JOSEPH GOEBBELS
Geplaatst op
12 februari 2006
door
Redactie
Goebbels over Hitler: “Hij is een genie. Het natuurlijke scheppende instrument van een lot dat door god is bepaald. Trillend sta ik voor hem."
Goebbels werd geboren op 29 oktober 1897 in Rheydt, een industriestadje nauwelijks twintig kilometer van de Nederlandse grens. Zijn vader was boekhouder en behoorde tot de lagere middenstand. Het gezin was niet erg welvarend en het was hard werken voor de ouders om Goebbels en zijn twee broers en twee zussen te onderhouden.
Goebbels jeugd ging niet over rozen. Hij had een beenmergziekte die zijn rechterbeen en voet aantastte. Hier viel niet veel aan te veranderen en Goebbels moest aanvaarden dat hij kreupel door het leven moest. Dit werkte veel ergernis bij hem op. Hij kon niet meekomen met de rest van de kinderen met spelletjes en werd een eenling.
Hij schaamde zich voor zijn mismaaktheid. Hij bespotte zijn moeder omdat ze zo blij was met een kreupel kind. Maar wat Goebbels mistte in lichamelijke kracht maakte goed met geestelijke kracht. Hij begon vroeg met lezen, sprookjes in het (onder meer van de gebroeders Grimm)en kranten later, zelfs politiek nieuws, hoewel hij hier nog niet veel van begreep. Hij begon zo te beseffen hoe groot de macht van kennis was en wilde vanaf nu meer weten dan de mensen om hem heen. Hij begon hard te werken op school en mocht naar het Gymnasium, waar hij al snel de beste van de klas werd.
Tot zijn genoegen vroegen andere klasgenootjes hem om hulp bij het maken van hun huiswerk. Ook begon hij gedichten te schrijven en gaf privé bijles aan jongere jongens. Hij ontdekte ook de godsdienst en overwoog een carrière als priester. Hij legde zijn eindexamen aan het Gymnasium af met uitstekende resultaten en won de prijs voor het beste opstel, zodat hij een afscheidsrede voor de klas mocht houden, zijn eerste optreden.
Zo ging hij in 1917 naar de universiteit. Goebbels had tot nu toe nog weinig met extreem rechte ideeën te maken wel was hij patriottistisch. Goebbels heeft veel vriendinnen gehad en was een vrouwenjager. Na een afwijzing stortte hij in en noteerde wanhopig in zijn dagboek ‘ik geloof in niets meer’.
Toen hij het verlies eenmaal had geaccepteerd besloot hij zich tegenover de rest van de wereld te bewijzen. Hij wilde niet zomaar afstuderen, hij wilde een doctoraat behalen. Hij werkte onder een joodse hoogleraar die hem hielp bij het schrijven van zijn dissertatie. Zijn proefschrift werd goed ontvangen en hij werd in 1921 doctor in de filosofie. Hij wilde nu uitsluitend aangesproken worden met ‘Herr Doctor’. Niemand zou deze prestatie ooit mogen vergeten.
{mospagebreak}
Hierna werkte hij nog een tijdje bij een bank om wat brood op de plank te krijgen maar hij had het er niet naar zijn zin. Hij verafschuwde de kapitalisten. Hij was geschokt toen tijdens de depressie veel mensen (inclusief hijzelf) hun baan verloren terwijl zijn collega’s bij de bank hun positie gebruikten om zichzelf te verrijken. Ook was hij laaiend over berichten dat honderden kinderen in Keulen doodgingen van de honger terwijl de regering hier niets aan deed. Zijn respect voor de katholieke kerk verdween toen hij hoorde wat voor rijkdommen die had en hoeveel hongerlijdende mensen van hun geld gered zouden kunnen worden.
Sterk antisemitisch was hij nog niet: ‘Ik ben niet zo dol op die extreme antisemieten…ik zou de joden niet als mijn beste vrienden omschrijven, maar ik denk niet dat we van ze af kunnen komen door beledigingen of polemische aanvallen(pennenstrijd) of pogroms(vervolgingen); en zelfs al zouden we dat kunnen, het zou laaghartig zijn en fatsoenlijke menselijke wezens onwaardig.’.
Doordat hij de katholieke kerk had afgewezen had Goebbels (net zoals vele nazi leiders) een andere inspiratie nodig. Dit werd Houston Steward Chamberlain. Chamberlain roemde het arische superras als ‘de ziel van de beschaving’ en brandmerkte het joodse ras als de belichaming van het materialisme.
