NEDERLAND IN DE ACHTTIENDE EEUW (1700-1795)

Geplaatst op 25 december 2010 door Folkert Anders
Nederland in de Achttiende Eeuw (1700-1795)
Nederland verloor zijn status van wereldmacht die het had in de Gouden Eeuw. Hoe kon dat gebeuren?

Over rentenierende kooplui en de bloei van de financiële sector in Amsterdam. Over de Vierde Engelse Oorlog en de Slag bij de Doggersbank. Over Wilhelmina van Pruisen en haar aanhouding bij de Goejanverwellesluis. Over de strijd tussen patriotten en Oranjegezinden. Over invallende troepen uit Pruisen en Frankrijk. Over de inname van barrieresteden en generaliteitslanden. Over de neergang en het einde van de eens zo machtige Republiek.


Nadat Willem III was overleden brak een nieuw tijdperk aan. Niet langer was de Republiek één van de machtigste staten in Europa. Wat handel betrof oversteeg die van Engeland die van de Nederlanden. Dit werd temeer duidelijk toen bij de Vrede van Utrecht (in 1713) de Spaanse Successieoorlog werd beëindigd. Nederland had bij de vredesbesprekingen weinig in te brengen.

Een gevolg van de Vrede van Utrecht was onder meer dat de Zuidelijke Nederlanden in handen kwamen van de Oostenrijkers. De Gouden Eeuw was voorgoed voorbij. Economisch ging het minder voor de wind als dat het decennia lang had gedaan. Er ontstonden grote inkomensverschillen tussen de elite en ‘het grauw’. De VOC haalde minder winsten dan dat het gewend was en de werkloosheid steeg.

Op bestuurlijk vlak hadden opnieuw de regenten het voor het zeggen in De Republiek. Na Willem III besloten zij dat het tijd was voor een Tweede Stadhouderloze Tijdperk, dat duurde van 1702 tot 1747. In Friesland en Groningen bleef de stadhouder, Johan Willem Friso, echter zitten tot zijn overlijden in 1711. Na hem nam Willem IV van Oranje Nassau het van hem over. In 1747 werd hij vervolgens stadhouder van alle gewesten in De Republiek.


Frankrijk valt de barrièresteden aan


De Spaanse Successieoorlog was erg kostbaar geweest voor De Republiek. De staat had veel geld moeten lenen om de legers te kunnen betalen. Er was na de oorlog geen geld meer over en dit had gevolgen. De uitgaven voor de marine en het leger werden sterk teruggebracht in de hoop dat grote landen als Frankrijk en Engeland geen nieuwe oorlog tegen de Republiek zouden beginnen. Tot opluchting van de regenten en de bevolking hadden bovengenoemde grote landen geen ambitie om een nieuwe oorlog in Europa uit te vechten. Lang zou deze vrede echter niet duren. In 1744 kon Frankrijk het niet laten om de verzwakte Republiek aan te vallen. In dit jaar veroverde zij op spectaculaire wijze de barrièresteden in de Zuidelijke Nederlanden en viel het drie jaar later de generaliteitslanden aan. Dit leidde tot veel onvrede onder de bevolking.

Het volk gaf de regenten de schuld van de dreiging die nu optrad en eisten dat een lid van het huis van Oranje opnieuw werd benoemd aan het hoofd van De Republiek. En dit gebeurde dan ook. De regenten, die bang waren door het volk gemolesteerd te worden, benoemden de eerder genoemde Willem IV tot stadhouder van alle gewesten in De Republiek. Willem IV regeerde tot zijn dood in 1751 waarna zijn zoon Willem V het roer overnam.


De Vierde Engelse Oorlog en de Slag bij de Doggersbank

Ondertussen verslechterde de relatie met Engeland. Nederlandse regenten en kooplieden verstrekten grote sommen geld aan Amerikaanse kolonisten. Deze probeerden zich los te maken van de Engelsen en dat lag goed bij veel inwoners van De Republiek. Immers, Engeland werd sinds de Engelse Oorlogen gezien als de vijand. Uiteindelijk brak in 1780 een nieuwe oorlog uit tussen De Republiek en Engeland. Deze Vierde Engelse Oorlog verliep rampzalig voor De Republiek. De Slag bij de Doggersbank op 5 augustus 1781 eindigde onbeslist, maar in de oorlog wist Engeland honderden Nederlandse koopvaardijschepen in beslag te nemen wat als gevolg had dat de handel van De Republiek nagenoeg stil viel. Dit was een harde klap. Tot overmaat van ramp eiste Oostenrijk de barrièresteden in het zuiden op.

Er moest iemand de schuld krijgen van deze neergang in de Republiek en dat was de stadhouder Willem V. Hij werd beschuldigd van de slechte toestand in de Republiek en het aanstellen van de verkeerde mensen op de verkeerde plaatsen én hij werd afgebeeld als een despoot. Deze houding tegen een lid van het Huis van Oranje werd met instemming begroet door de regenten, die zich van oudsher afzetten tegen de stadhouders. Ook een nieuwe groep van democraten (kooplui, handwerkslieden en doopsgezinden) vond dat het tijd werd om, net als de Amerikanen, het bestuur zelf in de hand te nemen.

Als gevolg hiervan verschenen overal groepen mannen die oefenden in het gebruik van wapens; de vrijkorpsen. Ze noemden zichzelf ‘patriotten’. Dit betekende zoveel als: zij die van het vaderland houden. Hiertegenover stonden de Oranjegezinden die aan de kant van Stadhouder Willem V stonden. De strijd tussen deze twee groepen werd steeds heviger en in de jaren tachtig van de achttiende eeuw kreeg het trekken van een burgeroorlog: het rommelde in de Republiek.


