VERSE GESCHIEDENIS, ZO UIT DE GROND!
Geplaatst op
9 december 2012
door
Redactie
Monique Deege verbindt archeologie, onderwijs en communicatie: "geschiedenis ligt om de hoek, het is een kwestie van kijken."
Monique Deege is het gezicht achter Bureau Communique. De doelstelling van haar bedrijf is het de resultaten van archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek ‘vertalen’ en presenteren op een voor de doelgroep begrijpelijke manier. Een gedreven liefhebber van geschiedenis met een professionele achtergrond.
Geschiedenis.nl: Wie is Monique Deege?
Geschiedenis.nl: Wie is Monique Deege?
Ik hou van mensen en geef graag iets positiefs aan ze mee. Ik ben daarnaast ook erg nieuwsgierig, en wil dus altijd weten hoe zaken in elkaar zitten. Vrienden omschrijven me als een onverbeterlijk romantisch iemand, omdat ik er vanuit ga dat het met de wereld goedkomt als we het samen doen.
Geschiedenis.nl: Met welk project ben je op dit moment bezig?
Op dit moment ben ik bezig met het afronden van de Reuvensdagen 2012 (het landelijke tweedaagse archeologencongres, ik maakte deel uit van het organisatieteam). ‘k Sta ook twee keer per week als juf voor de klas (groep 6) in het Haagse Cultuurmenu met een les over archeologie, ben bezig met plannen voor volgend jaar (rond Forum Hadriani) en ga nu hard aan de slag met het jubileumboek van de C1000.
Geschiedenis.nl: Je bent archeologe. Aan welke opgraving heb je tot nu toe (de mooiste komt natuurlijk nog!) de beste herinnering en waarom?
De mooiste herinneringen heb ik aan de opgraving op Forum Hadriani (Voorburg) van 2007-2008. Al heb ik er geen schep in de grond gestoken –mijn taken lagen op het communicatie- en educatievlak-, het was een bijzondere tijd waar geschiedenis ‘vers uit de grond’ kwam. De tweede Romeinse stad die ons land rijk was (Nijmegen is de andere), daar waren we aan bezig. Meer dan 50.000 vondsten kwamen er tevoorschijn, zelfs een niet-vermoede haven met houten beschoeiing. En dat alles tussen een oerwoud van heipalen van latere gebouwen door. Het veranderde de kijk op de stad enorm.
Maar er was meer: we zagen bij het opgraven ook nog de sleuven van Reuvens, die als eerste opgroef op het terrein van 1827 – 1834. Hij was de eerste hoogleraar archeologie ter wereld, en daar sta je dan te staren in zijn werk, letterlijk. Hij had nog geen graafmachines, geen stalen damwanden en werkte met kruiwagens en mankracht alleen. In de profielen van de opgravingsputten zag je scherp terug tot hoe diep hij zonder gevaar voor instorting had durven gaan.
Wat hij niet kon, kon nu wel: onder de Romeinse laag –en dus dieper- graven op de flank van de oude strandwal. Hoop en verwachting kwamen aan het eind van de opgraving bij elkaar: vuurstenen pijlpunten, aardewerk en botmateriaal maakten duidelijk dat in de prehistorie (Vlaardingencultuur, 3500 – 2500 v. Chr.) ook hier, net als in het hele kustgebied, mensen hadden verbleven. De bewoners uit deze tijd kozen nog lang voor een mix van landbouw en jagen/verzamelen.
En alle nieuwe kennis kwam wat mij betreft bij elkaar toen ik de coördinatie van de tentoonstelling ‘Archeologie krijgt een gezicht’ mocht uitvoeren (2009). Drie gemeenten lieten het publiek zien dat alles in het hele kustgebied met elkaar te maken heeft. En: geschiedenis ligt om de hoek, het is een kwestie van kijken.
Geschiedenis.nl: Je hebt veel onderwijsprojecten gedaan. Waarom sta je zelf niet voor de klas?
Zoals bij vele archeologen en historici begint mijn verhaal met een geschiedenisleraar die bloedmooi kon vertellen (de heer v.d. Water van de Christelijke Scholengemeenschap in Rijswijk). Hij nam ons mee naar het RMO, liet ons de mastaba uit het RMO nabouwen en maakte zelf in een jeep een reis door Egypte en stuurde dan een kaartje. Door hem, en door mijn ouders, koos ik na lang wikken en wegen niet voor de Pabo, maar voor de universiteit in Leiden. Ik ben er nooit meer weggegaan omdat ik er iets vond dat paste bij hoe ik in de wereld sta. Archeologie gaat op zoek naar de mens achter de dingen. En die dingen kun je gewoon in je handen houden. Hoeveel dichterbij kan het verleden nog komen?
Via museumstages (RMO en Allard Pierson Museum) was ik inmiddels aangestoken door het ‘educatievirus’ en wist ik dat door wilde met kennis overdragen. Maar mijn keuze voor archeologie had ook een deur richting het onderwijs dichtgegooid: het is immers geen schoolvak (we praten nu over 1990) en dus was er geen tweedefase lerarenopleiding.
