KLASSIEK. GESCHIEDENIS VAN DE GRIEKS-ROMEINSE WERELD
Geplaatst op
15 oktober 2013
door
Tessa van den Dolder
Anton van Hooff vertelt met passie en plezier over de Griekse en Romeinse geschiedenis.
Anton van Hooff. Foto: www.human.nl
Als oudhistorica kan ik het niet laten om de nieuwe uitgaven die een alomvattende en samenhangende geschiedenis over de Oudheid willen schrijven te lezen. Zoals Van Hooff zelf ook al noemt in de proloog zijn er al zoveel handboeken, naslagwerken, kunstboeken waar altijd wel iets aan schort. “Het onderwerp is ofwel te solide, niet te lezen als geheel of beperkt zich tot archeologie of kunsthistorie… Ze bieden eerder een caleidoscoop dan een panorama”, aldus van Hooff. Op zijn lezers hoopt hij zijn passie en plezier voor de oudheid over te kunnen brengen in Klassiek.
Als oudhistorica kan ik het niet laten om de nieuwe uitgaven die een alomvattende en samenhangende geschiedenis over de Oudheid willen schrijven te lezen. Zoals Van Hooff zelf ook al noemt in de proloog zijn er al zoveel handboeken, naslagwerken, kunstboeken waar altijd wel iets aan schort. “Het onderwerp is ofwel te solide, niet te lezen als geheel of beperkt zich tot archeologie of kunsthistorie… Ze bieden eerder een caleidoscoop dan een panorama”, aldus van Hooff. Op zijn lezers hoopt hij zijn passie en plezier voor de oudheid over te kunnen brengen in Klassiek.
In Klassiek presenteert Van Hooff, tot 2008 hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen tot een panorama dat loopt van de Homerische Periode tot het begin van het Christendom. De nadruk ligt, zoals Van Hooff zelf beschrijft op de cultuur en politiek, omdat vooral die kanten van de Grieks-Romeinse beschaving in de Europese cultuur hebben doorgewerkt. Keuzes moesten worden gemaakt; een belangrijk criterium was of de gebeurtenis, instelling of het cultuuraspect later iets voor Europa betekent heeft, met andere woorden of iets ‘klassiek’ was.
Van Hooff neemt ons mee naar de periode van Trojaanse Oorlog, langs de Archaïsche kunst, Etrusken, Spartanen, de Perzen en natuurlijk de Atheense democratie. Hij vertelt over Oidipous en de Medeia, Aristoteles, Alexander de Grote en het Hellenisme, de Archaïsche Bond en hoe Achaïa een provincie wordt van Rome. Hij verhaalt over Tiberius Gracchus, de burgeroorlogen, het Romeinse Keizerrijk en Pompeii. Bij besluit met Constantijn, het Concilie van Nicaea, Julianus en het Christendom. En dit is slechts een greep uit alles wat hij beschrijft.
Zeer vaak maakt Van Hooff een vergelijking van het klassieke met het hedendaagse, dat is immers een criterium. Zo vertelt hij over de herleving van de Marathon bij de Olympische Spelen van 1896 in Griekenland. De marathon kent de oorsprong in 490 voor Christus toen een boodschapper de 42 kilometer van Marathon naar Athene aflegde om de Atheners te waarschuwen voor de Perzen. Dit deed hij na de bekende Slag bij Marathon. De boodschapper stierf kort na aankomst, maar een tweede aanval van de Perzen kon worden geweerd.
Wie kent de Leonidas-pralines nou niet? De oprichter van het bonbonbedrijf heette ook Leonidas en toen zijn neef het bedrijf overnam, noemde hij het uiteerbetoon Leonidas. Van Hooff legt de lezer uit waar de oorsprong van deze naam en met name het logo ligt. Namelijk bij de Slag van Thermopylai (480 voor Christus) waar 300 Spartanen vochten tegen de Perzen. Thermopylai 480 300 spartanen onder Leonidas tegen Xerxes. Toch leuk om te weten als je het doosje vol heerlijke bonbons open maakt!