De neergang van de Republiek

Een grote vraag in de achttiende eeuw was hoe het had kunnen gebeuren dat een land dat zo machtig was geweest in de zeventiende eeuw, dat een van de grootste spelers was op economisch en militair gebied in de Gouden Eeuw, nu zo marginaal opereerde. Een belangrijke reden hiervoor was een ommekeer in de manier van handel drijven en de rol die bijvoorbeeld Amsterdam daarin speelde. In de zeventiende Eeuw was Amsterdam een belangrijk centrum als opslagplaats van goederen uit de hele wereld. De stapelmarkt en de pakhuizen in de hoofdstad lagen vol met goederen, specerijen en graan uit de hele wereld. In de achttiende eeuw begonnen producenten en afnemers echter veel meer direct met elkaar te handelen en werd Amsterdam als tussenstation voor een groot deel overbodig.

De rijke kooplui en regenten hadden inmiddels een nieuwe manier van inkomsten weten te verwerven. Met hun verdiende geld belegden zij door middel van investeringen in de ondernemingen en de activiteiten van anderen. Hiermee verdienden zij veel geld door de inkomsten van rente over het door hun geleende kapitaal. Zo konden ze relatief gemakkelijk en zonder al teveel inspanningen geld verdienen: achterover leunen en geld binnenhalen. En dit had zijn weerslag op het ondernemersklimaat in de Republiek. De handelsgeest uit de Gouden Eeuw maakte plaats voor een belegen, verzadigde tevredenheid. Positief gevolg was echter wel dat de financiële sector in de Republiek en met name in Amsterdam enorm groeide.


Frans wordt chique

De elite van de Republiek keek ondertussen steeds meer naar Frankrijk. De Verlichting en de daaruit voortkomende ideeën spraken de regenten en rijke kooplui aan. Het werd chique om Frans te spreken. Dit onder meer om een duidelijke afstand te creëren tussen hen en de rest van de bevolking waar op werd neergekeken. De regenten en hun vrouwen neigden naar de Franse manier van leven en haalde inspiratie uit Franse literatuur, het classicisme en schilderkunst.

Ondertussen hadden de patriotten veel invloed gekregen in de Republiek. Vooral na de nederlaag in de Vierde Engelse Oorlog begon de weerstand tegen de stadhouder Willem V te groeien. De woede van de bevolking over de neergang van de Republiek en de economische achteruitgang vond een uitweg in het patriottisme. In de gewesten Overijssel, Groningen en Holland trokken zij de macht naar zich toe. Ditzelfde gebeurde in de stad Utrecht en de steden Elburg en Hattem in Gelderland. Willem V en zijn familie zagen dit met lede ogen aan en voelden zich daarnaast bedreigd; immers het volk het al eerder het heft in eigen hand genomen door de moord op de raadpensionaris De Witt. In 1785 vluchtten Willem V en zijn familie daarom naar Nijmegen. Daar verbleven zij enige jaren om de strijd tegen de patriotten voort te zetten. Ze wisten de steden Elburg en Hattem opnieuw in bezit te krijgen. Ondertussen had prinses Wilhelmina een gedurfd plan.


Wilhelmina van Pruisen

Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), een zus van de Pruisische koning, vertrok naar Den Haag om daar Oranjegezinden om zich heen te verzamelen en zo de macht terug te krijgen. Vanuit Nijmegen vetrok ze met een gezelschap naar Den Haag, maar bij de stad Gouda (in de buurt van Haastrecht en Hekendorp) werd zij tegengehouden bij de Goejanverwellesluis. Ze werd daar enige tijd vastgehouden door de patriotten. En dit was zeer tegen het zere been van deze adellijke dame: tegengehouden door een stel boeren! Ze keerde hierop verontwaardigd en woedend terug naar Nijmegen en informeerde haar broer, de Pruisische koning, over het leed wat haar was aangedaan. Hierop zond de koning van Pruisen in 1787 een leger naar de Republiek om de patriotten een les te leren. De patriotten waren niet opgewassen tegen de Pruisische militaire macht en gaven zich gewonnen. Hierop keerde Willem V met zijn gevolg terug naar Den Haag. De patriotten moesten vluchten en de hun machtpostities  werden door Oranjegezinden ingenomen. De meest fanatieke patriotten, zo’n 3500 man sterk, vestigden zich in de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Ondertussen was de Republiek ook internationaal volledig verzwakt en uitgespeeld. De bestuurders in Den Haag moesten luisteren naar Pruisen aan de ene kant en naar het machtige Engeland aan de overkant van de Noordzee aan de andere kant.


Revolutie in Parijs en het einde van De Republiek

Inmiddels stond de Republiek aan de vooravond van een ontwrichtende tijd: de overheersing van Frankrijk. In 1789 hadden revolutionairen in Parijs de Bastille bestormd en daar de macht gegrepen. Revolutionaire legers begonnen aan een veldtocht in Europa met een ongekende hardheid. Ook de Republiek werd aangevallen. In 1792 zwermden Franse legerdivisies de Nederlanden binnen. De gevluchte patriotten sloten zich aan bij de Fransen en vormden een Vreemdelingenlegioen dat in 1795 onder gezag van de Fransen tegen de soldaten van de Republiek begonnen te vechten. De bekende Hollandse Waterlinie, die om Holland en Utrecht liep, had in de winter van 1795 geen nut als verdedigingslinie: de rivieren waren bevroren en de Fransen benutten dit om op te trekken naar Holland en Amsterdam. Hierop vluchtte Willem V naar het veilige Engeland. De Franse Tijd was aangebroken.

Bericht geplaatst in: artikel