In de loop der jaren heb ik drie keer het formulier ingevuld om als zij-instromer alsnog aan de Pabo te beginnen; en elke keer kwam er precies op dat moment een archeologiebaan voorbij die me in het vakgebied hield. Het onderwijs heeft nog altijd een speciale plek in mijn hart. Ik ben een gelukkig mens als ik archeologie en communicatie, educatie en presentatie kan combineren. Daardoor was, na 13 jaar werken voor bazen, de sprong naar een eigen bedrijf zo gemaakt. In januari is dat precies 10 jaar geleden. En mocht er door de crisis niet genoeg werk meer zijn, dan ben ik vermoedelijk één van de weinigen die precies weet welke kant ze dan op gaat.
Geschiedenis.nl: Het is crisis in Nederland. Hebben archeologen daar ook last van wanneer je kijkt naar het aantal opgravingen en de werkgelegenheid in het algemeen ?
Archeologen hebben ook last van de crisis. Vanaf eind jaren-90 werd archeologisch onderzoek voorafgaand aan grote bouwprojecten gebruikelijk, en vanaf 2007 zelfs wettelijk verplicht. In eerste instantie was dat mooi en enorm goed voor de werkgelegenheid. Totdat de bouw instortte. En daarmee ook het aantal onderzoeken kelderde. Tijdelijke contracten die niet meer verlengd kunnen worden en bedrijven die halveren of erger, het is ook voor ons de realiteit.
Tegelijk betekenen bezuinigingen op cultuur dat ook aan de andere kant van het archeologische verhaal -de presentatie ervan- harde klappen vallen. Subsidies voor Cultuurmenu’s liggen onder vuur, musea raken professionele krachten kwijt.
Geschiedenis.nl: Stel: je krijgt de vrije hand om leerlingen van het voortgezet onderwijs in 6 weken iets over archeologie te leren. Wat zou je doen?
Week 1: les in methoden en technieken (ofwel: leren hoe opgraven, vondstverwerking en determineren in het werk gaan in een nagemaakte omgeving)
Week 2: met de bus naar een opgraving ‘in bedrijf’ en meehelpen, hup de modder in.
Week 3 t/m 5: met een bus naar uiteenlopende delen van het land (van Limburgs mergelland tot veengronden en natte kustgebieden), gekoppeld aan de archeologische musea in die streken.
Week 6: voorbereiden van een afsluitende dag en avond om aan de andere scholieren en aan hun familie laten zien wat ze hebben beleefd.
Bureau Communique
Opgraving Wychen, Bijsterhuizen, 2011
Opgraving Leidschendam-Voorburg, Forum Hadriani, 2007 - 2008.
Week 2: met de bus naar een opgraving ‘in bedrijf’ en meehelpen, hup de modder in.
Week 3 t/m 5: met een bus naar uiteenlopende delen van het land (van Limburgs mergelland tot veengronden en natte kustgebieden), gekoppeld aan de archeologische musea in die streken.
Week 6: voorbereiden van een afsluitende dag en avond om aan de andere scholieren en aan hun familie laten zien wat ze hebben beleefd.
Geschiedenis.nl: Archeologie komt nauwelijks aan de orde in het curriculum van het voortgezet onderwijs. Is dat terecht?
Nee, en dat gaat me natuurlijk ontzettend aan het hart. Archeologie (met alle specialisaties daarbinnen) geeft context aan de geschiedenis. Het bodemarchief is net zo’n goede bron voor informatie als een gewoon archief. En als je naar de tijd voor de introductie van het schrift gaat, is het de enige wetenschap waarmee je kennis van toen boven tafel krijgt.
En om op het laatste voort te borduren: binnen het vak geschiedenis kwamen de afgelopen decennia de tijdvakken en de canon, en daarvan springen je de tranen in de ogen als archeoloog. De vroege geschiedenis is gereduceerd tot een aantal ijsschotsen. Het meeste blijft onder water en buiten het zicht. En juist over de vroege periodes komen we zoveel meer en sneller te weten nu je binnen twee jaar een basisrapport moet afleveren. Hoe gaan we die kennis bij de docenten krijgen en hoe kunnen die het weer in de lessen passen?
Tja, je kunt er helemaal iebel van worden, of je kunt ervoor kiezen te roeien met de riemen die je hebt. Dus probeer je als archeoloog voor, tijdens en na afloop van veldwerk aanvullingen te geven op de bekende landelijke thema’s. Bij langer lopende opgravingen proberen we de scholen zoveel mogelijk rechtstreeks te laten weten dat we in de buurt aan het werk zijn en geven aan wanneer ze kunnen langskomen. Verse geschiedenis, zo uit de grond!
Bureau Communique
Opgraving Wychen, Bijsterhuizen, 2011
Opgraving Leidschendam-Voorburg, Forum Hadriani, 2007 - 2008.