Een ander voorbeeld is hoe Van Hooff Archaïsche Bond van de Grieken als voorloper van de EU en de Verenigde Staten van vandaag beschouwd. Na de Tweede Punische Oorlog werd Griekenland een provincie van Rome, nu de supermacht in dit gebied. Van Hooff beschrijft hoe Macedonië wel een geduchte tegenstander bleef die begrensd zou moeten worden. Om dit tegen te gaan ontstond de Achaïsche Bond, compleet met afgevaardigden (naar rato van het burgertal) en een raad. Van Hooff legt uit hoe de Founding Fathers teruggrepen op dit model voor het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten en kan volgens Van Hooff ook gezien worden als het model voor de Europese Unie.
Het lopende verhaal van Van Hooff bevat veel brontekstjes, zoals hij het noemt. Zo citeert hij Herodotus om de Spartaanse hoplietensamenleving en republiek te illustreren. Herodotus vertelt dat ze niet helemaal vrij zijn, ze gehoorzamen altijd de Spartaanse wetten en zullen hun post nooit verlaten. Door de brontekstjes hoeven niet alle literaire werken opgenoemd te worden, maar komen ze wel even voorbij. De lijst van literaire werken is immers eindeloos lang en is voor dit boek ook overbodig. Als men interesse heeft in een bepaalde auteur of filosoof kan altijd verder worden gezocht.
Klassiek geeft een mooi beeld, en inderdaad het panorama waar hij naar streefde, van de oudheid. Hij heeft zich niet beperkt tot bepaalde perioden, regio’s of onderwerpen als kunst en cultuur of politiek; hij behandelt de vele aspecten. Het plezier wat hij had tijdens het schrijven, sijpelt ook door in het boek. Dat laatste zit vooral in de schrijfstijl van Van Hooff, het is dermate toegankelijk geschreven en eigenlijk amper academisch terwijl het niet vreemd zou zijn, gezien zijn achtergrond, als hij daarvoor had gekozen.
Maar, zoals ook genoemd, moeten er dan keuzes worden gemaakt, schiftingen worden gemaakt en prioriteiten gesteld. Want hoewel Van Hooff een goed overzicht schetst van de oudheid in ‘slechts’ 474 pagina’s, val je soms een beetje in midden in een onderwerp. Tenzij je er enige van kennis van hebt natuurlijk. Zo verhaalt Van Hoff over Demeter, Persephone en de Mysteriën van Eleusis. Hij legt uit dat Demeter verdrietig was over de afwezigheid van Persephone en daarom de gewassen amper groeiden, totdat Hades en Demeter een compromis bereikten en ze Persephone over het jaar deelden. Nergens wordt vermeld dat Demeter de godin van de landbouw, vruchtbaarheid, oogst. Het wordt indirect wel gesuggereerd, maar het maakt het verhaal zoveel helderder en concreter. Her en der komt dit wel eens voor. En natuurlijk laat Van Hooff heel veel informatie weg, anders zou hij niet in zijn opzet slagen.
150 zwart-wit afbeeldingen illustreren de tekst en zijn nagenoeg altijd zeker functioneel. In het midden van het boek is een achttiental foto’s afgedrukt. Het zijn niet de mooiste of hedendaagse kunstfoto’s af te leiden van de kleding van voorbijgangers op sommige foto’s. Het doet vermoeden dat een aantal kiekjes zijn van de auteur zelf, maar dat weet ik niet zeker. Dat zou het dan weer een leuk persoonlijk tintje geven.
Van Hooff heeft met dit boek de geschiedenis van de Grieks-Romeinse wereld zo beschreven dat je als lezer in razend tempo de hoofdlijnen leert kennen, je grappige anekdotes de revue ziet passeren en leuke feitjes opsteekt. Bovendien schijnt het licht op onze moderne wereld waarvan veel toch in deze periode blijkt te zijn ontstaan. Tegelijkertijd is het boek voor classici en historici een leuke reminder aan de vele weetjes die ongetwijfeld eens voorbij zijn gekomen tijdens studie of werk. Klassiek van Anton van Hooff is een toegankelijk boek en in zijn missie is hij wat mij betreft zeker geslaagd: de passie en het plezier druipt er van af.