge) landsheer Filips II anderzijds. Dit in een snel veranderende wereld waarin ideeen van humanisten en hervormers wortel schoten en de geest in veel Europese landen rijp maakte voor revolutie en opstand. De diepste inzichten van Willem van Oranje over belangrijke kwesties (het geloof, de staatsinrichting, de familiedynastie, de internationale politiek) veranderden naarmate de omstandigheden zich wijzigden. Dat maakt het onmogelijk om tot een scherpe karaktertekening te komen.
En dat is meteen de verdienste van deze biografie. De wereld van Willem van Oranje was uiterst complex. Van Stipriaan gaat de problemen niet uit de weg en probeert de lezer uit te leggen welke verschillende invalshoeken er aan de orde waren. Daardoor ontstaat een mooi tijdsbeeld waarin het ingewikkelde krachtenveld waarin het leven van Oranje zich afspeelde wordt blootgelegd. Dat is een knappe prestatie.
Eén ding begrijp ik niet en dat begreep ik ook al niet toen ik leerling was van de Dr. Abraham Kuyperschool en van de meester moest vernemen dat onze held door moordenaarshand was gevallen. Namelijk dit: hoe slaagde Balthasar Gerards er in om al bij zijn eerste bezoek zo dicht bij de prins te komen? Terwijl iedereen in zijn omgeving toch wist dat diens leven permanent in gevaar was. En hoe kon de moordenaar, voorzien van notebane bij de lijfwacht van de prins gekochte pistolen, zich zo lang zonder argwaan ophouden vlak buiten de eetzaal? Wat een onvoorstelbaar slappe beveiliging voor de belangrijkste man van de Opstand.
Van Stipriaan gelooft ook niet in de beroemde laatste woorden van Oranje. Hij vermeldt wel dat Granvelle al meteen liet weten dat het onmogelijk was dat de prins nog laatste worden zou hebben gesproken. Oranje was, volgens de kardinaal, na elke maaltijd stomdronken en niet in staat om zelfs maar één woord uit te brengen. ‘Roomse leugens’ zouden wij gereformeerde jongelingen lang geleden hebben geroepen. Nu weet ik het niet meer zo zeker.
Als de sodemieter naar de winkel mensen! Lezen dat boek!
René van Stipriaan
De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje.
Querido Facto, 2021
944 pagina’s
€45