HET GROTE GRAAIEN
Georg Naporra heeft vier jaar als matroos bij de VOC gevaren en die periode heeft hem voor het leven getekend. Hoewel hij als arme boerenzoon uit Oost-Pruisen bekend was met armoede en ellende maakte hij aan boord verschrikkelijke dingen mee. Honger, dorst, mishandeling, roof, ziekte en dood waren de basisingredienten van het matrozenbestaan. Mensenlevens telden niet voor de VOC. Alles stond in het teken van het behalen van de grootst mogelijke winst. Wie dat streven in de weg stond groef zijn eigen graf.
Deze week brengt de Volkskrant een boekje uit onder de titel Het Grote Graaien. De salariskloof tussen topbestuurders en werknemers is de afgelopen 25 jaar groter geworden. Foute boel? Misschien.
Als Georg Naparra in 1755, na vier jaar varen voor de VOC, terug is in Amsterdam is eenderde deel van de oorspronkelijke bemanning van zijn schip overleden. Ten prooi gevallen aan de hebzucht van de VOC-top. Toch heeft De Compagnie een promimente plaats in de onderwijscanon gekregen en de minister-president roemt de VOC-mentaliteit.
Het Grote Graaien zit ons in het bloed.