DE WERELD VAN DE WITT

Geplaatst op 13 november 2025 door Reinard Maarleveld
De Wereld van De Witt
5 /3 Gerrit Dou, De jonge moeder , 1658. Mauritshuis Den Haag. Willem van de Velde II (1633 - 1703), Krijgsraad aan boord van de Eendracht op 24 mei 1665 , ca. 1665. Collectie Frits Lugt, Fondation Custodia, Parijs.

Dit verhaal gaat over het boek verschenen bij de tentoonstelling in het Dordrechts Museum: De wereld van Johan de Witt. Kunst uit het hart van de 17de eeuw van 27 apr tot 7 dec 2025.

We gaan het zo over het boek hebben, maar eerst iets over de tentoonstelling. Lieve mensen, hier moet je zeker naar toe. Dordrecht als oudste stad van Holland is altijd een bezoek waard. En het Dordrechts Museum in het bijzonder. Gevestigd in het voormalig Agnietenklooster, later gekkenhuis. Een deel van het gebouw deed nog even dienst als Zuid-Afrikaans museum (1902-1921).

Dat Zuid-Afrikaans museum is van ver voor mijn tijd maar ik had het graag bezocht. Die ellendige 'rooibaatjes' uit het perfide Albion die onze Boerenhelden eronder wilde krijgen om zich daarna het goud en de diamanten toe te eigenen. "Onze harten werden bewogen, want dat benarde Boerenvolk was toch een echte loot uit den Oud-Nederlandschen stam, en het stond daar, door alle mogendheden verlaten, als een zwakke herdersknaap tegen den Goliath onzer eeuw, wiens trots slechts kan vergeleken worden bij het Spanje van weleer.", DBNL p.84.

Op mijn Dr. Abraham Kuyperschool in Schiedam stonden in 1964 de werken van L. Penning in de kast. De Leeuw van Modderspruit, de Held van Spionkop, de Helden van Zuid-Afrika. Ach, de wereld was nog overzichtelijk ingedeeld in goed en kwaad. We spaarden voor de zending zodat de arme zwarte heidenen zich tot de gereformeerde religie zouden bekeren om vervolgens het heerlijke pad van de Westerse beschaving op te gaan. Het enige mogelijke pad. Later bleek dat we ons ernstig hadden vergist en dat wanneer Penning schrijft over Zoeloes, Kaffers, Hottentotten het vooral gaat om racistische stereotypen. Maar wat was ik als kind verdrietig toen ik las hoe Danie Wessels werd getroffen door een dum-dum kogel van die smerige Engelsen en in de armen van zijn vader stierf. Ik betwijfel of de boeken van Penning nu nog in de bibliotheken te vinden zijn. Misschien wel maar dan voorzien van een 'handleiding voor de lezer'.

Terug naar het Dordrechts Museum want daar is nog tot 7 december 2025 een prachtige tentoonstelling over 'De Wereld van De Witt' te zien. Er hoort een mooi boekje bij waarin veel van de objecten in de tentoonstelling zijn afgebeeld. Johan de Witt is de hoofdpersoon maar tegen de achtergrond van zijn familie. Zijn broer Cornelis is eveneens bekend maar in de opstelling treffen we ook veel informatie over de grootouders en ouders, de zussen, de huwelijkspartners en hun naaste verwanten. We zien hoe vader Jacob de Witt als streng gereformeerde regent carrière maakt in Dordrecht, daarbij geholpen door zijn vader, houthandelaar Cornelis Fransz, burgemeester van Dordrecht, lid van de Staten van Holland en afgevaardigde bij de Staten-Generaal. Jakob de Witt doet het uitstekend maar raakt in de problemen wanneer hij tijdens de machtsgreep van de jonge stadhouder Willem II (juli1650) op Loevestein gevangen wordt gezet. De plotselinge dood van Willem (6 november 1650) zet alles op zijn kop. Na zijn vrijlating wil Jakob vooral zijn zoons verder helpen en dat lukt. De briljante Johan (hij is wiskundige en jurist) wordt in 1653 raadpensionaris en Cornelis wordt ruwaard (bestuurder) van Putten.

Op school leerden we over het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650 - 1672) maar Johan de Witt en zijn medestanders spraken over de Ware Vrijheid. Burgers voerden het bewind, vrij van de dwang van een vorst. De internationale situatie was complex. De oorlog met Spanje was afgesloten (1648) maar de Republiek had te maken met machtige concurrenten: Engeland en Frankrijk. De familierelatie tussen de Engelse koninklijke familie (de Stuarts) en de Oranjes (Willem II was getrouwd met Mary Stuart) maakte de zaken extra ingewikkeld. Bij het aantreden van Johan als raadpensionaris in 1653 was dat nog geen probleem want in Engeland was Oliver Cromwell aan de macht gekomen en ook hij was een tegenstander van een machtige stadhouder in de Nederlanden. Maar bij de terugkeer van de Stuarts (Karel II, de zus van Mary Stuart, werd koning) in 1660 werd de zaak problematisch. De Prins van Oranje (acht dagen na het overlijden van zijn vader geboren) had nu een machtige oom op de troon van Engeland. Voor de aanhangers van de Ware Vrijheid was het vooruitzicht van een royalistisch verbond tussen Engeland en de stadhouder van de Republiek een nachtmerrie. Aan de andere kant moest De Witt de jonge prins wel een bepaalde rol geven in het staatsbestel. Dat eisten de Oranjeklanten in de Republiek. Maar welke rol dat zou worden hoefde nu nog niet te worden beslist. De Witt schoof het voor zich uit.

