OUDHEIDKUNDE IS EEN KUNST
De missie van Jona Lendering
Met Oudheidkunde is een wetenschap heeft Jona Lendering een boek afgeleverd over een onderwerp waarover hij vaker heeft geschreven. De staat van de oudheidkunde gaat hem aan het hart en hij ziet met lede ogen aan dat die wetenschap aan kwaliteit inboet. Hij moest – naar eigen zeggen – dit boek wel schrijven want de professionele oudheidkundigen laten de kans liggen om de relevantie van hun vakgebied wereldkundig te maken.
"Ik had Oudheidkunde is een wetenschap liever gelezen dan geschreven", schrijft Jona Lendering in de inleiding. Professionele oudheidkundigen zien daar door werkdruk geen kans toe en Lendering, een man met een missie, neemt de honneurs waar. Hij ziet er de noodzaak van in om het publiek vertrouwd te maken met het wetenschappelijk proces. "Iemand moet vertellen dat oudheidkunde geen trivialiteitenleverancier is maar een wetenschap, desnoods iemand zonder onderzoekservaring."
Klad in de klassieken
Het is niet voor het eerst dat Lendering deze handschoen oppakt. Recent schreef hij het tweeluik Bedrieglijk echt en Hannibal in de Alpen waarin hij respectievelijk beschreef dat tekstgerichte classici niet zonder archeologisch inzicht kunnen en dat archeologen geen conclusies kunnen trekken zonder voldoende tekstbegrip. Zijn pleidooi voor interdisciplinair samenwerken kwam ook al aan bod in De klad in de klassieken uit 2012, het boek met de weinig bondige, maar heldere ondertitel ‘Waarom onze kennis van de Oudheid steeds onbetrouwbaarder wordt, waarom dat zorgwekkend is (ook voor wie niet in de Oudheid is geïnteresseerd) en hoe daar iets aan kan worden gedaan’.
Enigszins cynisch kun je concluderen dat Lenderings boodschap uit eerdere publicaties blijkbaar niet is aangekomen, of als dat wel is gebeurd, er onvoldoende mee is gedaan. Desondanks waren er voor mij genoeg redenen om Oudheidkunde is een wetenschap op te pakken en als er over 10, 15 jaar weer zo’n boek van zijn hand verschijnt die weer te willen lezen. Ik noem er vier.
Immense drijfveer wetenschapscommunicatie
Allereerst is er de drive die van de iedere pagina afspat en die – bij mij althans – aanstekelijk werkt. De Oudheid en oudheidkunde gaan Lendering aan het hart en hij onderneemt het nodige om het tijdperk en de wetenschap onder de aandacht te brengen, onder meer op zijn blog Mainzer Beobachter, in cursussen en in mailwisseling met geïnteresseerden. "Het is lang geleden dat ik minder dan honderd vragen per week heb beantwoord", bekent hij ergens. Bij de vele boektitels die de auteur noemt, de innovaties die hij beschrijft en de urgentie van handelen die hij bepleit, bekruipt me als lezer die ook graag schrijft meer dan eens de gedachte wat ik nu weer zit te lummelen. Ga onderzoeken, ga schrijven, ga mensen spreken. Aan het werk!
Innovatie in de oudheidkunde
Een andere reden om Lenderings betoog te willen lezen is dat hij op toegankelijke wijze nieuwe onderzoekstechnieken beschrijft. De data-explosie, de DNA-revolutie, gebruik van kunstmatige intelligentie zijn geen toekomstmuziek meer en hebben impact op wetenschap en onze samenleving. Ook al gaat hier niet mijn primaire interesse naar uit, het is wel nuttig om inzicht in deze ontwikkelingen te hebben. Lendering zet aan tot verder kijken dan je neus lang is. Al meerdere malen zijn zijn boeken voor mij een portaal geweest naar andere publicaties, die dan overigens niet altijd even toegankelijk bleken. Prima leesbaar is trouwens wel Slim, slimmer, slimst van Bennie Mols; dit boekje over het samenspel tussen de mens en kunstmatige intelligentie raadt Lendering aan onder de kop ‘Meer weten?’.