Goebbels begon overal bewijzen te verzamelen dat de joden verantwoordelijk waren voor al het kwaad in de wereld. Het kwaad kwam voort uit het materialisme dat zich manifesteerde in twee politiek stromingen: communisme en kapitalisme. Beide stromingen waren volgens Goebbels instrumenten van een internationale joodse samenzwering om de wereld te veroveren.
De kiem voor radicaal antisemitisme was hiermee gelegd. Goebbels kwam zo bij de NSDAP terecht (1924). Aanvankelijk legde hij vooral de nadruk op de socialistische kant en vond dat het socialisme en de Nazi’s veel gemeen hadden, onder andere doordat ze om dezelfde kiezers vochten: arbeiders, en dezelfde vijand hadden: de kapitalistische machthebbers. Ook had hij veel respect voor de Russen die tegen het tsarenregime vochten.
Kort daarop kwam hij in contact met Hitler en Goebbeld werd uiteindelijk een grote bewonderaar van Hitler. Hier volgt een voorbeeld van Goebbels verering voor “zijn Fuhrer” uit zijn dagboek (1926):
“Hij is een genie. Het natuurlijke scheppende instrument van een lot dat door god is bepaald. Trillend sta ik voor hem. Dit is hoe hij is: als een kind, lief, goed, mededogend. Als een kat, sluw, listig en behendig. Als een leeuw, majesteitelijk brullend enorm. Een fijne kerel, een echte man. Hij spreekt over de staat. In de namiddag, over hoe de staat te winnen en over hoe de betekenis van politieke revolutie. Gedachten die ik misschien zelf heb gehad, maar niet uitgesproken. Na het avondeten zitten we lange tijd in de tuin van het matrozenhuis en hij weidt uit over de nieuwe staat en hoe we deze tot stand zullen brengen. Zijn woorden klinken als een profetie. Boven ons in de lucht vormt een witte wolk een swastika. Een fonkelend licht aan de hemel dat geen ster kan zijn. Een teken van het lot? We gaan laat naar huis! In de verte schittert Salzburg. Ik ben echt gelukkig. Dit leven is de moeite van het leven waard. ‘Mijn hoofd rolt niet in het stof voordat mijn missie is voltooid.’ Dat was zijn laatste woord. Zo is hij! Ja zo is hij!”
Een andere dagboekaantekening uit dezelfde periode:
“Hitler is er. Grote vreugde. Hij begroet me als een oude vriend. En zorgt voor me. Wat houd ik van hem! Wat een man. Dan spreekt hij. Hoe klein ben ik! Hij geeft me zijn foto. Met een begroeting aan het Rijnland. Heil Hitler! Ik wil dat Hitler mijn vriend is. Zijn foto staat op mijn bureau.”
Goebbels was net als Hitler een charismatisch spreker die zijn emoties goed onder controle hield en zijn gebaren nauwkeurig voor de spiegel oefende om het maximale effect teweeg te brengen.
Het ging niet alleen om de boodschap maar vooral om de emoties die de boodschap teweeg bracht. Zo had Goebbels nadat Hitler aan de macht was gekomen (januari 1933) de hele pers, radio en film van het Rijk onder zijn controle.
De propagandamachine draaide op volle toeren. De jarenlange verheerlijking van het arische superras, Hitler , de partij. Beledigen van “joden en bolsjewieken” op affiches, posters, in bioscoopjournalen zorgde ervoor dat het volk precies dacht wat de Nazi partij hen wilde laten denken. Ook op scholen werd zorgvuldig aan de Duitse kinderen geleerd wat “goed” en “kwaad” was. Er was geen ruimte meer voor de feiten: de dreigende nederlaag in de oorlog, de honderdduizenden doden, voedseltekorten en de vernietiging van Duitse steden door bombardementen. De propagandamachine had zijn werk gedaan.
Goebbels bleef Hitler tot het einde trouw. In zijn speech van in het Berlijnse Sportpalast riep hij op tot de “totale oorlog” (februari 1943). Na de zelfmoord van Hiler in de bunker onder de Rijkskanselarij op 30 april 1945 besloot ook Goebbels om, samen met zijn vrouw Magda, zelfmoord te plegen. Vlak daarvoor doodden ze hun zes kinderen met morfine en cyanide. De lijken van Goebbels en Magda werden gedeeltelijk verbrand en in die staat gevonden door de Russen.