Johan en Cornelis de Witt stonden op het toppunt van hun macht na de Tocht naar Chatham. Dit verhaal krijgt ruim aandacht in de tentoonstelling. Tijdens de Eerste Engels-Nederlandse oorlog (1652-1654) was de vloot verwaarloosd en had de Republiek weinig in te brengen. Bij het uitbreken van de Tweede Engels-Nederlandse oorlog (1665) was de Republiek beter voorbereid. De Engelse koning onderbrak de oorlog na twee jaar om geld te besparen en trok zijn vloot terug op de marinebasis Chatham, schijnbaar onbereikbaar voor de vijand. Johan stuurde vloot onder leiding van Michiel de Ruyter naar de monding van de Theems. Een klein eskader onder leiding van Cornelis de Witt en Willem Joseph Van Ghent voer de Medway op en bracht flinke schade toe aan de Engelse schepen. Het Engelse vlaggenschip, de Royal Charles (genoemd naar de trotse koning) werd gekaapt en meegenomen naar Hellevoetsluis. Kort daarop werd de voor de Republiek gunstige Vrede van Breda (1667) gesloten. De Ruyter, Van Ghent en Cornelis ontvingen een gouden beker als beloning. Het exemplaar van Cornelis is te zien in de tentoonstelling.

Maar Karel II wilde revanche. In 1670 sloot hij in Dover een geheim verdrag met de Franse koning Lodewijk XIV om samen de arrogante Republiek aan te pakken. De samenzweerders zouden het grondgebied tussen hen verdelen en Karels neef, de prins van Oranje, zou als zelfstandig vorst Willem III de rest gaan besturen. In 1672 trokken Engeland, Frankrijk en de bisschoppen van Keulen en Munster gezamenlijk op tegen de Republiek. Dat betekende de ondergang van de Ware Vrijheid. Johan en Cornelis kregen de schuld van de wanhopige toestand waarin de Republiek zich bevond. De prins van Oranje werd opperbevelhebber van het leger en stadhouder. De binnenlandse vijanden van de gebroeders de Witt zagen hun kans schoon om de bakens definitief te verzetten. Op 20 augustus 1672 werden de broers even buiten de Gevangenpoort door een menigte op straat vermoord. Hun lichamen werden opgehangen en aan stukken gesneden. Of er sprake was van een moordcomplot door Willem III of zijn medestanders is nooit bewezen. Wel is het opmerkelijk dat Johan en Cornelis niet afdoende werden beveiligd. Vooral omdat er eerder dat jaar al aanslagen op hen waren gepleegd. Blijkbaar was de rancune tegen de 'landprins'(Johan) en de 'zeeprins' (Cornelis) groot. Prinsgezinde regenten voedden die haat, onder meer door kwaadwillende pamfletten te verspreiden, en voor het 'gewone volk' was het duidelijk dat Johan en Cornelis verantwoordelijk waren voor alles wat er mis was in het land.

In het slothoofdstuk van het boek beschrijven Marianne Eekhout en Ineke Huysman hoe de nazaten van de familie De Witt er in slaagden politiek en maatschappelijk te overleven. Na de dood van Willem III brak er opnieuw een periode zonder stadhouder aan (1702-1747) en bekleedden leden van de familie De Witt weer belangrijke ambten. Aan het einde van de achttiende eeuw werd Johan de Witt postuum op het schild gehesen van de Patriotten, de voorstanders van republikeins-burgerlijk bestuur zoals dat in de Verenigde Staten van Amerika en later Frankrijk tot stand was gekomen. Een opmerkelijke bewonderaar van Johan in die periode was Belle van Zuylen (Isabella van Tuyll van Serooskerken, later Isabelle de Charrière). Zij was ook nog (verre) familie via Maria, een zus van Johan de Witt.

Tenslotte. Jean-Marc van Tol werkt aan een trilogie op basis van de brieven van Johan de Witt. Deel 1(Musch) en deel 2 (Buat) zijn verschenen en het wachten is op deel 3 (De Witt). Het zijn romans maar Van Tol gebruikt de feiten en meningen uit de brieven en daardoor loopt de lezer ook echt rond in het Den Haag van de 17e eeuw. Met alle kuiperijen, twisten, intriges en manipulaties van en tussen de verschillende facties.

Marianne Eekhout, Ineke Huysman, Luc Panhuysen, Jean-Marc van Tol
De wereld van De Witt 1625-1672
Uitgeverij WBOOKS/Zwolle ism Dordrechts Museum
ISBN 9789462586925
205 pagina's
Euro 29,95

 

 

 

Bericht geplaatst in: recensie