Wens tot hervorming wetenschap
Ten derde spreekt me aan dat zijn toon kritisch is, maar niet zuur. Er valt volgens Lendering wel het nodige af te dingen op de kwaliteit en slagkracht van de oudheidkunde maar hij toont begrip voor de wetenschappers die moeten dealen met de ongunstige omstandigheden. Bovendien constateert hij niet alleen, hij biedt ook oplossingen. In het slothoofdstuk schetst de auteur "hoe we de neergang kunnen afremmen" op verschillend vlak: in verbeterde voorlichting aan het publiek, de opening van een oudheidkundemuseum en hervorming van de wetenschappelijke instituten. Hij erkent daarbij overigens dat niet alle ideeën even realistisch zijn: "Mijn hartenwens – eveneens onhaalbaar, maar ook die wil ik noemen – is dat bij het herorganiseren van de wetenschap de studieduur voor oudheidkundigen wordt hersteld."
Structuur en doel van boek zijn helder
Tot slot de vierde reden waarom ik dit boek waardeer. Dat is de wijze waarop Lendering zijn tekst toegankelijk maakt voor de lezers. Het is eigenlijk vreemd dat dit zo opvalt maar in veel gevallen zijn boeken een weerspiegeling van wat de auteur wil vertellen en dramatisch gezegd mag de lezer dat ondergaan, al dan niet overrompeld door alle informatie. Lendering is dienstbaar aan zijn publiek. Hij geeft duidelijkheid over wat doel en structuur zijn. Je hoeft niet op zoek naar een thema, hij verwoordt het gewoonweg: "De oudheidkunde is een verdeeld maar mooi vak dat niet alleen leuk is maar ook belang heeft. Het is bovendien een vak waarover regelmatig iets nieuws valt te vertellen. Dat is het thema van dit boek." In de inleiding typeert hij de vier delen waaruit het boek bestaat en aan het einde van het eerste hoofdstuk biedt hij nogmaals een routekaart voor het vervolg. Je weet wat je kunt verwachten en wordt ondersteund in het verwerken van de informatie.
Zelfkritische blik
Is er dan geen kritische noot te kraken? Ach jawel. Zoals ook voor oudheidkundige publicaties geldt, is het altijd goed om niet alles wat geschreven wordt, zomaar als zoete koek te slikken. Dat dit eveneens het geval is bij Oudheidkunde is een wetenschap daagde bij me toen ik de kadertekst over ChatGPT las. "Ik testte ChatGPT met de vraag over welke pas Hannibal de Alpen in 218 v. Chr. is overgestoken", begint dit tekstje. Dat hij hierop geen bevredigende invulling verbaast me niet want deze software is nu eenmaal geen kennisbank, wat bij iedere workshop (en die zijn er in overvloed) over het gebruik van ChatGPT wordt benadrukt. De software is goed in verbanden leggen maar gaat ronduit belabberd met feiten om. Is die misinterpretatie een zonde? Dat lijkt me niet, want Lendering claimt nergens de wijsheid in pacht te hebben. Integendeel, in het boek reflecteert hij op eerder werk en constateert dat hij destijds op het verkeerde pad zat. "(…) ben verantwoordelijk voor het mislukken van Grondslagen.net en de Livius Nieuwsbrief"en "Mijn boek De randen van de aarde (2000) toont hoe je het verkeerd kunt doen" zijn uitspraken die passen bij iemand die niet alleen kritisch is op het werk van anderen, maar ook op dat van zichzelf. Wat mij betreft, is dat nog een vijfde reden om Oudheidkunde is een wetenschap te lezen.
Jona Lendering
Oudheidkunde is een kunst. En dat mag je ook best eens uitleggen.
Utrecht 2023
ISBN 978 94 0190 942 5
€ 20,99
240 pag.
Uitgeverij Omniboek
Op YouTube vertelt Lendering het volgende over dit boek: